les 2 - presenteren: aantrekkelijk spreken

9mbi voorbereiding IE 
-welkom
- over de examens
- over het IE 
- IE onderdeel spreken 
-spreken les 1: aantrekkelijk spreken 

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

9mbi voorbereiding IE 
-welkom
- over de examens
- over het IE 
- IE onderdeel spreken 
-spreken les 1: aantrekkelijk spreken 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Het instellingsexamen 
1 dagdeel naar school voor:
Spreken
Gesprekken voeren

1dagdeel naar school voor:
Schrijven 

Twee examinatoren (externen) beoordelen je prestaties. 
(data volgen zodra ik die weet)

Slide 3 - Tekstslide

IE onderdeel 1: spreken 
Tijdens het examen:

Houd je een presentatie voor de gehele groep + 2 beoordelaars
Presentatie duurt minimaal 5 en maximaal 7 minuten
Presentatie is beschouwend
Je geeft argumenten voor, argumenten tegen en je eigen mening m.b.t. een stelling.

Slide 4 - Tekstslide

Ik vind presenteren spannend
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Denk eens terug aan de les van gisteren... wat zijn jouw valkuilen?

Slide 6 - Open vraag

Zoek de verschillen....
Je krijgt nu twee filmpjes te zien van personen die presenteren. Daarna volgen vragen.

Slide 7 - Tekstslide

0

Slide 8 - Video

0

Slide 9 - Video

Wie vond je het aantrekkelijkst presenteren?
A
Koning Willem-Alexander
B
Barak Obama

Slide 10 - Quizvraag

Waarom vond je hem het aantrekkelijkst presenteren?

Slide 11 - Woordweb

Wat is belangrijk aan je houding als je presenteert?

Slide 12 - Woordweb

(basis) houding
- Sta met twee benen op de grond. Zak niet door een heup en wiebel niet. 
- Je knieën een beetje gebogen en niet op slot. 
- Je armen langs je lichaam en los
- Rug recht, schouders naar achteren. 
- Ogen het publiek in. 

Slide 13 - Tekstslide

In een presentatie gebruik je verbale en 
non-verbale communicatie 

Slide 14 - Tekstslide

Wat is verbale communicatie?
A
Spreken
B
Spreken en luisteren
C
Met handen en voeten praten
D
Afbeeldingen gebruiken

Slide 15 - Quizvraag

Welke signaalwoorden die je kunt gebruiken in je presentatie ken je?

Slide 16 - Woordweb

Wat is de functie van signaalwoorden in je presentatie?

Slide 17 - Open vraag

1

Slide 18 - Video

04:36
wat voegen de signaalwoorden toe?

Slide 19 - Woordweb

Wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Stemgebruik
B
Praten met handen en voeten
C
Lichaamshouding
D
Van je gezicht aflezen

Slide 20 - Quizvraag

Welke vorm van non-verbale communicatie gebruik jij al? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Stemgebruik
B
Praten met handen en voeten
C
Lichaamshouding
D
Van je gezicht aflezen

Slide 21 - Quizvraag

Welke vorm van non-verbale communicatie wil jij aan je presentatiestijl toevoegen?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Stemgebruik
B
Praten met handen en voeten
C
Lichaamshouding
D
Van je gezicht aflezen

Slide 22 - Quizvraag

Er mogen geen stiltes vallen tijdens mijn presentatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Je hebt in je schoolcarrière gepresenteerd met zowel PowerPoint als Prezi. Welke heeft je voorkeur?
A
PowerPoint
B
Prezi

Slide 24 - Quizvraag

Voor wie is de visuele presentatie eigenlijk bedoeld?
A
voor de presentator
B
voor het publiek
C
voor de beoordelaars

Slide 25 - Quizvraag

Wat zijn de aandachtspunten voor de presentatie die je laat zien?

Slide 26 - Woordweb

Tips voor gebruik van PowerPoint of Prezi-presentaties:

- Kies waar jij je het best bij voelt, beide mag. 
- Zet alleen steekwoorden in je presentatie.
- Onthoud: de presentatie is voor het publiek. Om de lijn vast te houden. 
- Plaatjes - ja graag, passend.
- Filmpjes - nee. 

Slide 27 - Tekstslide

Tips tijdens het presenteren
- Leg je spiekbriefje voor je neer en ook je telefoon met de tijd.
- Spreek rustig en duidelijk. 
- Kijk je publiek aan en kijk niet te vaak op je spiekbriefje. (Houd deze zeker niet voor je hoofd!)
- Zorg voor een logische indeling (kop - romp - staart). Gebruik hiervoor de gegeven opbouw (komt in les 3).
 - Gebruik duidelijke  en korte zinnen.
- Heb er een beetje plezier in! Jij bent de expert en het publiek weet niets. 

Slide 28 - Tekstslide

Hoe kijk je terug op deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Welke tips uit deze les ga jij toepassen bij het (oefenen voor je) examen Spreken?

Slide 30 - Open vraag