Heb je je, voor geschiedenis, al goed voorbereid voor de toetsweek?
A
Ja, heel goed
B
Ja, redelijk goed
C
Nee, slechts een beetje
D
Nee, helemaal niet
1 / 28
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Heb je je, voor geschiedenis, al goed voorbereid voor de toetsweek?
A
Ja, heel goed
B
Ja, redelijk goed
C
Nee, slechts een beetje
D
Nee, helemaal niet
Slide 1 - Quizvraag
Paragraaf 5.2
Slide 2 - Tekstslide
Tijdens de Gouden Eeuw verdient de Republiek veel geld aan de handel. Met welke handel werd het meeste geld verdient? Leg ook uit hoe deze handel werkte.
Slide 3 - Open vraag
Noem 3 verschillen tussen de VOC en de WIC.
Slide 4 - Open vraag
Paragraaf 5.3
Slide 5 - Tekstslide
Zoek een afbeelding van kunst vóór de gouden eeuw.
Slide 6 - Open vraag
Zoek een afbeelding van kunst tijdens de Gouden Eeuw.
Slide 7 - Open vraag
Leg uit wat het verschil is tussen de afbeeldingen van de vorige vragen.
Slide 8 - Open vraag
Huygens
Van Leeuwenhoek
Spinoza
"god is de natuur"
Slide 9 - Sleepvraag
Hoofdstuk 6
Slide 10 - Tekstslide
Alle macht berust bij een vorst.
A
Absolutisme
B
Monarchie
C
Verlichting
D
Liberalisme
Slide 11 - Quizvraag
Bij Verlichting past het volgende begrip...
A
oorlog
B
gelijkheid
C
absolutisme
D
socialisme
Slide 12 - Quizvraag
Verlichting is een gevolg van ...
A
wetenschappelijke revolutie
B
feodalisme
C
de Reformatie
D
plantagekoloniën
Slide 13 - Quizvraag
Montesquieu was een belangrijke verlichtingsdenker, zijn meest briljante idee was.....
A
de trias politica
B
de Franse revolutie
C
het economisch liberalisme
D
het afschaffen van de slavernij
Slide 14 - Quizvraag
Wat is geen stand vóór de Franse revolutie
A
Koning
B
Geestelijkheid
C
Adel
D
Boeren en burgers
Slide 15 - Quizvraag
Wie had de meeste macht in Frankrijk vóór de Franse revolutie?
A
De koning
B
De geestelijken
C
De Adel
D
De boeren en burgers
Slide 16 - Quizvraag
Welke koning was er aan de macht tijdens de franse revolutie?
A
Napoleon
B
Lodewijk XIV
C
Lodewijk XV
D
Lodewijk XVI
Slide 17 - Quizvraag
De bestorming van de Bastille was het begin van de Franse revolutie!
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Wanneer begon de Franse Revolutie?
A
1776
B
1783
C
1789
D
1793
Slide 19 - Quizvraag
Wat wilden de burgers bereiken tijdens de Franse Revolutie?
A
Vrijheid, gelijkheid, broederschap
B
Vrijheid, gelijkheid, democratie
C
Kiesrecht, gelijkheid, broederschap
D
Kiesrecht, afschaffen privileges, democratie
Slide 20 - Quizvraag
Tijdens de Revolutie werd de Franse koning onthoofd. Welke Lodewijk?
A
Lodewijk XIII
B
Lodewijk XIV
C
Lodewijk XV
D
Lodewijk XVI
Slide 21 - Quizvraag
'Radicale politieke groep tijdens de Franse Revolutie, die voor het streng doorvoeren van de veranderingen was' Dit is een omschrijving van:
A
de Jakobijnen
B
de Girondijnen
Slide 22 - Quizvraag
Waar heeft de Franse revolutie NIET voor gezorgd?
timer
0:20
A
Invoering grondwet
B
Adel en kerk verloren voorrechten
C
Minder macht bij vorsten
D
Standensamenleving ontstond
Slide 23 - Quizvraag
Stelling: Een gevolg van de Franse revolutie was de afschaffing van de standenmaatschappij.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 24 - Quizvraag
Na de Franse revolutie mocht het volk het land zelf besturen. Dit noem je een....
A
Monarchie
B
Dictatuur
C
Democratie
D
Alle antwoorden zijn onjuist
Slide 25 - Quizvraag
Bekijk de prent.
Welke zin over de prent is juist?
A
De tekenaar was een voorstander van de standenmaatschappij.
B
De tekening is getekend na de Franse Revolutie.
C
De tekening is getekend voor de Franse Revolutie.
D
Geen van de genoemde zinnen over de prent is juist.
Slide 26 - Quizvraag
Wat was Napoleon voordat hij koning van Frankrijk werd?