1.2 Waarom koop je dat?

1.2 Waarom koop je dat?
Ik kan voorbeelden geven van zaken die van invloed zijn op mijn koopgedrag.
Ik kan procenten uitrekenen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2,4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

1.2 Waarom koop je dat?
Ik kan voorbeelden geven van zaken die van invloed zijn op mijn koopgedrag.
Ik kan procenten uitrekenen

Slide 1 - Tekstslide

Stel je hebt een nieuwe trui gekocht. Helemaal jouw smaak!
Jouw moeder of vader heeft echter exact dezelfde trui gekocht. Wat doe je?
A
Niets, leuk dat ik dezelfde smaak heb.
B
Ik vraag mijn ouder de trui terug te brengen.
C
Ik breng onmiddellijk mijn trui terug.
D
Ik draag de trui wanneer hij/zij dat niet doet.

Slide 2 - Quizvraag

Hoe belangrijk vind jij het, wat je moeder of vader vindt van je schoenen?
A
Heel belangrijk
B
Beetje belangrijk
C
Niet zo heel belangrijk
D
Totaal niet belangrijk

Slide 3 - Quizvraag

Als jij nieuwe schoenen koopt, waar let jij dan het meest op bij het kopen?

Slide 4 - Open vraag

Heeft de prijs van een paar schoenen invloed op de keuze die jij maakt bij het kopen ervan?
A
Ja, daar hou ik heel veel rekening mee.
B
Ja, daar hou ik toch een beetje rekening mee.
C
Neen, daar hou ik niet zo veel rekening mee.
D
Neen, de prijs heeft totaal geen invloed.

Slide 5 - Quizvraag

Hoe belangrijk vind jij het, wat je beste vriend of vriendin vindt van je schoenen?
A
Heel belangrijk
B
Beetje belangrijk
C
Niet zo heel belangrijk
D
Totaal niet belangrijk

Slide 6 - Quizvraag

Heeft het merk van een paar schoenen invloed op de keuze die jij maakt bij het kopen ervan?
A
Ik wil maar één merk.
B
Ik wil heel graag een merk.
C
Een merk is leuk meegenomen.
D
Een merk is totaal onbelangrijk.

Slide 7 - Quizvraag

Wat vind jij het belangrijkst bij het kopen van een paar nieuwe schoenen?
A
De mening van mijn moeder en/of vader.
B
De prijs
C
De mening van mijn vrienden
D
Het merk

Slide 8 - Quizvraag

Wie/wat beïnvloedt
jouw keuzes nog?

Slide 9 - Woordweb

1.2 Waarom koop je dat?
Behoeften verschillen
  • Keuzes hangen af van leeftijd, geslacht, ...
  • Niet iedereen heeft evenveel te besteden (budget).

Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel heb jij wekelijks te besteden?
€ 0 - 10
€ 11 - 20
€ 21 - 30
€ 31 - 40
€ 41 - 50
meer dan € 50

Slide 11 - Poll

1.2 Waarom koop je dat?
Sociale beïnvloeding
Je omgeving heeft invloed op de aankopen die je doet:
  • vrienden
  • familie

Slide 12 - Tekstslide

Ik ben toch niet gek?
A
Action
B
Dekamarkt
C
Mediamarkt
D
BigBazar

Slide 13 - Quizvraag

I'm loving it!
A
McDonalds
B
M&M
C
Burger King
D
KFC

Slide 14 - Quizvraag

Wie is er niet groot mee geworden?
A
Nutella
B
Blue Band
C
Venz hagelslag
D
Calvé Pindakaas

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

1.2 Waarom koop je dat?
Commerciële beïnvloeding
Daarnaast hebben ook reclame en de prijs invloed op je aankopen:
  • Consumenten hebben liever bekende dan onbekende merken.
  • Reclame

Slide 18 - Tekstslide

Nieke wil nieuwe scoenen, want Elske had vandaag op school hele leuke Fila sneakers aan...
A
Reclame
B
Commerciële Beïnvloeding
C
Sociale Beïnvloeding
D
Doelgroep

Slide 19 - Quizvraag

Apple betaalt een TV programma om hun product te gebruiken tijdens een aflevering
A
Reclame
B
Commerciële Beïnvloeding
C
Sociale Beïnvloeding
D
Doelgroep

Slide 20 - Quizvraag

Waar zou Nike liever geen reclame willen maken?
A
Amsterdam Arena
B
Op TV tijdens het 7 uur journaal
C
YouTube
D
Op een poster bij de bushalte

Slide 21 - Quizvraag

1.2 Waarom koop je dat?
Rekenen met procenten

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

6. De juiste keuze
Consumentenorganisaties
Consumentenorganisaties komen op voor de belangen van de consument:
  • Geven van onafhankelijk advies (opletten met websites)
  • Verdedigen van rechten van de consument

Slide 24 - Tekstslide

6. De juiste keuze
Vergelijkend warenonderzoek
  • onafhankelijk onderzoek 
  • gelijksoortige producten van verschillende merken vergelijken

Slide 25 - Tekstslide

Een vergelijkend warenonderzoek maakt reclame voor een product.
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Een vergelijkend warenonderzoek is een onderzoek naar:
A
verschillende producten
B
dezelfde soort producten

Slide 27 - Quizvraag

merk A
merk B
merk C
merk D
prijs
€ 0,92
€ 1,25
€ 0,92
€ 1,49
inhoud
250 gr
215 gr
250 gr
225 gr
vetten
33 gr
29,1 gr
29 gr
32 gr
suikers
3,5 gr
2,9 gr
3,5 gr
2,7 gr
zout
1,4 gr
1,4 gr
1,4 gr
1,2 gr
energie
535 kcal
515 kcal
517 kcal
538 kcal

Slide 28 - Tekstslide

1.2 Waarom koop je dat?
Ik kan voorbeelden geven van zaken die van invloed zijn op mijn koopgedrag.
Ik kan procenten uitrekenen

Slide 29 - Tekstslide

1.2 Waarom koop je dat?
Ik kan voorbeelden geven van zaken die van invloed zijn op mijn koopgedrag.
Ik kan benoemen waar consumenten op letten bij het kopen van goederen en diensten.

Slide 30 - Tekstslide