§ 3 en 4 kringlopen en Piramides

Ecologie
§ 3 en 4 kringlopen en Piramides
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Ecologie
§ 3 en 4 kringlopen en Piramides

Slide 1 - Tekstslide

Kringlopen in de biologie
- Welke kringlopen zijn belangrijk bij biologie?

-Je leert iets over biologische piramides.

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn abiotische factoren?
A
De invloeden afkomstig van de levende natuur
B
De invloeden afkomstig van de levenloze natuur
C
Alle relaties tussen organismen en hun milieu
D
A en B

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een ecosysteem?
A
Alle abiotische factoren samen
B
Alle relaties tussen organismen en hun milieu
C
A en B
D
Een bepaald gebied, waarin de biotische en abiotische factoren een eenheid vormen

Slide 4 - Quizvraag

Een bepaald gebied, waarbinnen de biotische en abiotische factoren een eenheid vormen
A
Individu
B
Levensgemeenschap
C
populatie
D
ecosysteem

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een abiotische factor?
A
Lucht
B
Concurrentie
C
Voedsel
D
water

Slide 6 - Quizvraag

Wat bestuderen we in de ecologie?
A
In de ecologie bestuderen we alle relaties (betrekkingen) tussen organismen en hun milieu
B
In de ecologie bestuderen we een milieu
C
In de ecologie bestuderen we de invloeden die afkomstig zijn van de levende natuur
D
A en B zijn beide goed

Slide 7 - Quizvraag

Op de afbeelding zie je:
A
Individu
B
Levensgemeenschap
C
Populatie
D
Ecosysteem

Slide 8 - Quizvraag

Waterkringloop

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

stikstofkringloop

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Producenten
Autotroof
'Voeden zichzelf'

Alleen de producenten
Consumenten
Heterotroof
Voeden door een ander

Ook reducenten en afvaleters

Slide 13 - Tekstslide

Piramide van aantallen
Piramide van biomassa

Slide 14 - Tekstslide

Welke groep organismen is autotroof?
A
Producenten
B
Consumenten
C
Afvaleters
D
Reducenten

Slide 15 - Quizvraag

concumenten zijn...
A
heterotroof
B
autotroof

Slide 16 - Quizvraag

Zelfvoedend is?
A
Heterotroof
B
Autotroof

Slide 17 - Quizvraag

Consumenten zijn...
A
autotroof
B
Heterotroof

Slide 18 - Quizvraag

Welk van de organismen hiernaast is autotroof?
A
De radijs
B
Het konijn
C
De uil

Slide 19 - Quizvraag

Een producent is altijd een?
A
Plant
B
Schimmel of Bacterie
C
Autotroof organisme
D
Heterotroof organisme

Slide 20 - Quizvraag

de definitie voor autotroof is
A
anderen voedend
B
kan uit organische stoffen organische stoffen maken
C
zelf voedend

Slide 21 - Quizvraag

Wat staat er altijd onderaan de voedselpiramide? En wat bovenaan?
A
Onder: toppredator Boven: consument
B
Onder: producent Boven: toppredator
C
Onder: consument Boven: producent

Slide 22 - Quizvraag


Horen afvaleters bij producenten, consumenten of reducenten?
A
producenten
B
consumenten
C
reducenten

Slide 23 - Quizvraag

Wat zijn schimmels en bacteriën?
A
Producenten
B
consumenten
C
Reducenten
D
afvaleters

Slide 24 - Quizvraag

Huiswerk voor volgende les

Learnbeat 13.3 en 13.4

Slide 25 - Tekstslide