In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoe sta jij erin bij start les
A
B
C
D
Slide 2 - Quizvraag
Programma
Start:
Opwarmen
Andere aanpak les en verdieping / Mijn toekomst positie
Kern:
Ophalen kennis / mindmap
Opgaves maken
Evaluatie
Exit tickets
Slide 3 - Tekstslide
Testen wat je nu al weet
Welke kennis hebben jullie opgebouwd afgelopen maanden
Slide 4 - Tekstslide
Wet van Ohm / Elektriciteit / Magnetisme/ Passieve comp.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Bereken de weerstandswaarde van de onbekende weerstand. Deze is.......
A
1 Ohm
B
2 Ohm
C
3 Ohm
D
4 Ohm
Slide 8 - Quizvraag
Bepaal Rv. U=10V LED : Up=4V en Ip=20mA
timer
5:00
Slide 9 - Open vraag
Een weerstand van 100 Ω en een variabele weerstand zijn parallel aangesloten op een batterij van 9,0 V. Welke waarde moet je de variabele weerstand geven zodat de totale stroomsterkte 200 mA is?
A
45 Ω
B
0,012 Ω
C
82 Ω
D
Ik heb meet informatie nodig om dit te kunnen berekenen
Slide 10 - Quizvraag
In de afbeelding zijn drie weerstanden in serie geschakeld. Bereken de spanning over weerstand 3. Rond af op 1 decimaal en geef geen eenheid.
Slide 11 - Open vraag
Een constantaandraad van 4,0 m lengte heeft een weerstand van 2,0 Ω. Bereken de diameter van de draad in mm. Rond af op 2 decimalen en geef geen eenheid.
Slide 12 - Open vraag
Hiernaast staan 3 beschrijvingen van een magneet. Magneet ....... is het sterkst, want..........................................................
9
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Wat moet er op de puntjes staan: Een langere stroomdraad heeft een ... weerstand dan een kortere. Een dikke stroomdraad heeft een ... weerstand dan een dunnere.
A
grotere, grotere
B
grotere, kleinere
C
kleinere, grotere
D
kleinere, kleinere
Slide 15 - Quizvraag
Bij een proef trekt een positief geladen voorwerp A een tweede voorwerp B aan. Je kunt hieruit afleiden dat voorwerp B:
A
Positief geladen is
B
Negatief geladen is
C
Positief geladen of neutraal is
D
Negatief geladen of neutraal is
Slide 16 - Quizvraag
Drie weerstanden van 15 Ω, 20 Ω en 60 Ω zijn parallel geschakeld . Hoe groot wordt de vervangingsweerstand?