Plinius Pan. 52r 11- 53

Hou eens een vergelijking bij van Domitianus-Trajanus!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hou eens een vergelijking bij van Domitianus-Trajanus!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

r. 11 istae
r. 12 illae
r. 13 vultus
r. 12 innumerabiles

Slide 3 - Sleepvraag

r. 15-18
Nemo tam temperans gaudii seraeque laetitiae, 
quin instar ultionis videretur cernere
 laceros artus, truncata membra, postremo truces horrendasque imagines, 
obiectas excoctasque flammis, 
ut ex illo terrore et minis
 in usum hominum ac voluptates
 ignibus mutarentur. 

Slide 4 - Tekstslide

Nom
Gen
Dat
Acc
Abl
gaudii r. 15
artus r. 16
flammis r. 17
minis r. 18
usum r. 18
hominum r. 18

Slide 5 - Sleepvraag

r. 19- 21

 Simili reverentia, Caesar,
non apud Genium tuum
bonitati tuae gratias agi,
sed apud numen Iovis Optimi Maximi
pateris:

illi debere nos, 
quidquid tibi debeamus,
illius, quod bene facias, muneris esse,

qui te dedit. 


met gelijke eerbied, Caesar,
[staat u] niet [toe] [dat er] bij uw Genius
voor uw goedheid dank wordt betuigd
maar bij de goddelijke macht van J. O. M.
staat u toe
[ u meent dat wij aan hem... ] 
aan hem hebben wij te danken, 
alles dat wij aan u te danken hebben
van hem, alles dat u goed doet, een geschenk is
dat hij u heeft gegeven.

Slide 6 - Tekstslide

19 Ante quidem ingentes hostiarum greges 

per Capitolinum iter,

magna sui parte velut intercepti,

devertere via cogebantur,

23 cum saevissimi domini atrocissima effigies

tanto victimarum cruore coleretur,

quantum ipse humani sanguinis profundebat. 
Vroeger echter werden enorme kuddes (van) offerdieren 
over de weg naar het Capitool 

voor een groot deel ervan als het ware onderschept/tegengehouden
gedwongen de weg te verlaten, 

omdat het zeer gruwelijke beeld van de zeer wrede meester
 door zoveel bloed van offerdieren werd vereerd, 
als hij zelf aan menselijk bloed vergoot. 

Slide 7 - Tekstslide

Panegyricus 53 r. 1- 6

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

r. 5-7: met welk tekstelement prijst Plinius op een indirecte manier zichzelf?

Slide 10 - Open vraag

Panegyricus 53 r. 6 tm11

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

r. 6-7: wat voor functie hebben de conjunctivi 'amarit' en 'oderit'?
A
prohibitivus
B
algemene, wijze uitspraak
C
afhankelijke bijzin
D
adhortativus

Slide 13 - Quizvraag

r. 9-10: 'permitteret' en 'interpretaretur' zijn beide een conj. potentialis. Wat wil Plinius hiermee uitdrukken? Het lijkt hem...
A
heel goed mogelijk dat D. kritiek op N. zou hebben toegestaan
B
onmogelijk dat D. kritiek op N. zou hebben toegestaan
C
twijfelachtig of D. kritiek op N. zou hebben toegestaan
D
niet waarschijnlijk dat D. kritiek op N. zou hebben toegestaan

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

r. 12-16: welke 2 zaken vergelijkt Plinius (samengevat) met elkaar? Antwoord in het Nederlands.

Slide 16 - Open vraag

r. 17-18: welke 2 woorden vormen een antithese?
A
laetemur & ingemiscamus
B
laetemur & patiebamur
C
fruimur & patiebamur
D
laetmur & fruimur

Slide 17 - Quizvraag

r. 17-18: waarnaar wordt verwezen met "his", en waarnaar met "illis"?
A
his = huidige keizers, illis = vorige keizers
B
his = vorige keizers, illis = huidige keizers
C
his = huidige fijne dingen, illis = vorige slechte dingen
D
his = vorige slechte dingen, illis = huidige fijne dingen

Slide 18 - Quizvraag

r. 18: naar welk Latijns tekstelement verwijst 'utrumque'?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

r. 18-19: van welk stijlfiguur is sprake bij de herhaling van 'hoc'?

Slide 21 - Woordweb

r. 18-22: welk Latijns woord staat in contrast met r. 18-19, "Hoc secreta... actiones agant"?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide