SV - Zakelijke brief: algemeen en klachtenbrief

Goedemorgen vierdeklassers!
Vandaag: 
Loting: boek 4 of boek 5
Uitleg zakelijke brief (deel 1)
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen vierdeklassers!
Vandaag: 
Loting: boek 4 of boek 5
Uitleg zakelijke brief (deel 1)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Lesdoelen 
1. Je kent de conventies voor het schrijven van een brief.
2. Je weet wat er in een klachtenbrief, sollicitatiebrief en motivatiebrief moet staan. 
3. Je kunt een gerichte, duidelijke,
aantrekkelijke zakelijke brief schrijven. 

Slide 3 - Tekstslide

Briefconventies: vaste indeling
1. Afzender (schrijver)
2. Geadresseerde (ontvanger)
3. Plaats, datum (uitgeschreven)
4. Betreft (onderwerp)
5. Aanhef (Geachte...)
6. Inhoud (inleiding-middenstuk-slot)
7. Slotgroet (Met vriendelijke groet,)
8. Ondertekening (handtekening + naam)
(9. Bijlagen) 

Slide 4 - Tekstslide

Verdeling over de pagina
- Plaats tussen de verschillende onderdelen en alinea's steeds witregels
- Probeer je brief op één kantje te zetten 
- Langer dan één A4'tje? Hele laatste alinea op pagina 2!

Slide 5 - Tekstslide

Soorten zakelijke brieven 
1. Informerend, verzoekend
2. Klachtenbrief (SE-stof)
3. Motivatiebrief (SE-stof)
4. Sollicitatiebrief (SE-stof)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Verschillen mail en brief
1. In een e-mail schrijf je de gegevens van de geadresseerde niet op.
2. De ‘betreft-regel’ wordt vervangen door de ‘onderwerpsregel’.
3. Als je bijlagen meestuurt, plaats je boven de e-mail een regel waarin je vermeldt wat voor documenten je hebt bijgevoegd.

Slide 8 - Tekstslide

Welke onderdelen zitten in een klachtenbrief?

Slide 9 - Woordweb

Klachtenbrief
Doel: overtuigen
Toon: blijf beleefd; voorkom harde beschuldigingen; confronteer de lezer niet te veel met zijn fout; plaats de oplossing centraal; gebruik weinig negatieve woorden; ga niet schelden; gepaste verontwaardiging heeft in de meeste gevallen meer effect.

Slide 10 - Tekstslide

Klachtenbrief
Inhoud:
- alinea 1: aanleiding voor de klacht; beschrijving van de klacht 
- alinea 2: oorzaak van de klacht; wat er aan vooraf is gegaan 
- alinea 3: gewenste maatregelen; gewenste (reactie)termijn  
- bijlagen: kopieën van aankoopbonnen, vorig contact etc. 

Heb je meerdere klachten? Kies een logische indeling! 

Slide 11 - Tekstslide

Wie is de geadresseerde?
A
Degene aan wie je de brief schrijft.
B
Degene die de brief schrijft.

Slide 12 - Quizvraag

Kies de juiste schrijfwijze voor de plaats en de datum in een zakelijke brief.
A
's-Hertogenbosch 18 januari 2022
B
's-Hertogenbosch, 18 Januari 2022
C
's-Hertogenbosch, 18 januari 2022
D
's-Hertogenbosch 18 -01-2022

Slide 13 - Quizvraag

Kies de juiste aanhef als je de geadresseerde niet kent
A
Geachte heer mevrouw,
B
Geachte heer of mevrouw,
C
Geachte heer, mevrouw,
D
Geachte heer/mevrouw,

Slide 14 - Quizvraag

Kies de juiste aanhef als je de geadresseerde wel kent
A
Geachte heer Van Pommelen,
B
Geachte Jos van Pommelen,
C
Geachte meneer Van Pommelen,
D
Geachte heer J. Van Pommelen,

Slide 15 - Quizvraag

De eerste zin van de brief begin met een hoofdletter.
A
Niet waar. De aanhef eindigt met een komma en daarna krijg je nooit een hoofdletter.
B
Waar. De eerste zin begint toch met een hoofdletter.

Slide 16 - Quizvraag

Kies de juiste schrijfwijze voor de slotformule
A
Met Vriendelijke Groet,
B
Met vriendelijke groet,
C
Met vriendelijke groet
D
Met vriendelijke groeten,

Slide 17 - Quizvraag

Onder de slotformule volgen je eigen voor- en achternaam, adres, postcode en woonplaats
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Kies het juiste adresdeel
A
3114BC Amsterdam
B
3114 BC Amsterdam
C
3114BC AMSTERDAM
D
3114 bc Amsterdam

Slide 19 - Quizvraag

De bijlagen die je met de brief meestuurt, moet je onder aan de brief vermelden.
A
Waar
B
Niet waar
C
Alleen als je meer dan één bijlage hebt

Slide 20 - Quizvraag

Maken: opdracht 2 blz. 113
Vraag 1t/m6: individueel 
Vraag 7 (herschrijven): in tweetallen 

timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Niet doen!
- Te veel tekst (probeer je te beperken tot ongeveer 1 A4'tje)
- Informeel taalgebruik (je/jij/jullie/jouw)
- Afkortingen (t.a.v. is de enige uitzondering!)
- Opleidingen vermelden die er niet toe doen (bijv. basisschool)
- Negatieve meningen geven over vorige werkgevers
- De tekst in de vacature letterlijk herhalen
- De brief beginnen met 'Ik' (want dat is onbeleefd)

Slide 22 - Tekstslide