Noël

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je van
kerst en Frankrijk?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is kerst in het Frans?
A
Chanson
B
Noël
C
Noel
D
Hiver

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent
JOYEUX NOËL
A
Gelukkig nieuwjaar
B
Ik heet Noël
C
Gelukkig kerstfeest
D
Fijne Pasen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke dagen is het Noël in Frankrijk?
A
le vingt-quatre et le vingt-cinq décembre 24 - 25/12
B
le vingt-cinq et le vingt-six décembre 25-26/12
C
le vingt-cinq décembre 25/12
D
le vingt-six décembre 26/12

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je kerstavond in Frankrijk?
A
Le soir de Noël
B
Noël soir
C
La soirée Noël
D
Le réveillon de Noël

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie is 'le père Noël'?
A
de papa die Noël heet
B
de pastoor
C
het kindje Jezus
D
de kerstman

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Le père Noël distribue
des cadeaux aux enfants...
De kerstman verspreidt kadootjes onder de kinderen die zijn...
A
sérieux
B
sages
C
sympathiques
D
souriants

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kinderen in Frankrijk zetten hun schoenen onder de kersboom. In de nacht van 24 tot 25 december vult de kerstman de schoenen met cadeautjes.
A
vrai
B
faux

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het Franse woord voor 'kerstboom'?
A
baum de noël
B
sapin de noël
C
arbre de noël
D
tree de noël

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

C'est quoi?
Wat is dit?
A
boules de noël
B
balles de noël
C
belles de noël
D
bolles de noël

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het Franse woord voor 'kerststal'?
A
étable de Noël
B
stalle de Noël
C
maison de Noël
D
crèche de Noël

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

le jour de Noël: wat is
een traditioneel hoofdgerecht?
A
gourmet
B
gevulde kalkoen
C
zuurkool met worst
D
rosbief

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat eten de Fransen bij 'la dinde de Noël'?
A
B
C
D

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In Frankrijk eet men met kerst een 'bûche de Noël' als dessert. Wat is dat?
A
B
C
D

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het meest bekende toetje bij het Franse kerstdiner heet 'bûche de Noël'. Wat zou het kunnen betekenen als je naar het gerecht kijkt?
A
kerstboomstam
B
kerstbaksteen
C
kerstbrug
D
kerstkano

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de Provence eet men 13 toetjes bij het kerstdiner.
A
vrai
B
faux

Slide 20 - Quizvraag

Vrai: Deze staan voor Jezus en zijn 12 apostelen. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het nummer 'Jingle Bells' in
het Frans?
A
Vive Noël
B
Vive le vent
C
Vive le père Noël
D
Vive la fête

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gelukkig nieuwjaar =
A
Bonne année
B
un bon Noël
C
Cher Noël
D
Joyeux Noël

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

6 januari is een feestdag in Frankrijk. Het is "la fête de l'épiphanie.
Wat vieren de Fransen?
A
De terugkomst van Sinterklaas in Spanje
B
De aankomst van de 3 koningen
C
De terugkomst van Papa Noël op de Noord-Pool
D
Het opnieuw beginnen van de scholen

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat eten Fransen op 6 januari voor "la fête de l'Épiphanie"?
A
la galette des reines
B
le gâteau des reines
C
la galette des rois
D
le gâteau des rois

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de galette des rois is iets verstopt:
A
een klein papiertje met een boodschap
B
geldmunten
C
een boon
D
niets

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat heb je geleerd?
wat vind je het meest opvallend?

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies