Powercollege 2_Soorten klimaten

Leerdoelen
Je weet welke 5 hoofdsoorten klimaten er zijn.



1 / 8
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 8 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
Je weet welke 5 hoofdsoorten klimaten er zijn.



Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Klimaten op aarde

Slide 3 - Tekstslide

A=tropisch klimaat
Kenmerken
Het A-klimaat heeft als belangrijkste kenmerk dat het warm is. De gemiddelde temperatuur is in de koudste maand hoger dan 18 'C.
Het hele jaar door valt regen.
grafiek

Slide 4 - Tekstslide

B=droog klimaat
Kenmerken
Het B-klimaat is heet en droog. In een woestijn valt minder dan 200 mm neerslag. In een steppeklimaat is dat tussen de 200 en 500 mm per jaar. De verdamping is hoog.
grafiek

Slide 5 - Tekstslide

C=zeeklimaat
Kenmerken
Het C-klimaat is het gematigde zeeklimaat. De gemiddelde temperatuur in de warmste maand is meer dan 10 'C. In de koudste maand de temperatuur gemiddeld boven -3 'C en onder 18 'C.
Het hele jaar door valt er neerslag.
grafiek

Slide 6 - Tekstslide

D=landklimaat
Kenmerken
Het D-klimaat is het landklimaat. De invloed van de zee is er niet, waardoor de verschillen tussen warme en koude perioden groter zijn.
De gemiddelde temperatuur in de koudste maand ligt onder -3 'C en in de warmste maand boven 10 'C.
grafiek

Slide 7 - Tekstslide

E=poolklimaat
Kenmerken
Het E-klimaat is het koudste klimaat. In de warmste maand wordt het nooit warmer dan 10 'C.
Het poolklimaat vind je niet alleen bij de polen, maar ook hoog in de bergen.
grafiek

Slide 8 - Tekstslide