2.5 Oorzaak - gevolg

H2 Grieken en Romeinen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H2 Grieken en Romeinen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhalen
  •  Uitleg: oorzaak-gevolg
  • Aan de slag!
  • Nabespreken

Slide 2 - Tekstslide

De Romeinen hadden ....god(en)
A
Meerdere
B
één

Slide 3 - Quizvraag

De Romeinen offerden in tempels.
Wat was de reden dat de Romeinen offerden?
A
Het was een manier van slachten.
B
Het was normaal cadeaus aan anderen te geven.
C
Ze hoopten dat de goden de mensen zouden helpen.
D
Zo lieten ze zien dat ze tolerant waren.

Slide 4 - Quizvraag

Geloven in één God
Geloven in meerdere Goden
Islam
Jodendom
Christendom
Romeinse Goden
Hindoeïsme
Boeddhisme

Slide 5 - Sleepvraag

Wat hadden de Hunnen en de Grote Volksverhuizing met elkaar te maken?
Kies het juiste antwoord.
A
De Hunnen hadden geen vaste woonplaatsen. Overal waar ze kwamen, werden de volken die daar woonden bang en vluchtten. Omdat veel volken op de vlucht waren, wordt dit de Grote Volksverhuizing genoemd.
B
De Hunnen hadden geen vaste woonplaatsen en moesten dus steeds verhuizen. De Hunnen waren een volk, en als een volk steeds verhuist, is er dus een volksverhuizing.
C
Niets. Veel volken verhuisden, maar de Hunnen niet.
D
Niets. De Hunnen waren al eeuwen dood toen de Grote Volksverhuizing begon.

Slide 6 - Quizvraag

Op dit schilderij zie je hoe Rome wordt geplunderd. Sommige mannen klimmen zelfs op de tempeldaken om er het goud af te schrapen!
De man op het zwarte paard is de leider van de plunderaars.

Past de volgende zin bij de man op het paard?
Hij is een Vandaal.

A
Wel
B
Niet

Slide 7 - Quizvraag

Op dit schilderij zie je hoe Rome wordt geplunderd. Sommige mannen klimmen zelfs op de tempeldaken om er het goud af te schrapen!
De man op het zwarte paard is de leider van de plunderaars.

Past de volgende zin bij de man op het paard?
Hij heet Attila.

A
Wel
B
Niet

Slide 8 - Quizvraag

Op dit schilderij zie je hoe Rome wordt geplunderd. Sommige mannen klimmen zelfs op de tempeldaken om er het goud af te schrapen!
De man op het zwarte paard is de leider van de plunderaars.

Past de volgende zin bij de man op het paard?
Volgens de Romeinen is hij een barbaar
A
Wel
B
Niet

Slide 9 - Quizvraag

Wat hebben de jaartallen 395 en 476 te maken met het Romeinse Rijk?
Kies het juiste antwoord.


A
In 395 werd het christendom staatsgodsdienst. In 476 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst.
B
In 395 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst. In 476 was het einde van het West-Romeinse Rijk
C
In 395 ging de laatste West-Romeinse keizer dood. In 476 was het einde van het Oost-Romeinse Rijk.
D
In 395 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst. In 476 veroverden de Hunnen het West-Romeinse Rijk.

Slide 10 - Quizvraag

Een klein clubje rijke mensen zijn de baas
A
Monarchie
B
Aristocratie
C
Republiek
D
Democratie

Slide 11 - Quizvraag

Mensen mogen meepraten over het bestuur
A
Monarchie
B
Aristocratie
C
Republiek
D
Democratie

Slide 12 - Quizvraag

Oorzaak
Gevolg

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

OORZAAK - GEVOLG

Slide 17 - Tekstslide

Verzin zelf een voorbeeld van oorzaak en gevolg

Slide 18 - Open vraag

Noem een oorzaak-gevolg uit het hoofdstuk over Grieken en Romeinen

Slide 19 - Open vraag

Aan de slag!
  • (Gezamenlijk) Lees 2.5 oorzaak en gevolg. Opdracht 2a 
  • Maak bij 2.5 opgave 1, 2, 3 en 4
  • Klaar? Leer voor de toets: zorg dat de paragraven 2.2, 2.3 en 2.4 af en ingeleverd zijn.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide