1.2 Pearson section 2: Listening and Speaking

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Korte uitleg Pearson examen en de skills die getoetst worden.
Aangeven dat we vandaag gaan inzoomen op section 1 en dan met name op het grammar gedeelte.
Our goal today
- Starter: recapp Pearson section 1.

- Main course :Pearson section 2: speaking

- Dessert: Spot the differences




Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

First exam
Your second exam Pearson A2
 will take place on:








Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check section 1

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pearson
section 2

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Section 2: listening and speaking.
Pearson exam A2

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pearson exam A2

Slide 9 - Tekstslide

Klik op het pijltje om het audiofragment af te spelen.
Bij spreekvragen telt een timer de tijd af. Als er ‘RECORD’ staat, spreek dan duidelijk in de microfoon om je antwoord te geven. Het is belangrijk om tijdens de test op natuurlijke wijze te spreken.

Pearson exam A2

Slide 10 - Tekstslide

TIPS:
Het is belangrijk om tijdens de test op natuurlijke wijze te spreken.
Spreek op een normale snelheid, zoals u tijdens een gesprek zou doen.
Spreek alsof u met iemand aan de telefoon praat. Het is niet nodig om te voorzichtig of te langzaam te spreken.
Spreek op een normaal volume, niet te luid en niet te zacht

Pearson exam A2

Slide 11 - Tekstslide

SPREKEN
Deze vraag test de nauwkeurige uitspraak en hoe vloeiend de student spreekt. 
Pearson exam A2

Slide 12 - Tekstslide

Sheila eats a banana every morning.

LUISTEREN
Met deze vraag wordt het luisterbegrip getest op woord- en zinsniveau. Het test uitspraak en vloeiendheid. Het test of de gehoorde woorden worden begrepen en nauwkeurig worden herhaald.

Pearson exam A2

Slide 13 - Tekstslide

party
uncle
family
time
Monday

LEZEN en LUISTEREN
Met deze vraag wordt het lees- en luisterbegrip getest. Het test het vermogen om individuele woorden in een tekst te herkennen.

Now "take your car for a spin"


When I was in London I did not drive a van but rented a motorbike. I usually drive very carefully but now I almost caused an accident when I ignored the red traffic light. I almost got run over by a bus. I switched lanes on purpose so I could go to the M5 motorway.
Listen to the audio fragment and write down the 
7 words in this text that are different from what you hear.
When I was in London I did not drive a van but rented a motorbike. I usually drive very carefully but now I almost caused an accident when I ignored the red traffic light. I almost got run over by a bus. I switched lanes on purpose because I had to go to the M5 motorway.
Listen to the audio fragment.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Now "take your car for a spin"
In red you see the different words.

"When I was in London I did not drive a van but rented a motorbike. I usually drive very carefully but now I almost caused an accident when I ignored the red traffic light. I almost got run over by a bus I switched lanes on purpose so I could go to the M5 motorway.
"When I was in London I did not drive a van (car) but rented a motorbike. I usually drive (cycle) very carefully (casually) but now I almost caused an accident when I ignored the red traffic light (sign). I almost got run over by a bus (lorry). I switched lanes on purpose because I had (wanted) to go to the M5 motorway (highway)."
In red you see the 7 words in the original text.
In blue you see the 7 words that you heard.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pearson exam A2

Slide 16 - Tekstslide

I bought a new computer yesterday.

LUISTEREN en GRAMMATICA
Met deze vraag wordt het luisterbegrip getest op woord- en zinsniveau. Het test het vermogen om nauwkeurig te schrijven en de zinsstructuur, woordvolgorde en verbindingsstukken te begrijpen.

Listen and type what you hear.
You will hear the sentence only once.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Listen and type what you hear.
You will hear the sentence only once.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Listen and type what you hear.
You will hear the sentence only once.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Pearson exam A2
timer
0:25

Slide 20 - Tekstslide

SPREKEN en GRAMMATICA
Deze vraag test het vermogen van de student om op een uitgebreide manier te spreken, waarbij concepten en ideeën met elkaar worden verbonden. Het test de
 nauwkeurigheid van de spraak, inclusief nauwkeurige grammatica, uitspraak en klemtoon, evenals de vloeiendheid van de spraak.
 Het gaat om het gebruik van passende woorden om de foto of afbeelding te beschrijven.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Which words are adjectives?
 They live in a very beautiful house.
Lisa is always wearing a green sleeveless shirt!
    She wore an extremely expensive dress yesterday.
    Ben is usually a sweet and happy baby.
    Linda’s pretty long hair is gorgeous.
This extremely strong glass is unbreakable.
    I met a sad homeless person in busy NY last week.

Slide 22 - Tekstslide

Kunnen de studenten de bijvoegelijke nw herkennen?
Which words are adjectives?
 They live in a very beautiful house.
Lisa is always wearing a green sleeveless shirt!
    She wore an extremely expensive dress yesterday.
    Ben is usually a sweet and happy baby.
    Linda’s pretty long hair is gorgeous.
This extremely strong glass is unbreakable.
    I met a sad homeless person in busy NY last week.

Slide 23 - Tekstslide

Kunnen de studenten de bijvoegelijke nw herkennen?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Which words are adverbs?
 They live in a very beautiful house.
Lisa is always wearing a green sleeveless shirt!
    She wore an extremely expensive dress yesterday.
    Ben is usually a sweet and happy baby.
    Linda’s pretty long hair is gorgeous.
This extremely strong glass is unbreakable.
    I met a sad homeless person in busy NY last week.

Slide 25 - Tekstslide

Kunnen de studenten de bijvoegelijke nw herkennen?
Which words are adverbs?
 They live in a very beautiful house.
Lisa is always wearing a green sleeveless shirt!
    She wore an extremely expensive dress yesterday.
    Ben is usually a sweet and happy baby.
    Linda’s pretty long hair is gorgeous.
This extremely strong glass is unbreakable.
    I met a sad homeless person in busy NY last week.

Slide 26 - Tekstslide

Kunnen de studenten de bijvoegelijke nw herkennen?
Adjectives (bijvoeglijk naamw)
Adjectives make a sentence more interesting by giving detail.



Try to add as many adjectives and adverbs as possible to this sentence.
  • The boy is holding a book.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
3:00

Slide 28 - Tekstslide

Write down 10 sentences using:

wie - doet - wat - waar - wanneer (word order)

+ 1 adjective per sentence.
Key language and ideas for describing a picture
Say what you can see:
The picture shows...........      I can see..........      There's a..................
There are some.......... but you can't see........ She's got........... He has.............
Describe where things are in the picture:
At the front        in the background        on the left         on the right      in the middle
behind     in front of             next to
Use the present continuous
He's wearing          She's running         They are laughing
Talk about the people:
tall        long/short hair         young      old   
When you don't know the word for something
It's kind of........   It looks like a.......
Make guesses
He looks like......He seems to be........I guess he's probably.............He might be........

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What do you see?

At the front?
In the background?
Behind?
Next to?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What are they doing?
The picture shows some people who ..............(travel) by bus.
There are two people at the front of the picture. They..........(talk).
One woman...........(show) the other one something on her phone.
In the middle, there is a man......(hold) a bottle of water.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Make guesses
  1. I think they're...........father and son.
  2. They...........be watching TV.
  3. They're eating something from a box. It.................like pizza.
  4. They...........quite relaxed.
  5. I.............they're probably having a relaxing evening at home.
guess  looks   might.....probably........seem

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Speaking
Describing a picture.

You will see a picture.

You have 25 seconds to prepare.
Describe the picture in 25 seconds.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Speaking
Describing a picture.



You have 25 seconds to prepare.
Describe the picture in 25 seconds.
timer
0:25

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Speaking
Describing a picture.



You have 25 seconds to prepare.
Describe the picture in 25 seconds.
timer
0:25

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Speaking
Describing a picture.



You have 25 seconds to prepare.
Describe the picture in 25 seconds.
timer
0:25

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Speaking
Describing a picture.



You have 25 seconds to prepare.
Describe the picture in 25 seconds.
timer
0:25

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Spot the differences

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A man in a boat.
Spot the 10 differences (without using your hands).
Speak English, please.
Use: top left - top right - bottom left - bottom right.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies