Thema 6 B5 Aangepast gedrag

Thema 6 Waarneming en gedrag

B5
Aangepast gedrag
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 14 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 6 Waarneming en gedrag

B5
Aangepast gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen en begrippen B5
  • Je kunt leerprocessen herkennen en beschrijven
  • Je kunt de functie van leren uitleggen

Begrippen: leerprocessen, inprenting, gevoelige periode, gewenning, conditionering, proefondervindelijk leren ('trial and error'), geconditioneerde reflex, Skinner-box, imitatie, inzicht

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Aangeboren en aangeleerd

Aangeboren gedrag wordt via genen van ouders op kind doorgegeven. Dit gedrag levert een grotere overlevingskans voor dit individu op bij interne en externe prikkels. Het nadeel van erfelijk gedrag is dat het star is en in onverwachte situatie niet altijd effectief.

Door leerprocessen wordt dit aangeboren gedrag aangepast aan veranderende omstandigheden en dit gedrag is duurzaam 

Slide 5 - Tekstslide

Maak opdracht 39

Slide 6 - Tekstslide

Inprenting en gewenning
  • Inprenting: leren van een vaardigheid gebeurt alleen in een bepaalde, gevoelige periode.

  • Gewenning: het afleren van reacties op bepaalde, ongevaarlijke gebeurtenissen in de omgeving.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Maak opdracht 40 t/m 42

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

0

Slide 18 - Video

Dopamine
Dopamine geeft een geluksgevoel. Bij dieren en bij mensen kan door beloning het meest uiteenlopende gedrag worden aangeleerd. Maar andersom geldt ook dat de frequentie van het aangeleerde gedrag afneemt als de beloning uitblijft.
Mensen kunnen echter er voor kiezen om hun gedrag niet te laten beïnvloeden door een aangeboden beloning.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Maak opdracht 43 t/m 46

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Maak opdracht 47 t/m 49
Klaar? 
Lees ook de context 'Campuskrakers' door 
en maak opdracht 50

Slide 26 - Tekstslide

Controleer je leerdoelen!

  • Ken je de begrippen? Oefen de Flitskaarten 

  • Check de leerdoelen met Test Jezelf


Slide 27 - Tekstslide

Alles nog even op een rijtje...

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link


Wat is ethologie?

A
Het bestuderen van gedrag
B
Het beïnvloeden van gedrag
C
Het gedrag van dieren veranderen
D
Het gedrag van mensen veranderen

Slide 30 - Quizvraag

Wat is gedrag?
A
Alles wat een mens of dier doet
B
lopen, iets pakken, lachen
C
spieren die werken
D
planten die water opnemen

Slide 31 - Quizvraag

Een prikkel die leidt tot een reactie heet:
A
Gedrag
B
Handeling
C
Prikkel
D
Signaal

Slide 32 - Quizvraag

In je bed lezen, is gedrag
A
Goed
B
Fout

Slide 33 - Quizvraag

Maxime en Zolikha kiezen één bepaalde chinchilla uit en noteren vijf minuten lang, elke vijf seconden, welk gedrag dit dier vertoont. Hun resultaten staan in tabel 2.

Hoe wordt tabel 2 genoemd?
A
ethogram
B
practicum
C
protocol

Slide 34 - Quizvraag

Gedrag bij mensen kan

1. zijn aangeleerd
2. worden bepaald door erfelijke factoren
A
1 . Waar 2. Niet waar
B
1 . Niet waar 2. Waar
C
Beide niet waar
D
Beide waar

Slide 35 - Quizvraag

Wat is inprenting
A
leren door straffen en belonen
B
leren in een gevoelige periode
C
leren van soortgenoten
D
leren door trial and error

Slide 36 - Quizvraag

door gewenning (meerdere antwoorden mogelijk)
A
ga je minder reageren op prikkels
B
leer je door fouten te maken
C
leer je in een gevoelige periode
D
schrik je niet meer van je docent

Slide 37 - Quizvraag

proefondervindelijk leren heet ook wel
A
gewenning
B
imitatie
C
trial and error

Slide 38 - Quizvraag

conditioneren kent de volgende twee vormen
A
klassiek
B
imitatie
C
gewenning
D
operant

Slide 39 - Quizvraag

Spreeuwenjongen die pas uit het ei gekomen zijn, hebben hun ogen nog dicht. Wanneer een ouder op het nest landt, sperren ze onmiddellijk hun bek open.

Wat is de uitwendige prikkel voor dit gedrag van de spreeuwenjongen?
A
honger
B
het bewegen van het nest
C
het ruiken van de worm
D
het zien van de ouder

Slide 40 - Quizvraag

Inprenting
gewenning
proefondervinderlijk leren
inzicht
imitatie
conditioneren
leren in een gevoelige periode
oplossingen combineren
nadoen
trial and error
niet meer reageren
gedrag verandering

Slide 41 - Sleepvraag

Nog een paar leuke filmpjes voor de liefhebbers...

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Slide 44 - Video

Slide 45 - Video

Slide 46 - Video