§3.1 sociale ongelijkheid 2

1 / 27
volgende
Slide 1: Video
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van deze les weet je:
Na deze les ken je de volgende begrippen
  • sociale ongelijkheid 
  • sociale stratificatie
  • sociale mobiliteit
  • gesloten- vs open samenleving
  • positieverwerving 
  • positietoewijzing
  • maatschappelijke positie
  • sociale uitsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet welk beroep ik later wil gaan uitoefenen
A
ja
B
nee
C
mijn ouders hebben al wel een idee

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vind jij dat Najjib Amhali grappen mag maken over Turken? Leg uit waarom wel/ niet.

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In Nederland zijn grote verschillen op gebied van "bezit"

  • Schaarse zaken: "Zaken die niet onbeperkt leverbaar zijn, maar waar wel behoefte aan is."
  • Kennis, inkomen en vermogen kunnen ook schaars zijn


Sociale ongelijkheid in Nederland

Slide 5 - Tekstslide

Klik op de kaart om hem te vergroten

Deze kaart laat het verschil ten opzichte van het gemiddelde inkomen in Nederland zien
Noem een voorbeeld hoe "kennis" schaars kan zijn en wat dit tot gevolg kan hebben.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In Nederland zijn er grote verschillen op het gebied van ΅Macht"

  • fysieke macht
  • politieke macht
  • formele macht
  • informele macht


Sociale ongelijkheid in Nederland

Slide 7 - Tekstslide

Klik op de kaart om hem te vergroten
In Nederland zijn er grote verschillen op het gebied van "Status."

Op basis van: 
  • expertise: bijvoorbeeld hoogleraar
  • eigenschappen: bijvoorbeeld leeftijd
  • inkomen
  • combinaties
Sociale ongelijkheid in Nederland

Slide 8 - Tekstslide

Klik op de kaart om hem te vergroten
  • maatschappelijke positie: de plek ten opzichte van anderen
  • sociale stratificatie: mensen met een vergelijkbare plek indelen in "lagen"
  • maatschappelijke ladder: zie afbeelding
  • sociale mobiliteit: stijgen of dalen op de maatschappelijke ladder
Sociale ongelijkheid in Nederland

Slide 9 - Tekstslide

Klik op de afbeelding om hem te vergroten
  • gesloten samenleving: weinig mogelijkheden tot sociale mobiliteit
  • open samenleving: veel mogelijkheden tot sociale mobiliteit
  • positie toewijzing: maatschappelijke oorzaken bepalen de maatschappelijke positie van een groep of individu
  • positie verwerving: groepen of individuen verkrijgen een maatschappelijke positie door een eigen bijdrage
  • de rol van socialisatie: invloed gezin, leeftijdsgenoten, school



 Werk is een belangrijk onderdeel van je maatschappelijke positie
Sociale ongelijkheid in Nederland

Slide 10 - Tekstslide

Klik op de afbeelding om hem te vergroten

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verhoudingsvraagstuk
Hoofdstuk 13.3- Seneca HAVO
Gevolgen sociale ongelijkheid microniveau

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van deze les weet je:
Lesdoelen
Na deze les kun uitleggen op welke manier er in Nederland sprake is van sociale ongelijkheid en weet je welke actoren daar invloed op uitoefenen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van deze les weet je:
Na deze les ken je de volgende begrippen
  • sociale ongelijkheid 
  • cultureel kapitaal
  • referentiekader
  • eliteculuur vs massacultuur
  • politieke participatie
  • electorale participatie
  • niet-electorale participatie

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In het onderwijs:
  • cultureel kapitaal: de kennis, houdingen en opvattingen en smaak die horen bij hogere sociale posities
  • beoordeling op school: hoger opgeleide ouders communiceren doorgaans anders dan lager opgeleide ouders
  • referentiekader: ouders die zelf een opleiding hebben afgemaakt verwachten dit ook van hun kinderen.
  Gevolgen sociale ongelijkheid op microniveau

Slide 16 - Tekstslide

Klik op de kaart om hem te vergroten

Deze kaart laat het verschil ten opzichte van het gemiddelde inkomen in Nederland zien

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Cultuur en vrije tijd
  • opleidingsniveau bepaalt vrijetijdsbesteding
  • eitecultuur ("high culture") 
  • massacultuur ("popular culture")
  • dit verschil ontstaat vaak tjdens het volwassen(-er) worden
  • "cultureel kapitaal" speelt hierin een grote rol
  Gevolgen sociale ongelijkheid op microniveau

Slide 18 - Tekstslide

Klik op de kaart om hem te vergroten
Elitecultuur
massacultuur
beide?

Slide 19 - Sleepvraag

Klik op het te slepen component om het te vergroten.
Politiek
  • officieel: geen sociale ongelijkheid, want "Iedereen is voor de wet gelijk..."
  • toch zijn er verschillen in "politieke participatie:" het meedoen aan "de politiek
  • Electorale participatie: activiteiten die te maken hebben met stemmen.
  • Niet-electorale participatie: meer dan alleen stemmen...
 Gevolgen sociale ongelijkheid op microniveau

Slide 20 - Tekstslide

Klik op de kaart om hem te vergroten
Electorale participatie
  • het stemmen zelf
  • actief tijdens de verkiezingen, bijvoorbeeld ophangen posters
  • lid zijn politieke partij

Niet-electorale participatie
  • beïnvloeden politiek
  • demonsteren
  • media inschakelen om politiek invloed uit te oefenen
 Gevolgen sociale ongelijkheid op microniveau

Slide 21 - Tekstslide

Klik op de kaart om hem te vergroten

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verhoudingsvraagstuk  ➡  politieke participatie
  • hoger opgeleide mensen participeren doorgaans meer
  • hogere inkomens participeren doorgaans meer
  • gevolg: meer macht en machtsbronnen om doelen te halen
  • machtsbronnen als: geld en kennis
  • ook andere variabelen hebben invloed op politieke participatie
  • religie, sekse, etniciteit.
 Gevolgen sociale ongelijkheid op microniveau

Slide 23 - Tekstslide

Klik op de kaart om hem te vergroten
Gezondheid
Gemiddeld leven hoger opgeleiden 7 jaar langer dan lager opgeleiden. Verklaringen hiervoor zijn:
  • kennis van gezondheid en hygiëne
  • levensstijl: vaak bewustere keuze
  • gedrag
  • communicatievaardigheden: met bijvoorbeeld de arts
 Gevolgen sociale ongelijkheid op microniveau

Slide 24 - Tekstslide

Klik op de kaart om hem te vergroten
Samengevat:
  • Je maatschappeljke positie hangt af van:
            - onderwijskansen
            - cultuur en vrijetijdsbesteding
            - politieke participatie
            - gezondheid
  • Sociale ongelijkheid op microniveau heeft gevolgen voor iemands leven en maatschappelijke kansen.
  • Verandering hierin aanbrengen: cultuur overnemen...

 Gevolgen sociale ongelijkheid op microniveau

Slide 25 - Tekstslide

Klik op de kaart om hem te vergroten
Aan het eind van deze les weet je:
Lesdoelen
Na deze les kun uitleggen waarom er in Nederland sprake is van sociale ongelijkheid en weet je welke factoren daarin een rol spelen.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van deze les weet je:
Na deze les ken je de volgende begrippen
  • sociale ongelijkheid 
  • sociale stratificatie
  • sociale mobiliteit
  • gesloten- vs open samenleving
  • positieverwerving 
  • positietoewijzing
  • maatschappelijke positie

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies