Wat staat waar? (Vaste opbouw)
1. Jouw eigen naam, achternaam en adres;
Let op: Witregel na elk onderdeel!2. Plaats, datum;
3. Naam en adres van de ontvanger (als je iemand aanspreekt t.a.v.)
4. Aanhef; Geachte heer/mevrouw,
5. Inleiding;
6. Middenstuk/ Kern;
7. Slot;
8. Vriendelijke groet;
Naam;
Bijlage(n).