Wederkerig en wederkerend

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Broergeheim
  2. Uitleg 
  3. Aan de slag
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Broergeheim
  2. Uitleg 
  3. Aan de slag

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
-Ik kan het verschil tussen een wederkerend en een wederkerig voornaamwoord uitleggen.
-Ik kan wederkerende en wederkerige voornaamwoorden in een zin herkennen en benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik: persoonlijk voornaamwoord

- Verwijst naar een persoon of een groep personen, zonder ze 
   bij naam te noemen;
   ik, jij, je, jou hij, zij, ze wij,  we, jullie, het, hen, hun, etc.

- Is altijd te vervangen door een naam/namen.

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik: persoonlijk voornaamwoord

-Ga je met mij mee naar het park?
  ->Gaat Marc met Rosa mee naar het park?

-Mag ik het boek van jou lenen?
  -> Mag Marc het boek van Rosa lenen?

Slide 4 - Tekstslide

Wederkerend voornaamwoord
1. Hij bezeert zich    
2. Wij haasten ons   
3. Zij amuseren zich
        
      ->  werkwoorden met 'zich'  erachter.

Slide 5 - Tekstslide

Verplicht wederkerend
-Ik vergis me
-Jij schaamt je
-Hij verslaapt zich
-Wij haasten ons

Deze zijn verplicht omdat de werkwoorden waar ze bij staan, niet zonder voornaamwoord kunnen voorkomen. 

Slide 6 - Tekstslide

Toevallig wederkerend
-Ik bezeer me
-Jij scheert je
-Hij verwondt zich
-Wij vermaken ons

Deze zijn toevallig, er hoeft geen voornaamwoord achter, maar dat kan wel. 

Slide 7 - Tekstslide

Waarom zijn sommige wederkerende voornaamwoorden verplicht en sommige niet?

Slide 8 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een werkwoord waar een wederkerend voornaamwoord bij past.

Slide 9 - Open vraag

Wederkerig voornaamwoord
-elkaar
-elkander
-(mekaar)

Slide 10 - Tekstslide

Heb je goed geluisterd? Welke drie wederkerige voornaamwoorden kennen we?

Slide 11 - Open vraag