2HV - les 16 repasar pres perfecto y reflexivos

Programa
1. Controlamos los deberes
2. Wederkerende ww
3. Perfecto
4. Comunicación
5. Deberes
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Programa
1. Controlamos los deberes
2. Wederkerende ww
3. Perfecto
4. Comunicación
5. Deberes

Slide 1 - Tekstslide

Controlamos los deberes
Voca Unidad 8 blz 109 NL-SP
1-60

Slide 2 - Tekstslide

Verbos reflexivos
Stap 1: Haal -se van het werkwoord af
Stap 2: Bepaal welk wederkerend voornaamwoord je voor het werkwoord plaatst
Stap 3: Haal -ar -er -ir van het werkwoord af (stam)
Stap 4: Om welke persoon gaat het? Plaats de bijbehorende uitgang achter de stam
Stap 5: Controleer of er wellicht een klinkerwisseling plaats vindt in de stam

Slide 3 - Tekstslide

Verbos reflexivos: regulares
  1. ducharse (douchen)
  2. levantarse (opstaan)
  3. lavarse (zich wassen)
  4. afeitarse (zich scheren)
  5. quedarse (blijven/verblijven)
  6. bañarse (baden - ook in zee of in een zwembad: voorbeeld: Yo me baño en el mar). 

Slide 4 - Tekstslide

Verbos reflexivos: irregulares
  1. sentarse (ie): zitten
  2. acostarse (ue): naar bed gaan
  3. vestirse (i): zich aankleden
  4. despertarse (ie): wakker worden
  5. ponerse: (onregelmatige eerste persoon PONGO, daarna regelmatig: aantrekken 

Slide 5 - Tekstslide

Oefen de volgende -SE werkwoorden in VERBUGA in  "Presente"
Regelmatige:
Llamarse
Levantarse
Lavarse
Onregelmatige:
Acostarse
Levantarse
Lavarse

Slide 6 - Tekstslide

Verbos reflexivos

Slide 7 - Tekstslide

Verbos reflexivos
nos levantamos
me ducho
os llamáis 
se despierta
te lavas
me visto
se llama
se quedan

Slide 8 - Tekstslide

Muy
(Heel)
Bijvoeglijk naamwoord
Mi perro es muy inteligente.
Bijwoord
Pedro cena muy tarde.
Mucho, mucha, muchos, muchas
Met werkwoord
Pedro trabaja mucho
Mucho
(Veel)
Met zelfstandig naamwoord
María compra muchas cosas.
Tenemos muchos amigos.

Slide 9 - Tekstslide

Mis padres viven ………………………lejos.
No hay …………… niños en la guardería.
La niña es ……………………….bonita.
He comido …………….. pescado.
No tengo …………………….ropa.
El supermercado tiene ……………………verduras.
La ciudad está ……………………cerca.
Me gusta ………….. viajar.
Hay ………………trabajo en el campo
¿MUY o MUCHO? Schrijf op waarom je kiest voor muy of mucho.

Slide 10 - Tekstslide

Mis padres viven MUY lejos.
No hay MUCHOS niños en la guardería.
La niña es MUY bonita.
He comido MUCHO pescado.
No tengo MUCHA ropa.
El supermercado tiene MUCHAS verduras.
La ciudad está MUY cerca.
Me gusta MUCHO viajar.
Hay MUCHO trabajo en el campo
bijwoord
zelfs. nw
bijv. nw
zelfs. nw
zelfs. nw
zelfs. nw
bijwoord
ww
zelfs. nw

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

WEDERKERENDE WW (levantarse, bañarse, ducharse, etc.)?

Slide 13 - Tekstslide

Perfecto (uitzonderingen)
abrir - abierto
decir - dicho
escribir - escrito
ir - ido
hacer - hecho
poner - puesto
ver - visto
volver - vuelto
romper - roto
ser - sido
morir - muerto

Slide 14 - Tekstslide

Perfecto:
Despertarse - yo

Slide 15 - Open vraag

Perfecto:
Levantarse - tú

Slide 16 - Open vraag

Perfecto:
Desayunar - él

Slide 17 - Open vraag

Perfecto:
Ducharse - nosotros

Slide 18 - Open vraag

Perfecto:
escribir - vosotros

Slide 19 - Open vraag

Perfecto:
Ir - vosotros

Slide 20 - Open vraag

Perfecto:
Salir - ellos

Slide 21 - Open vraag

Perfecto:
Jugar - yo

Slide 22 - Open vraag

Perfecto:
Hacer - tú

Slide 23 - Open vraag

Perfecto:
poner - ella

Slide 24 - Open vraag

Perfecto:
Ver - él

Slide 25 - Open vraag

Perfecto:
Hacer - ellas

Slide 26 - Open vraag

Perfecto:
Irse - nosotros

Slide 27 - Open vraag

Perfecto:
Volver - nosotros

Slide 28 - Open vraag

Perfecto:
Morir - usted

Slide 29 - Open vraag

Perfecto:
Jugar - vosotras

Slide 30 - Open vraag

Perfecto:
acostarse - nosotros

Slide 31 - Open vraag

Comunicación
Escuchar
Blz 87, ej 7, 8

Slide 32 - Tekstslide

Deberes
Voca Unidad 8 blz 109 NL-SP
1-50

Slide 33 - Tekstslide