4.1 en 4.2

H4 durzaamheid
4.1 Wat kan de aarde aan?
4.2 Onze voetafdruk 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H4 durzaamheid
4.1 Wat kan de aarde aan?
4.2 Onze voetafdruk 

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
4.1 - Wat kan de aarde aan?
Uitleg                                           15 min.
Quizvragen                                5/10 min.
4.2 - Onze voetafdruk
Lees zelf de paragraaf         5 min.
Video                                            5 min.
Uitleg                                             15 min.
Huiswerk maken
Opdrachten 4.1 en 4.2            20 min.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen 4.1
  • Je weet wat natuurlijke hulpbronnen zijn en waar we ze voor gebruiken.
  • Je begrijpt dat door bevolkings- en welvaartsgroei meer natuurlijke hulpbronnen worden gebruikt.
  • Je kunt voorbeelden geven van hoe de draagkracht van de aarde wordt bedreigd.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Natuurlijke hulpbronnen
Om producten en energie te maken zijn grondstoffen uit de natuur nodig. 

Deze grondstoffen noem je:
Natuurlijke hulpbronnen

Welke voorbeelden van natuurlijke hulpbronnen ken jij?


Slide 6 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen
Fossiele brandstoffen = energiebronnen die zijn ontstaan uit miljoenen jaren oude planten, dieren en organisme


Slide 7 - Tekstslide

Zeldzame metalen
Zeldzame materialen worden bijvoorbeeld ingezet voor de technologische sector zoals voor een smartphone

Slide 8 - Tekstslide

Draagkracht
Het vermogen van de aarde om alle mensen te kunnen laten leven en wonen noem je de: draagkracht

Wat gebeurd er met de balans nu er steeds meer mensen op aarde zijn en de algemene welvaart wereldwijd stijgt?

Slide 9 - Tekstslide

Bron 7

Slide 10 - Tekstslide

Hernieuwbare grondstoffen


Grondstoffen van de aarde die niet opraken en weer kunnen aangroeien

Groene stroom = energie die je opwekt met hernieuwbare grondstoffen

Slide 11 - Tekstslide

Energiebronnen - Duurzaam/niet duurzaam

Slide 12 - Tekstslide

Hernieuwbare bronnen
Niet hernieuwbare bronnen
Hout
Aardolie
Steenkool
Voedsel
Goud

Slide 13 - Sleepvraag

Hoe noem je de producten uit de natuur die de mens gebruikt?
A
Fossiele brandstoffen
B
Natuurlijke hulpbronnen
C
Duurzame energiebronnen
D
Draagkracht

Slide 14 - Quizvraag

Door de groei van de wereldbevolking zal de draagkracht van de aarde in de toekomst
A
stijgen
B
dalen

Slide 15 - Quizvraag

Zijn de volgende stellingen goed of fout?
I. Hout is een hernieuwbare natuurlijke hulpbron
II. Aardolie is een hernieuwbare natuurlijke hulpbron
A
I is juist, II is onjuist
B
I is onjuist, II is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist?

Slide 16 - Quizvraag

Duurzaam
Duurzaam
Niet-duurzaam
Niet-duurzaam

Slide 17 - Sleepvraag

Lesdoelen 4.2
  • Je weet wat de ecologische voetafdruk betekent
  • Je begrijpt waarom er steeds meer voedsel en water wordt gebruikt
  • Je kunt ideeën formuleren hoe je onze ecologische voetafdruk kan verkleinen

Slide 18 - Tekstslide

Lezen paragraaf 4.2 
Lees in stilte paragraaf 4.2 
timer
3:00

Slide 19 - Tekstslide

Begrippen
Ecologische voetafdruk = aantal hectares (10.000 m2) dat een persoon nodig heeft om te kunnen bestaan.


Voedselafdruk  

Watervoetafdruk 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Je eigen ecologische voetafdruk 
link: https://voetafdruk.hetklokhuis.nl/


Slide 22 - Tekstslide

Gemiddelde ecologische voetafdruk
Vraag: 1,6 hectare per persoon op onze aarde
Aanbod: 0,9 hectare per persoon op onze aarde

Is de aarde in balans?

Slide 23 - Tekstslide

Oplossingen
  1. Minder voedsel verspillen
  2. Druppelirrigatie bij boeren
  3. Biologische landbouw
  4. (geen gif en kunstmest meer)
  5. Genetische modificatie

Slide 24 - Tekstslide

Druppelirrigatie
Beregening

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk
Exit ticket eerst invullen daarna ga je aan de slag met:
§4.1: opdrachten 1 t/m 3
§4.2: opdrachten 1 t/m 3

Eerste 5 minuten gaan we in stilte aan de slag 
timer
5:00

Slide 26 - Tekstslide