les 7: Internationale vergelijking en internationale organisaties en rechten

les 7:
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

les 7:

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
Je kan:
- aangeven welke gevolgen de Europese integratie heeft voor de Nederlandse cultuur en identiteit;
- voorbeelden van grondrechten die horen bij de pluriforme samenleving, herleiden tot artikelen in de Grondwet;
- de waarden noemen die ten grondslag liggen aan de grondrechten;
- uitleggen wat het verschil is tussen morele verplichtingen en plichten;
- verschillende visies weergeven met het oog op de mogelijkheid om waarden te formuleren als basis voor verklaringen waarin aan alle mensen bepaalde rechten worden toegekend.


Slide 2 - Tekstslide

vakbegrippen
Europese commissie
Europees parlement
Raad van de Europese Unie
Europese raad

Slide 3 - Tekstslide


Europese integratie



Slide 4 - Tekstslide

In alle landen van de Europese Unie is de euro het wettige betaalmiddel.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

De euro is de munt van de eurozone.
Kies welke landen samen de eurozone vormen.
A
alle landen in Europa
B
de landen van de Europese Monetaire Unie
C
de landen van de Europese Unie

Slide 6 - Quizvraag

In de Europese Unie zijn er gemeenschappelijke regels.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Tijdlijn

Slide 9 - Tekstslide

De Europese Commissie (dagelijks bestuur) 
  • 28 onafhankelijke leden,  één uit elk EU-land  

Taken:
Beleidsvorming: stelt nieuwe wetgeving voor (recht van initiatief) i.s.m. expertgroepen (zie eerdere slide 'besluitvormingsprocedures)

  •  Bestuur: uitvoerend orgaan  (de begroting opstellen en aanpassen) → programma's, projecten, vertegenwoordigt de EU in de rest van de wereld 

  •  Controle: ziet er op toe dat de lidstaten zich aan de afspraken/richtlijnen houden. Middelen →  Scoreborden, assistentie,  inbreukprocedures (evt. Hof ingeschakeld) 

Ontwerpbegroting

Slide 10 - Tekstslide

EC: de voorzitter
  • Zittingstermijn 5 jaar  
  • Europese Raad draagt voor bij QMV, Europees Parlement stemt in (met gewone meerderheid van stemmen)
  • Politieke kleur van voorzitter moet overeen komen met winnende fractie Europees Parlement (doorgaans)
  • Verantwoordelijk voor grote beleidslijnen, evt. conflicten tussen commissarissen    
Historie
Eerdere voorzitters

Slide 11 - Tekstslide

Europees Parlement
  • 750 leden plus voorzitter (751)
  • Iedere 5 jaar directe verkiezingen, volgens nationale procedures 
  • NL 26 zetels, verdeling over landen naar rato inwonersaantallen met correctie t.b.v. kleine landen 
  • Europese fracties, maar ook onafhankelijke parlementariërs 
  • Voorzitter, gekozen door EP 
  • De maandelijkse plenaire vergadering vindt plaats in Straatsburg. Het meeste werk in de fracties en parlementaire commissies vindt plaats in Brussel. 

Zetelverdeling
Transparantie beloning

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

voordelen
  • vrede 
  • supranationale samenwerking -> oplossen van grensoverschrijdende problemen
  • vrij verkeer van personen, diensten en goederen + euro -> economische groei door bevordering handel
nadelen
  • besluit is vaak een compromis
  • vrij verkeer van personen, diensten en goederen -> hoe bewaar je de veiligheid? 
  • dilemma van de soevereiniteit: wie is de baas is NL?

Slide 14 - Tekstslide

Toekomst van Europa in vijf scenario’s


Veel meer samen doen.
Op dezelfde voet verder gaan.
De interne markt en niets meer.
Minder en efficiënter.
Wie meer wil, doet dat.

Slide 15 - Tekstslide

uitdagingen
  1. Hoe houd je burgers betrokken bij de (Europese) politiek?
  2. Wat is een goede verhouding tussen nationale en Europese besluitvorming?
  3. Wat is een goede verhouding tussen nationale en Europese rechtelijke macht? 

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht Grondrechten
Bekijk alle grondrechten die in hoofdstuk 1 van onze grondwet staan. Maak vervolgens een top-3 grondrechten. Deze top 3 bespreken we straks klassikaal.

Slide 17 - Tekstslide

Welke drie grondrechten vind jij het belangrijkst?

Slide 18 - Open vraag