In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
Thema 6: Ecologie
Basisstof 2: Voedselrelaties
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen BS2
Je kunt uitleggen hoe voedselrelaties opgebouwd zijn
Je weet wat producenten, consumenten en reducenten zijn en kunt hier voorbeelden bij geven
Je weet wat autotroof en heterotroof is
Je kunt de kringlopen van water, koolstof en stikstof beschrijven
Je kunt de gevolgen van plastic soep noemen
Slide 2 - Tekstslide
begrippen
voedselrelaties
voedselketen
producenten
consumenten 1e orde / 2e orde
reducenten
autotroof
heterotroof
kringlopen
plastic soep
Slide 3 - Tekstslide
Voedselrelaties
Een meer als klein ecosysteem met verschillende populaties
Planten
Planteneters
Vleeseters
Slide 4 - Tekstslide
Voedselketen
Elke soort organisme is een voedselbron
voor een andere soort
Voedselketen begint altijd met een plantensoort
De pijlen wijzen naar het volgende organisme
in de keten!
Slide 5 - Tekstslide
Voedselweb
In ecosystemen zijn vaak meerdere voedselketens mogelijk die allemaal verband houden met elkaar. Samen vormen ze een voedselweb.
Slide 6 - Tekstslide
Producenten
Produceren hun eigen voedingsstoffen
Planten
Slide 7 - Tekstslide
Consumenten
Consumeren: het eten van andere organismen
Herbivoor: planteneter
Carnivoor: vleeseter
Omnivoor: alleseter
Slide 8 - Tekstslide
Reducenten
Afbreken van alle resten van planten en
dieren
Bacteriën en schimmels
Slide 9 - Tekstslide
Voedselketen
1e schakel in keten: altijd een producent
2e en 3e (en 4e/5e etc.) schakel: consumenten
(2e schakel: herbivoren of omnivoren)
(3e schakel: carnivoren of omnivoren)
Slide 10 - Tekstslide
Consumenten
De schakels na de producent heten consument 1e orde, 2e orde, etc.
Slide 11 - Tekstslide
Autotroof en Heterotroof
Autotroof:
organismen die zelf hun voedsel maken (door de fotosynthese)
producenten
Heterotroof:
afhankelijk zijn van andere organismen voor voeding
consumenten en reducenten
Slide 12 - Tekstslide
Noem heterotroof organisme
Slide 13 - Woordweb
Slide 14 - Tekstslide
Kringloop
Behalve elkaar opeten gaan organismen ook dood
- Resten van organismen worden afgebroken door afvaleters
- Overgebleven resten worden afgebroken door bacteriën en schimmels (reducenten)
Slide 15 - Tekstslide
Voorbeelden afvaleters
Slide 16 - Tekstslide
Hoeveel procent van het aardoppervlak is bedekt met water?
A
50%
B
75%
C
60%
D
85%
Slide 17 - Quizvraag
Kringloop van water
Slide 18 - Tekstslide
koolstofkringloop
Slide 19 - Tekstslide
In welke vorm kan koolstof in de koolstofkringloop NIET voorkomen?
A
CO2 (koolstofdioxide)
B
C6H12O6 (glucose)
C
N2 (stikstof)
D
CH4 (methaan)
Slide 20 - Quizvraag
stikstofkringloop
Slide 21 - Tekstslide
PLASTIC SOEP
Tot 2018 is in totaal 86 miljoen ton plastic in zee beland. Daarvan drijft 0,5% aan de oppervlakte. In kustwateren is 23 miljoen ton (23%) terechtgekomen, op kusten en op de bodem ligt 29 miljoen ton (33,7%) en in het water van de oceanen zweeft nog eens 34 miljoen ton (39%).