Voedsel in de VS

Voedsel
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voedsel

Slide 1 - Tekstslide

In de VS!

Slide 2 - Tekstslide

Wat ga je leren in deel 1 van deze LessonUp over voedsel in de VS? 
  • Je kent de verschillende landschappen in de VS en kan deze aanwijzen op een kaart. 
  • Je weet welke verschillende vormen van landbouw er in de VS te vinden zijn. 
  • Je kent de verschillende klimaten in de VS en kan deze aanwijzen op een kaart. 
  • Je kan in eigen woorden uitleggen waarom deze klimaten daar voorkomen. 
  • Je kan per klimaat een voorbeeld van een bijbehorend landschap noemen.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe ziet het landschap van de VS er volgens jou uit?

Slide 4 - Open vraag

Verdeling landschap VS
Het landschap in de VS wordt voor 75% gebruikt voor landbouw. Deze landbouw kunnen we verdelen in:

A. akkerbouw en tuinbouw 25%
B. veeteelt 35%
C. bosbouw 40%

Slide 5 - Tekstslide

Waarom kan niet elke vorm van landbouw op elke plek in de VS?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Waar liggen de grootste gebergtes in de VS?
A
Noord
B
Zuid
C
West
D
Oost

Slide 8 - Quizvraag

Coastal Mountains (Kustgebergte)

Slide 9 - Tekstslide

Rocky Mountains

Slide 10 - Tekstslide

Appalachen

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de grootste bergketen van de VS?
A
Kustgebergte
B
Sierra Nevada
C
Appalachen
D
Rocky Mountains

Slide 12 - Quizvraag

Reliëf
Reliëf betekent hoogteverschil. In een land met bergen heb je veel hoogteverschillen. Als je in een bergdal staat moet je flink klimmen om naar een hogergelegen plaats te gaan. Als je op een bergtop staat moet je flink afdalen om naar beneden te gaan.


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Hoeveel verschillende klimaten heeft de VS?
A
6
B
7
C
8
D
9

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Verdeling landschap VS
Het landschap in de VS wordt voor 75% gebruikt voor landbouw. Deze landbouw kunnen we verdelen in:

A. akkerbouw en tuinbouw 25%
B. veeteelt 35%
C. bosbouw 40%

Slide 17 - Tekstslide

Veeteelt
Veeteelt = het houden van dieren voor consumptie (vlees, zuivel, vacht)
We kennen twee soorten veeteelt, namelijk:
  • intensieve veeteelt
  • extensieve veeteelt

Slide 18 - Tekstslide

Veeteelt
  • intensieve veeteelt = in een klein gebied, heel veel vee houden. Daar is veel kennis voor nodig en het kost veel geld (kapitaal). Het doel is om zoveel mogelijk winst te kunnen maken met zo min mogelijk ruimte.

Slide 19 - Tekstslide

Veeteelt
  • extensieve veeteelt = in een groot gebied vee houden. Dieren hebben erg veel ruimte en het kost minder geld. De winst is hier veel lager.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide