Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1
In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Welkom bij het vak Mens en maatschappij
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Deze les
Start hoofdstuk 6 Leven in de stad
6.1 Stad en land
6.2 Ontstaan van steden
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoelen 6.1
Je kunt het verschil tussen een stad en het platteland benoemen
Jekunt benoemen wat verstedelijking is en wat een stedelijkgebied is
Slide 4 - Tekstslide
Leven in de stad
Wat weten we eigenlijk allemaal van de stad en platteland?
Slide 5 - Tekstslide
Stad
Slide 6 - Woordweb
Stad
- Grote gebouwen
- Veel verkeer
- Veel mensen
- Veel voorzieningen
- Veel werk
- Gebouwen dicht op elkaar
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Wat zijn typische beelden van het platteland?
Slide 9 - Open vraag
Kenmerken platteland
- Weinig mensen
- Veel ruimte
- Weinig voorzieningen
- Weinig verkeer
- Weinig werk
- Meer rust
Slide 10 - Tekstslide
Stad
- meer dan 10.000 inwoners
- Grote gebouwen
- Veel verkeer
- Veel mensen - Veel voorzieningen
- Veel werk
- Gebouwen dicht op elkaar
Platteland
Minder datn 10.000 inwoners
- Weinig mensen
- Veel ruimte
- Weinig voorzieningen
- Weinig verkeer
- Weinig werk
- Meer rust
Slide 11 - Tekstslide
Waar woon jij liever in de stad of op het platteland? En waarom?
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Verstedelijking:
Als er veel mensen van het platteland naar de stad verhuizen
De groei van steden
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
6.2 Het ontstaan van steden
Slide 17 - Tekstslide
Lesdoelen 6.2
Je kunt één verbetering in de landbouw noemen die zorgde voor een grotere opbrengst rond het jaar 1000.
Je kunt uitleggen waarom niet iedereen meer boer hoefde te zijn.
Je kunt uitleggen hoe steden ontstonden in Nederland rond het jaar 1000.
Slide 18 - Tekstslide
Groei
Rond het jaar duizend gingen de boeren op een andere manier het land bewerken:
Ze gebruikten een betere ploeg.
Ze gingen in plaats van 1/2 deel van het land, 2/3 deel van het land gebruiken.
Gevolg: er was meer dan de boeren zelf nodig hadden. Wat ze over hadden verkochten ze op de markt.
Slide 19 - Tekstslide
Andere beroepen
De mensen die het eten van de boeren wilde hebben, moesten iets anders maken wat ze konden ruilen (handelen). Alle beroepen die toen kwamen noemen we ambachten
En zo kon een boer zaken doen met een kledingmaker
Slide 20 - Tekstslide
Wat zijn Ambachtslieden
Slide 21 - Woordweb
Ambachtslieden
Ambachtslieden: mensen die producten maken met hun handen en gereedschap.
Ambachtslieden gingen wonen op plekken waar veel mensen kwamen.
Zo ontstonden marktplaatsen waar veel handelaren kwamen
Slide 22 - Tekstslide
Filmpje Hanze
Slide 23 - Tekstslide
De stad Amersfoort met in het midden de marktplaats.
Handelaren en ambachtslieden gingen rond de marktplaats wonen omdat het veiliger is om met meer mensen bij elkaar te wonen.
De stadsmuren en grachten volgden al snel.
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Evaluatie Lesdoelen 6.2
Je kunt een verbetering in de landbouw noemen die zorgde voor een grotere opbrengst rond het jaar 1000.
Je kunt uitleggen waarom niet iedereen meer boer hoefde te zijn.
Je kunt uitleggen hoe steden ontstonden in Nederland rond het jaar 1000.
Slide 27 - Tekstslide
Huiswerk:
Maken online:
opdrachten van 6.1 + 6.2
Slide 28 - Tekstslide
Welkom bij het vak Mens en maatschappij
Slide 29 - Tekstslide
Deze les
Terug blik 6.1 Stad en land en 6.2 Ontstaan van steden
6.3 Stad en land in vroeger tijden
Slide 30 - Tekstslide
Rond het jaar 1000 groeiden de oogsten snel. Welke oorzaak had dat?
A
De boeren hadden geleerd het land te bemesten.
B
De boeren lieten hun kinderen meehelpen op het land.
C
Er kwamen steeds meer boeren, omdat de mensen in steden ook moesten eten
D
De boeren gebruikten betere werktuigen.
Slide 31 - Quizvraag
Een boer is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar
Slide 32 - Quizvraag
Een timmerman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar
Slide 33 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding.
Waarom ligt de markt in het midden van de stad?
A
Omdat iedereen er dan makkelijk kan komen
B
Omdat de kerk daar ook ligt
C
Omdat mensen rond de markt gingen wonen
Slide 34 - Quizvraag
Lesdoelen 6.3
Je kunt beschrijven hoe een middeleeuwste straat er uit
zag.
Je kunt uitleggen wat een landbouwstedelijke samenleving
is en hoe dat is ontstaan.
Je weet wat centralisatie betekent.
Slide 35 - Tekstslide
6.3 stad en land vroeger tijden
Slide 36 - Tekstslide
Wat valt je op aan deze middeleeuwse straat
Slide 37 - Woordweb
Wat zijn de voordelen van wonen in een middeleeuwse stad?
Slide 38 - Open vraag
Wat zijn nadelen van het wonen in een middeleeuwse stad?
Slide 39 - Open vraag
Slide 40 - Video
Leven in de stad
Er was gebrek aan hygiëne.
Het gevaar voor brand was groot.
Smalle straatjes, je woonde dicht op elkaar
Slide 41 - Tekstslide
Stad en platteland
2 belangrijke veranderingen in de tijd van steden en staten:
Van ruilhandel naar betalen met geld.
Van een landbouwsamenleving naar een landbouwstedelijke samenleving.
Slide 42 - Tekstslide
Waaraan kun je zien dat dit een landbouwsamenleving is?
Waaraan kun je zien dat dit een landbouwstedelijke samenleving is
Slide 43 - Tekstslide
Edelen en steden
De edelen hadden geld nodig voor ridders en kastelen.
Edelen verkochten rechten aan steden voor geld.
Steden mochten hierdoor steeds meer zelf beslissen.
Steden kregen hun eigen bestuur: de schout en de schepenen.
Slide 44 - Tekstslide
Slide 45 - Video
Machtige koningen
Vanaf 1300 verliezen edelen de macht en de koningen krijgen meer macht.
Ze maken wetten en lieten de bewoners belasting betalen.
Steden kregen hun eigen centraal bestuur.
Centralisatie: gebied wordt bestuurd vanuit één centrale plaats
Slide 46 - Tekstslide
Is dit een landbouw of een landbouwstedelijke samenleving?
A
Landbouwsamenleving
B
Landbouwstedelijke samenleving
Slide 47 - Quizvraag
Is dit een landbouw of een landbouwstedelijke samenleving?