Dinsdag 15 juni

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
ChineesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van vandaag:
  • Huiswerk Les 15 nakijken
  • Les 16:  Woordjes
  • Les 16:  Dialoog + Monoloog
  • Les 16:  Grammatica
  • Les 16:  Opdrachten
  • Afronden

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk nakijken

Les 15: 
Opdrachten 4, 6, 7, 8

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide


Na deze les...

  • Kan je de woordjes van les 16 uitspreken;
  • Kan je Chinese zinnen met deze woordjes vertalen;
  • Kan je Chinese zinnen met een tijdsbepaling erin maken;
  • Kan je vragen: Wanneer? (什么时候 shénme shíhòu?)  en:
  • Kan je 去 qù  'gaan naar' goed gebruiken 
(dus: kan je zeggen dat je ergens naartoe gaat!). 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Maak nu de Dialoog 
+ de Monoloog (blz. 107)

  •  Vul de vertalingen en antwoorden in;
  •  We kijken de Dialoog en Monoloog zo meteen na!
  •  Klaar? 
          Oefen dan zelf de uitspraak!

timer
6:00

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

onderwerp              gezegde            lijdend
                                                              voorwerp
Op welke twee plekken kan tijd 
in een Chinese zin staan?
tijd
tijd

Slide 23 - Sleepvraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

De tijd zet je in een Chinese zin:  ... ?

Slide 30 - Tekstslide

De tijd zet je in een Chinese zin:

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

onderwerp              gezegde            lijdend
                                                              voorwerp
Waar kan 什么时候
in een Chinese zin staan?
什么
时候
什么时候

Slide 33 - Sleepvraag

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Mag je in het Chinees zeggen:
'Ik ga naar mijn zus'?
A
Ja
B
Nee

Slide 41 - Quizvraag

Bekijk je toets en stel vragen;

Werk daarna aan deze Opdrachten:
2 (blz. 110); 3, 5 en 6 (blz. 111)


  • Klaar? 
   -  Maak ook Opdracht 7 en beide Opdrachten 8:
       De beide Opdrachten 8 type je: zie Classroom!
   -  Oefen de woordjes    
(bijvoorbeeld met Quizlet Flashcards of mandarijn-leren.nl)

timer
10:00

Slide 42 - Tekstslide

Huiswerk

  • ALLE karakters schrijven: blz. 114-118  
       (zie het filmpje op Classroom)

  • Opdrachten maken2, 5, 6, 7:  blz. 110-112  in je boek;
                                             Beide Opdrachten 8 op Classroom (typen)       
Voor dinsdag 
29 juni!

Slide 43 - Tekstslide