Quiz H4 energiebronnen

Quiz H4 par. 1/2/3
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Quiz H4 par. 1/2/3

Slide 1 - Tekstslide

Natuurlijk broeikaseffect
Versterkt broeikaseffect
Teveel 
CO2
gemiddeld 2 graden warmer
Klimaatverandering
Zonder dit is het -18 graden op aarde
Zeespiegelstijging
Natuurlijke verwarming
De zon als motor
De mens als motor

Slide 2 - Sleepvraag

Kan duurzame energie opraken?
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quizvraag

Welk woord past het beste bij het begrip energietransitie?
A
windpark
B
aardgasleiding
C
kernenergie
D
boortoren

Slide 4 - Quizvraag

Wat is geen vorm van duurzame energie?
A
Zonne energie
B
Wind energie
C
Energie uit biomassa
D
Energie uit fossiele brandstoffen

Slide 5 - Quizvraag

Wat draagt NIET bij aan een energietransitie
A
Het gebruik van wind om energie op te wekken
B
Water gebruiken als brandstof in plaats van benzine
C
Overgaan van kolen stoken naar gas gebruiken

Slide 6 - Quizvraag

Ik ben ............ kernenergie
Voor
Tegen
Neutraal

Slide 7 - Poll

Wat is GEEN gevolg van klimaatverandering?
A
Hogere temperaturen
B
Vaker korte hevige regenbuien
C
Langere periodes van droogte
D
Drogere atmosfeer

Slide 8 - Quizvraag


Zonder het broeikaseffect ...
A
... wordt het heel warm op aarde.
B
... blijft de temperatuur op aarde gelijk.
C
... wordt het op aarde net zo koud als in de ruimte.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is biomassa?
A
Energie opwerkt door de wind
B
Energie opgewekt door de zon
C
Energie opgewerkt uit organisch materiaal
D
Energie opgewekt uit aardgas

Slide 10 - Quizvraag

Traditionele energiebronnen
Duurzame energiebronnen
Bruinkool
gassen
Kernenergie
Zonne- energie
Windenenergie
Raken op
Raken niet op 
Stoten geen CO2 uit

Slide 11 - Sleepvraag

Wat is zijn nadelen van traditionele energiebronnen?
(Meerdere antwoorden goed)
A
Ze raken op
B
Milieuvriendelijk
C
Stoten minder CO2 uit
D
Veroorzaken het broeikaseffect

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn nadelen van duurzame energiebronnen?
(Meerdere antwoorden goed)
A
Kosten veel geld
B
Nemen veel ruimte in beslag
C
Zijn schadelijk voor het milieu
D
Raken snel op

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een nadeel van biomassa?
A
Het neemt veel ruimte in
B
Het is (bijna) onuitputtelijk
C
Het is klimaatneutraal
D
Wanneer je het verbrandt komen er broeikasgassen vrij

Slide 14 - Quizvraag


Bij het verbranden van biomassa komt geen koolstofdioxide vrij.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Hoe werkt het broeikaseffect precies?
Zet het in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6
De aarde heeft een broeikas-effect. 
Daardoor heeft de aarde een aangename temperatuur.
Mensen zorgen voor veel uitstoot.
Er komt meer CO2 in de lucht.
De aarde houdt te veel warmte vast.
Het broeikaseffect wordt versterkt.

Slide 16 - Sleepvraag

Wat wordt bedoeld met energietransitie?
A
Overgang van duurzame naar fossiele brandstoffen
B
Het transport van de duurzame energiesoorten
C
De transitie van waterdamp naar waterdruppels voor energie opwekking
D
Omschakelen van fossiele naar duurzame energiebronnen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een (indirect) gevolg van de opwarmende aarde?
A
Meer insecten vanuit Afrika komen naar Europa
B
Meer virussen komen vanuit Afrika gaan naar Europa
C
Meer migranten komen vanuit Afrika naar Europa
D
Geen van deze antwoorden is goed

Slide 18 - Quizvraag

Waarom zijn duurzame energiebronnen niet altijd handig?
A
Ze zijn niet altijd aanwezig
B
Ze zijn veel te duur
C
Ze zijn moeilijk te verkrijgen in de winkel
D
Ze zijn te onhandig om te gebruiken

Slide 19 - Quizvraag