Toets PTA 3 - EHBO: Hoe herken je een verstikking?

Hoe herken je een verstikking en verslikking?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EHBOMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Hoe herken je een verstikking en verslikking?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les weet je hoe je iemand herkent die zich verslikt of verstikt en kun je vier tekenen noemen van iemand die zich verslikt.

Slide 2 - Tekstslide

Deze dia moet het leerdoel van de les duidelijk maken aan de studenten.
Wat weet je al over wat te doen als iemand zich verslikt?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is verstikking?
Verstikking is wanneer er iets vastzit in de keel van een persoon en hij of zij niet kan ademen.

Slide 4 - Tekstslide

Gebruik deze dia om de definitie van verstikking uit te leggen en de studenten te laten weten waarom het belangrijk is om dit te herkennen.
Verschil tussen verslikking en verstikking

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen
De volgende zijn symptomen van verstikking: 1) Hoesten, 2) Handen in de keel, 3) Blauwe lippen, 4) Geen geluid horen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze dia zou de vier belangrijkste symptomen van verstikking moeten bevatten. Laat de studenten deze onthouden, omdat ze later in de les nuttig zullen zijn.
Hoesten
Hoesten is een normale reactie op verstikking. Als iemand hoest, betekent dit dat er nog steeds lucht door de luchtwegen stroomt.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit dat hoesten een normale reactie is op verstikking en dat het betekent dat er nog steeds lucht door de luchtwegen stroomt.
Handen in de keel
Als iemand zijn handen om zijn keel slaat, kan dit een teken zijn dat hij of zij zich verslikt.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit dat wanneer iemand zijn handen om zijn keel slaat, dit kan betekenen dat hij of zij zich verslikt. Moedig studenten aan om op te letten voor dit teken.
Blauwe lippen
Als iemand blauwe lippen heeft, betekent dit dat hij of zij niet genoeg zuurstof krijgt en kan dit een teken zijn van verstikking.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit dat blauwe lippen een teken kunnen zijn dat iemand zich verslikt en niet genoeg zuurstof krijgt. Moedig studenten aan om op te letten voor dit teken.
Geen geluid horen
Als iemand geen geluid hoort, betekent dit dat de lucht niet in staat is om door de luchtwegen te stromen en kan dit een teken zijn van verstikking.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit dat als iemand geen geluid hoort, dit een teken kan zijn dat de lucht niet door de luchtwegen kan stromen. Dit kan een teken zijn van verstikking. Moedig studenten aan om op te letten voor dit teken.
Samenvatting
Om iemand die zich verslikt te herkennen, let op de volgende symptomen: hoesten, handen in de keel, blauwe lippen en geen geluid horen.

Slide 12 - Tekstslide

Gebruik deze dia als een snelle samenvatting van de symptomen van verstikking en hoe je deze kunt herkennen.
Welk symptoom kan een teken zijn van verstikking en betekent dat de lucht niet in staat is om door de luchtwegen te stromen?
A
Pijn in de borst
B
Overmatig hoesten
C
Geen geluid horen
D
Niesten

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan het betekenen als iemand blauwe lippen heeft?
A
Een teken van uitdroging.
B
Niet genoeg zuurstof krijgen en een teken zijn van verstikking.
C
Een teken van onderkoeling.
D
Een teken van koorts.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent hoesten als teken van verstikking?
A
Er zit een voorwerp vast in de neus.
B
Er is teveel lucht in de longen.
C
Er stroomt nog steeds lucht door de luchtwegen.
D
Er is geen lucht meer in de longen.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn symptomen van verstikking?
A
Geen geluid horen
B
Hoesten
C
Blauwe lippen
D
Handen in de keel

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is verstikking?
A
Wanneer iemand zich verslikt in eten.
B
Wanneer iemand zijn adem inhoudt.
C
Wanneer er iets vastzit in de keel en ademen niet mogelijk is.
D
Wanneer iemand moeite heeft met ademen.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.