TaalCompleet A2 Thema 3.8
Olga: "Kom jij uit Engeland?"
Olga vraagt .... Tim uit Engeland komt.
Olga vraagt .... Tim uit Engeland komt.
A
dat
B
of
1 / 35
Onderdelen in deze les
Olga: "Kom jij uit Engeland?"
Olga vraagt .... Tim uit Engeland komt.
Olga vraagt .... Tim uit Engeland komt.
A
dat
B
of
Slide 1 - Quizvraag
Tim: "Nee, ik kom uit Amerika."
Tim zegt ... hij uit Amerika komt.
Tim zegt ... hij uit Amerika komt.
A
dat
B
of
Slide 2 - Quizvraag
Tim: "Woon je al lang in Nederland?"
Tim vraagt ... Olga al lang in Nederland woont."
Tim vraagt ... Olga al lang in Nederland woont."
A
dat
B
of
Slide 3 - Quizvraag
Olga: Ik woon nu vijf jaar in Nederland.
Olga zegt ... ze nu vijf jaar in Nederland woont
Olga zegt ... ze nu vijf jaar in Nederland woont
A
dat
B
of
Slide 4 - Quizvraag
Opdracht 73, zin 1
Slide 5 - Open vraag
Opdracht 73, zin 2
Slide 6 - Open vraag
Opdracht 73, zin 3
Slide 7 - Open vraag
Opdracht 73, zin 4
Slide 8 - Open vraag
opdracht 73, zin 5
Slide 9 - Open vraag
Opdracht 73, zin 6
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht 74, zin 1
Slide 12 - Open vraag
Opdracht 74, zin 2
Slide 13 - Open vraag
Opdracht 74, zin 3
Slide 14 - Open vraag
Opdracht 74, zin 4
Slide 15 - Open vraag
Opdracht 74, zin 5
Slide 16 - Open vraag
Opdracht 74, zin 6
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Slide 20 - Tekstslide
dictee 1.
timer
1:30
Slide 21 - Open vraag
dictee 2.
timer
1:30
Slide 22 - Open vraag
dictee 3.
timer
1:30
Slide 23 - Open vraag
dictee 4.
timer
1:30
Slide 24 - Open vraag
dictee 5.
timer
1:30
Slide 25 - Open vraag
dictee 6.
timer
1:30
Slide 26 - Open vraag
dictee 7.
timer
1:30
Slide 27 - Open vraag
dictee 8.
timer
1:30
