Steunkousen

Steunkousen 
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
zorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 39 slides, met tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Steunkousen 

Slide 1 - Tekstslide

Risico's bij verminderde mobiliteit

  1. Trombose 
  2. Embolie 
  3. Contractuur 
  4. Spieratrofie 
  5. Longontsteking 
  6. Smetten 
  7. Blaasontsteking  
  8. Obstipatie

Slide 2 - Tekstslide

Trombose 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Trombose 
  • Bloedstolsel die is ontstaan in een bloedvat 
  • Trombose kan ontstaan in aderen en slagaderen. 
 
Veneuze trombose: Bloedstolsels die in een ader (vena) ontstaan. 
Diep-veneuze trombose: Bloedstolsels die in een diepe ader liggen. 

Slide 5 - Tekstslide

Verschijnselen van trombose 
  • Pijn 
  • Verhoogde temperatuur 
  • Zwelling of strakgespannen huid 
  • Rode of paarse verkleuring van de huid 
  • vermoeidheid 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe voorkom je trombose 
  • Stoppen met roken 
  • Stoppen met de anticonceptiepil 
  • Elastische kousen dragen 
  • Antistollingsmiddelen gebruiken 
  • Veel bewegen  
  • Beenspieren stimuleren (aders worden door spieren ‘gemasseerd’)

                                     Ten alle tijden de arts om advies vragen 

Slide 7 - Tekstslide

Embolie 

Slide 8 - Tekstslide

Embolie
  • Een embolie is een bloedstolseltje wat losschiet uit de  aderen in de benen, deze kan via de rechterkant van het hart in de longslagader terecht komen.
  • Bij een longembolie sluit zo’n stolsel een kleine longslagader af.
  • De ernst van een longembolie hangt af van de grootte van het stolsel en de plek in de longen.



 

Slide 9 - Tekstslide

Behandeling longembolie 
  • Soms ruimt het lichaam het stolsel zelf op.
  • Injecties met bloedverdunners. Als het bloed dun genoeg is   gaat men over op bloed-verdunnende tabletten.
  • Filter in het bloedvat plaatsen om te voorkomen dat stolsels    in de longen terecht komen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Contractuur 

Slide 12 - Tekstslide

Contractuur
Wat is het? 
samentrekking van weefsel, pezen en spieren met als gevolg dwangstand van een gewricht. Daardoor krijg je een niet normale stand van een gewricht of een lichaamsdeel.
  

Wat is de oorzaak
Immobiliteit, bedrust/rolstoel, slechte houding in bed, littekenweefsel, b.v. brandwonden

Bekende contracturen; 
Stijve schouder, spitsvoet, knie – en heupcontractuur.


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat kun je hieraan doen 
  • Regelmatig veranderen van houding; minimaal 3 keer een half uur per dag plat en goed gestrekt in bed gaan liggen ter voorkoming van knie- en heup contracturen
  • Voet in juiste houding, tegendruk geven op voetzoel, beddenplank, voetplank
  • Oefentherapie, ‘tenen naar de neus’
  • Geen druk op bovenkant van de voet uitoefenen, dekenboog gebruik, dekens en lakens lostrekken




Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Spieratrofie

Slide 17 - Tekstslide

Spieratrofie
Wat is het? 
spierweefsel wat slapper en dunner wordt, volume neemt af en daardoor bewegingsbeperking

Wat is de oorzaak? 
 als spieren niet gebruikt worden, bijvoorbeeld door verlammingen of door langdurige inactiviteit worden ze dunner en treedt er krachtsverlies op.
Voorbeelden oorzaak: langdurige bedrust, door gips

Slide 18 - Tekstslide

Verschijnselen van spieratrofie
  • Afname van omtrek arm of been 
  •  Problemen met bewegen; verminderde kracht
  • Voorovergebogen houding 
  • Beperkte beweging van de nek 

Slide 19 - Tekstslide

Wat kun je doen 
  • Oefentherapie, passief en actief
  • Spieren blijven gebruiken (use it or lose it)
  • Regelmatig veranderen van houding
  • Gezond eten: spieren hebben brandstof nodig 


Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Longontsteking 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Longontsteking ( pneumonie)
Wat is het? 
Is een ontsteking van de longblaasjes en het omringende weefsel, vaak veroorzaakt door een infectie.
Wat is de oorzaak?
Onvoldoende ventilatie van de longen, ophoping van slijm in bronchiën, verslikken van vocht/voeding
Welke klachten komen hierbij kijken? 
Pijn bij het ademhalen, benauwd zijn, ophoesten van geel of groen slijm ( soms met wat bloed), vermoeidheid, een hogere of juiste lagere lichaamstemperatuur, pijn in de longen, minder eetlust

Slide 24 - Tekstslide

Smetten 

Slide 25 - Tekstslide

Smetten :  Intertrigo

Een verzamelnaam voor een rode, doorgaans pijnlijke huiduitslag op die plaatsen waar huid tegen huid aanligt. 
Het is een oppervlakkige huidaandoening.

 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Oorzaak van smetten 
  •     Overgewicht
  •     Diabetes
  •     Een verminderde weerstand
  •     Een verminderde mobiliteit
  •     Beperking in de zelfzorg ( problemen met wassen en drogen)
  •     Een verhoogde lichaamstemperatuur
  •     Een vochtige huid door bijv. zweten 
  •     Incontinentie

Slide 28 - Tekstslide

Klachten 

  • De huid is rood
  • Soms zijn er schilfertjes
  • De huid is vaak wat vochtig
  • Jeuk, een branderig gevoel
  • Pijnlijke huid
  • Een onaangename geur
  • Ontstaan van infecties ( blaasjes, gele plekjes, bloedplekjes)

Slide 29 - Tekstslide

Wat te doen bij smetplekken 
  • Goed drogen van de huid, met name bij de risico plekken. Niet wrijven maar deppen.
  • Droge kleding ( of pyjama's ) aan. Bij voorkeur katoen.
  • Bij incontinentie het materiaal regelmatig (minimaal 5 keer per dag) verschonen.
  • Opletten dat huiddelen niet langdurig tegen elkaar drukken.
  • Geen zeep gebruiken bij het wassen
  • Barrièrespray of –crème gebruiken (zink zorgt voor beschermend laagje en indrogen)
  • Goed sluitende, niet knellende kleding dragen
  • Zorg voor een koele omgeving
  • Gebruik van Engels pluksel of scheurlinnen (ruwe kant op de huid) 

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Blaasontsteking 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Blaasontsteking ( cystitis)
Wat is een blaasontsteking:
Een infectie in de lagere urinewegen. De urinewegen zijn bedekt met een laagje slijmvlies. Bij een blaasontsteking is dit laagje ontstoken.
Oorzaak van een blaasontsteking
Binnendringen van bacteriën in de blaas. B.v door verminderde weerstand, matige hygiëne of door niet goed uit te plassen.
Klachten:
pijn bij het plassen, urine ziet anders van kleur (geler), vlokken in de urine, sterke geur, bloed bij de urine.







Slide 34 - Tekstslide

Hoe te voorkomen? 
  • Voldoende vochtopname, daardoor ‘spoelen van de nieren en blaas’. Minimaal 2 liter per 24 uur
  • Vochtbalans bijhouden
  • Goede uitscheiding bevorderen, met name uitplassen
  • Controle blaasinhoud door bladderen
  • Privacy bieden bij urineren
  • Juiste houding toepassen
  • Hulpmiddel toepassen, urinaal, po

Slide 35 - Tekstslide

Obstipatie 

Slide 36 - Tekstslide

Obstipatie 
Wat is obstipatie: 
Een moeizame stoelgang, minder dan twee keer ontlasting per week, harde en droge ontlasting omdat de ontlasting te lang in de dikke darm blijft zitten.


Oorzaak: 
Verminderde darmbeweging ( peristaltiek), te weinig vezels- of vochtopname, te weinig beweging, spierproblemen in het bekken, medicatie.

Slide 37 - Tekstslide

Behandeling van obstipatie 

  • Bewegen als het mogelijk is
  • Vezelrijke voeding; volkoren- en roggebrood, volkoren pasta, zilvervliesrijst, peulvruchten ( bonen, erwten), groente, fruit, mueslirepen
  • Extra vochtopname; minimaal 1.5 tot 2 liter per dag
  • Eventueel laxeren
  • Aandrang tot poepen niet uit stellen
  • Goede hygiëne na de toiletgang

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide