1.4: Speaking opdr. 42 t/m 47

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

	Vak: Engels Hoofdstuk: 1.4 Speaking
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek van Engels op tafel. 

Open je boek op blz. 39.

2. Lesdoel 

Aan het eind van deze les:

- ken je de WORDS van 1.4

- ken je de grammer: To be and have got.

3. Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.

Je maakt zelfstandig opdracht 42 t/m 47 op blz. 39 t/m 43.

Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

Namen lln

Mini-check

Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Wat betekend het woord...
flight

Vertaal:
You take the first left

Vul in
you ...... (be) happy

Wie maakt wat?

Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 43 t/m 47 op blz. 40 t/m 43

De rest doet mee met de instructie. 

4. Instructie 

Kijk en luister mee naar de instructie op de volgende dia's. 

WORDS 1.4

Kies de juiste vertaling:
stadion

1. stadium
2. station
3. statium
4. stadion

Kies de juiste vertaling:
flight

1. vechten
2. komen
3. vlucht
4. afslag

directions

sign

traffic

tour

straight

rondleiding

verkeer

routebeschrijving

rechtstreeks

bord

Uitleg ...

Er valt weinig uit te leggen je moet dit rijtje gewoon goed onthouden!!

Bevestigend                vragend                    ontkennend

Kies het juiste antwoord:

My sister ____ my best friend.

1. am
2. is
3. are

John and Casey _____ best friends

1. 're
2. am
3. is
4. 's

Sleep de vormen van to be naar de juiste plek in de zinnen.

1. I _________ at home.

2. You _________ with your brother.

3. He _________ working out.

am

is

are

am not

isn't

aren't

My father and I _____ at the zoo today.

1. am n't
2. isn't
3. aren't
4. haven't

_____ John and Casey best friends?

1. Am
2. Are
3. Is

_____ I home alone?

1. Am
2. Are
3. Is

Bevestigend                vragend                    ontkennend

Greg ____ beautiful long hair. His parents _____ short grey hair.

1. have - has
2. has - have
3. has - has
4. have - have

____ I a big black dog at home?

1. am
2. have
3. has
4. are

____ I a boy? And _____ I a lot of friends?

1. am - am
2. am - has
3. am - have
4. are - have

My parents ___ a blue car. The car ___ at the garage at the moment.

1. have - is
2. has - is
3. have - are
4. have - am

My dad ____ blond hair, my mom ____ brown hair. They ____ 57 years old.

1. hasn't - hasn't - isn't
2. haven't - hasn't - aren't
3. hasn't - hasn't - aren't
4. haven't - haven't - isn't

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Namen lln, jullie maken zelfstandig opdracht 43 t/m 47 op blz. 40 t/m 43.

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Namen lln of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 47 zin 1 t/m 4.

6. Zelfstandig werken

Je maakt nu zelfstandig:

V: les 1.4, blz. 39 t/m 43, opdr. 42 t/m 47. --> namen lln

B: les 1.4, blz. 40 t/m 43, opdr. 43 t/m 47 --> namen lln

I: les 1.4, blz. 40 t/m 43, opdr. 43 t/m 47 (-44) --> namen lln 

Ben je klaar?

Kijk de opdrachten na + verbeter waar nodig. 

Daarna zet je de woorden + phrases van unit 1 in WRTS en oefen je deze.

7. Evaluatie

Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 

Uit welke drie woorden kan ik kiezen
als ik 'to be' zie staan?

Uit welke twee woorden kan ik kiezen
als ik 'have got' zie?

Ik kan de juiste vorm van to be & to have ( got) gebruiken.

1. ja
2. nee
3. een beetje
4. misschien

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk: 

...dag .. maand

V: 1.4 opdracht 42 t/m 47. 

B: 1.4 opdracht 43 t/m 47.

I: 1.4 opdracht 43 t/m 47 (-44).

Toetsen: 

...

...

Afsluiting

Ruim je boek en spullen van EN op.

Volgende lesuur: ....................