Proeftoets ch. 3

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welke stof leer je voor de toets?
Voca A+B+E (n->f of f<-n zoals in het boek)
Bron C : imparfait (gebruik ook het stencil)
Dagen + maanden en seizoenen (n-f)
p.c. regelmatige w.w. op -er (zie stencil)
onregelmatige w.w. zoals in de planner (zie stencil)



Slide 2 - Tekstslide

Ik heb de vocabulaire geleerd van 3A,B,E
Ja
Nee
Alleen A
E nog niet
Weet ik niet

Slide 3 - Poll

gagner
A
verliezen
B
winnen
C
graag
D
geven

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent: "tout le monde"?

Slide 5 - Open vraag

Wat is une chanteuse américaine?

Slide 6 - Open vraag

C'est pourquoi betekent:

Slide 7 - Open vraag

Le début =
A
het begin
B
het einde
C
het tegenovergestelde van "le but"
D
het niet beginnen

Slide 8 - Quizvraag

La langue =

Slide 9 - Open vraag

C'est qui ton idole? wordt vertaald door:

Slide 10 - Open vraag

le passé composé 
  • de passé composé gebruik je om te vertellen wat je hebt gedaan
  • deze tijd gaat op dezelfde manier als in het Nederlands

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de passé composé?
A
o.t.t ( bijv. ik eet)
B
v.t.t ( bijv. ik heb gegeten)
C
o.v.t ( bijv. ik at)
D
o.t.t.t ( ik zal eten)

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de passé composé?
A
De tegenwoordige tijd (ik dans)
B
De verleden tijd (ik danste)
C
De voltooide tegenwoordige tijd (ik heb gedanst)
D
De voltooide verleden tijd (ik had gedanst)

Slide 13 - Quizvraag

regarder -> j'ai regardé
chanter -> __________

Slide 14 - Open vraag

vous (aller = gaan, passé composé)

passé composé
A
êtes allée
B
êtes allé
C
êtes allés
D
êtes allées

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de Passé Composé?
A
J'ai parlé
B
Je parlais
C
Je parlerai
D
Je parlerais

Slide 16 - Quizvraag

wat is niet waar over
de passé composé
A
het bestaat uit 2 delen
B
om te vertellen wat je gaat doen
C
bestaat uit avoir + voltooid deelwoord
D
-er ❌ -> é✅

Slide 17 - Quizvraag

nous + regarder -> passé composé =
A
regardons
B
avons regardé
C
avons
D
avons regardons

Slide 18 - Quizvraag

ik ben geweest (passé composé)
A
je suis été
B
j'ai été
C
j'ai êtré
D
je suis êtré

Slide 19 - Quizvraag

préparait
proposait
a montré
était
a rencontré
avait
se sont mariés
passé composé
passé composé
passé composé
imparfait
imparfait
imparfait
imparfait

Slide 20 - Sleepvraag

Regelmatige ww op -er  imparfait
Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
regardions
regardiez
regardaient
regardait
regardais
regardais

Slide 21 - Sleepvraag

Imparfait
Je
Tu
il,elle,on
Nous

Vous
Ils, elles
voulais
voulait
voulions
vouliez
voulaient

Slide 22 - Sleepvraag

Imparfait
Je
Tu
il,elle,on
Nous

Vous
Ils, elles
voulais
voulais
voulait
voulions
vouliez
voulaient

Slide 23 - Sleepvraag

Imparfait
Je
Tu
il,elle,on
Nous

Vous
Ils, elles
faisais
faisais
faisait
faisions
faisiez
faisaient

Slide 24 - Sleepvraag

L'été
L'hiver
Le printemps
L'automne

Slide 25 - Sleepvraag

Les jours de la semaine

Slide 26 - Woordweb

les mois de l'année

Slide 27 - Woordweb

Notez les 4 saisons dans le bon ordre:

Slide 28 - Woordweb

Vandaag heb ik meer geleerd over de proefwerkstof:
Oui je suis absolument d'accord
Oui, un peu.
Non, je ne comprends pas.
Non, pas du tout.

Slide 29 - Poll

Hoe vond je de les van vandaag?
C'était comment, le cours de français?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll