Organisatie van de zorg in Nederland

Organisatie van de Zorg
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Organisatie van de Zorg

Slide 1 - Tekstslide

Het zorgstelsel in Nederland heeft vier doelen: 

1. Het geven van de benodigde zorg voor iedereen die dat nodig heeft.
2. Het borgen van een goede kwaliteit van zorg.
3. De betaalbaarheid van de zorg waarborgen
4. Het voorkomen van ziekten en daarmee zorggebruik.

Slide 2 - Tekstslide

Vijf stelselwetten bepalen hoe het zorgstelsel werkt
- de Zorgverzekeringswet (Zvw Zorgverzekeringswet ), 
- Wet langdurige zorg (Wlz Wet Landurige Zorg ), 
- Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), 
- Wet maatschappelijke ondersteuning ), 
- Jeugdwet,
- Wet publieke gezondheid (Wpg).

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Indeling op basis van zorgbehoefte
  • Curatieve zorg is zorg die nodig is om beter te worden, in combinatie met een ingreep of behandeling.
  • Preventieve zorg is soms nodig om ziekte te voorkomen en gezond te blijven.
  • Langdurige zorg is vaak gericht op zorgvragers met een beperking of chronische aandoening.
  • Palliatieve zorg is gericht op een menswaardig afscheid van het leven.



Slide 6 - Tekstslide

Ingedeeld naar locatie 
Onder intramurale zorg vallen:

ziekenhuizen;
verpleeghuizen;
zorgcentra;
geestelijke gezondheidszorgorganisaties;
zorgorganisaties voor mensen met een beperking;
revalidatiecentra.





Slide 7 - Tekstslide

In welke lijn werken jullie ?

Slide 8 - Woordweb

Wat is intramurale zorg ?

Slide 9 - Open vraag

Intramurale zorg 
Het begrip 'muraal' is afgeleid van het Latijn en betekent 'muur'. In de intramurale zorgsetting wordt de zorg dus letterlijk binnen (= 'intra') de muren gegeven. 
Onder intramurale zorg vallen:

  • ziekenhuizen;
  • verpleeghuizen;
  • zorgcentra;
  • geestelijke gezondheidszorgorganisaties;
  • zorgorganisaties voor mensen met een beperking;
  • revalidatiecentra.





Slide 10 - Tekstslide

Wat is extra murale zorg ?

Slide 11 - Open vraag

Extramurale zorg 
Extramurale zorg is de zorg die verleend wordt buiten (= 'extra') de muren van het ziekenhuis of een zorgorganisatie. 
Deze zorg omvat bijvoorbeeld de zorg van een huisarts, een medisch specialist die niet in een ziekenhuis werkt, verloskundigen, fysiotherapeuten en de thuiszorg.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is semimurale zorg?

Slide 13 - Open vraag

Semi murale zorg 
'Semi' betekent 'gedeeltelijk', dus semimurale zorg vindt voor een gedeelte van de dag binnen de muren van de zorgorganisatie plaats. 
Je kunt hierbij denken aan dagopvang voor dementerende zorgvragers en gezinsvervangende tehuizen voor mensen met een verstandelijke beperking. 
Bij het gezinsvervangende tehuis is de zorgvrager overdag aan het werk of op school en 's avonds is hij in het tehuis.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is Transmurale zorg ?

Slide 15 - Open vraag

Transmurale zorg 
Het woord 'trans' betekent 'over'. 
Bij transmurale zorg wordt de zorg dus over de muren van zorgorganisaties heen gegeven. Transmurale zorg is volop in ontwikkeling. 
Vaak ontstaat een nieuwe zorgvorm waarin extramurale en intramurale zorgverleners nauw samenwerken. Zij zetten de zorg gezamenlijk op en voeren deze gezamenlijk uit. 
  • Je werkt bijvoorbeeld als verzorgende in de thuiszorg nauw samen met huisartsen en verpleegkundigen of medisch specialisten in een ziekenhuis. Ieder lid van zo'n samenwerkingsgroep brengt de eigen deskundigheid in voor een zorgvrager die thuis wordt verzorgd/verpleegd.
  • bijvoorbeeld toegepast bij terminale zorg en pijnbestrijding, diabeteszorg en de zorg voor mensen met een CVA.

Slide 16 - Tekstslide

Ontwikkelingen
- Toename aantal ouderen en chronisch zieke mensen
- mensen zolang mogelijk gezond en zelfredzaam blijven met regie over hun eigen leven.
- Preventie

Slide 17 - Tekstslide

Wat is verzorging?

Verzorging is alles doen wat nodig is om de gezondheid van jezelf en van anderen in stand te houden en te verbeteren.

Slide 18 - Tekstslide

Zorg
  • Zelfzorg
  • Mantelzorg
  • Professionele zorg

Slide 19 - Tekstslide

Zelfzorg

Zorgen voor jezelf

bijvoorbeeld je tandenpoetsen en paracetamol nemen als je hoofdpijn hebt.


  • Geen opleiding
  • Niet betaald

Slide 20 - Tekstslide

Mantelzorg

Langdurige, onbetaalde hulp aan zieken of ouderen door familieleden of bekenden.


  • Geen opleiding
  • Niet betaald

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Professionele zorg

 Zorg die wordt gegeven door mensen die ervoor zijn opgeleid


  • Opleiding
  • Betaald

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Duurzaamheid in de zorg
Duurzaam betekent dat je goed zorgt voor de mensen die nu leven, zonder dat je schade toebrengt aan de toekomst van onze planeet.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Als de tandarts je verstandskies trekt
dan krijg je
A
Zelfzorg
B
Mantelzorg
C
Professionele zorg

Slide 31 - Quizvraag

Als je boodschappen doet voor je oma omdat zij het niet meer kan
dan geef je
A
Zelfzorg
B
Mantelzorg
C
Professionele zorg

Slide 32 - Quizvraag

De dochters van mevrouw Den Besten zorgen
voor het avondeten van hun moeder
Dan geven de dochters?
A
Zelfzorg
B
Mantelzorg
C
Professionele zorg

Slide 33 - Quizvraag

Als je in je vinger snijdt en je doet er een pleister op
dan geef je
A
Zelfzorg
B
Mantelzorg
C
Professionele zorg

Slide 34 - Quizvraag

Wat is een zorgvrager?
A
Iemand die zorg nodig heeft
B
Iemand die zorg geeft
C
Iemand die verzorgend is
D
Iemand die geen zorg nodig heeft

Slide 35 - Quizvraag

Opdracht 1 - De toekomst van de gezondheidszorg
  • Hoe ziet de zorg er in 2030 uit?
  • Maak een MindMap op papier of computer
  • Als groepje presenteer je jullie uitwerkingen.
  • Denk aan de zorgvraag (meer ouderen met meerdere kwalen, zorg meer thuis, preventie, technologische ontwikkelingen etc.)

Slide 36 - Tekstslide

Opdracht 2: Eenzaamheid onder ouderen
Maak een analyse van het maatschappelijk probleem 
in 3 groepjes:
  • Groep 1: Waarom is het een maatschappelijk probleem? (b1)
  • Groep 2: Wat zijn de oorzaken van het probleem? (b2)
  • Groep 3: Wat zijn de gevolgen voor de samenleving?

Slide 37 - Tekstslide