Medicijnleer

Leerdoelen
  • Je kunt verschillende toedieningsvormen van medicatie benoemen;
  • Je kunt uitleggen welke taken en verantwoordelijkheden jij als MZ-er hebt in het medicatieproces;
  • Je kunt de verschillende soorten werkingen van medicijnen uitleggen;
  • Je kunt uitleggen wat je allemaal kunt lezen op (het etiket van) een medicijndoosje.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DoelgroepenMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
  • Je kunt verschillende toedieningsvormen van medicatie benoemen;
  • Je kunt uitleggen welke taken en verantwoordelijkheden jij als MZ-er hebt in het medicatieproces;
  • Je kunt de verschillende soorten werkingen van medicijnen uitleggen;
  • Je kunt uitleggen wat je allemaal kunt lezen op (het etiket van) een medicijndoosje.

Slide 1 - Tekstslide


A
Dragee
B
Tablet
C
Zetpil
D
Capsule

Slide 2 - Quizvraag


A
Dragee
B
Tablet
C
Zetpil
D
Capsule

Slide 3 - Quizvraag


A
Dragee
B
Tablet
C
Zetpil
D
Capsule

Slide 4 - Quizvraag


A
Dragee
B
Tablet
C
Zetpil
D
Capsule

Slide 5 - Quizvraag

Medicatieproces
1) Voorschrijven
2) Ter hand stellen/afleveren
3) Opslag/beheer
4) Gereed maken
5) Toedienen/registreren
6) Evaluatie

Slide 6 - Tekstslide

Taken en verantwoordelijkheden van de zorgverlener

  1. Medicatie aanreiken
  2. Medicatie toedienen

Slide 7 - Tekstslide

Medicatie aanreiken
De zorgverlener is "de handen van de cliënt" en haalt de medicatie uit de verpakking/distributiesysteem. De cliënt is verantwoordelijk voor de controle op het juiste medicijn, dosering, inname, tijdstip, toedieningswijze en signaleren van mogelijke bijwerkingen.

Slide 8 - Tekstslide

Medicatie toedienen
De zorgverlener controleert de medicatie en de daadwerkelijke inname ervan. De zorgverlener dient de medicatie toe, als de cliënt dat niet zelfstandig kan of als de cliënt de verantwoordelijkheid daarvoor niet kan dragen. De zorgverlener haalt de medicijnen uit de verpakking/distributiesysteem en dient ze toe volgens de gegevens op de toedienlijst.

Slide 9 - Tekstslide

Verantwoordelijkheden
De arts is verantwoordelijk voor het medicijnbeleid en de medicatieopdracht. De arts is ook verantwoordelijk voor het registreren van wijzigingen in het medicatieoverzicht. 
Zorgverleners kunnen (mede)verantwoordelijk zijn voor een fout: 
  • als duidelijk is dat de arts zich vergist en ze daar niets mee doen;
  • als ze de instructies van de arts niet goed hebben begrepen en wel tot uitvoering overgaan;
  • als ze geen rekening hebben gehouden met een duidelijke verslechtering van de cliënt.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Werking van medicijnen
  • Causale werking: bestrijden de oorzaak van een ziekte of kwaal.
  • Symptoombestrijders: zorgen alleen dat de symptomen van de ziekte of aandoening verdwijnen of verminderen.
  • Profylactische werking: worden toegediend om het ontstaan van een ziekte te voorkomen.
  • Substitutie : als cliënten een tekort aan stoffen in het lichaam hebben en dit aangevuld moet worden.

Slide 12 - Tekstslide

Causale werking
Symptoom-
bestrijding
Profylactische 
werking
Substitutie
Ijzer-preparaat
Anti-biotica
Antistollings-middelen
Pijnstillers

Slide 13 - Sleepvraag

Bijwerkingen van medicijnen
  • Allergische reactie
  • Gewenning
  • Verslaving
  • Overdosering --> toxische reactie
  • Interactie met andere medicijnen 

Slide 14 - Tekstslide

Schrijf medicijnnamen op die je kent

Slide 15 - Woordweb

Benaming van medicijnen
Stofnaam/generieke naam: verwijst naar het werkzame bestanddeel van het medicijn.
Merknaam: de naam die een fabrikant aan een medicijn heeft gegeven.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Informatie over medicijnen

https://www.apotheek.nl/medicijnen

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak de opdrachten "Medicijnleer"
Gebruik hierbij de theorie uit H3: Hulp bieden bij medicijngebruik

Zowel de opdrachten als de theorie staan in de chat!


Slide 20 - Tekstslide