Strux deel 2 H 3 Werkvergunning en H 4 brand 1e deel

• Metaaltechniek
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

27 november 2020

Hoofdstuk 3: Werkvergunningen

1. Je kunt uitleggen wat algemene en aanvullende werkvergunningen zijn  en uit welke onderdelen ze bestaan.
2. Je kunt uitleggen wie die vergunning verstrekt en wie tijdens het werk bij zich houdt.

Werkvergunning

• afspraken over veilig werken
• welke maatregelen er genomen moeten worden 

Werkvergunning

• vergunningverstrekker:
• vooraf risico's bepalen
• vooraf bedenken welke maatregelen je moet nemen
• iedereen die erbij betrokken is informeren
• pas beginnen als alle maatregelen genomen zijn 
  

algemene werkvergunning

• rechten en plichten voor iedereen die er mee aan het werk gaat 
• welke veiligheidsmaatregelen zijn er nodig
• hoelang duurt de vergunning (1 dag)

aanvullende werkvergunning

• voor bijzondere werkzaamheden
• bv lampen in een hal vervangen
• laswerkzaamheden
• werken aan de weg
• werken met gevaarlijke stoffen 

vergunningverstrekker

• de opdrachtgever
• geeft de vergunning aan de vergunninghouder 
• die voert het werk uit
• handtekeningen gezet?> dan beginnen

vergunninghouder

• bedrijf dat het werk moet doen
• zegt tegen de werknemers wat er in de vergunning staat
• vertelt hoe er gewerkt moet worden
• vergunning =aanwezig op de werkplek 

operationele werknemers

• doen het werk
• zoals in de werkvergunning staat
• pas werken als alle handtekeningen gezet zijn 

opbouw werkvergunning

1. aanvraag werkzaamheden
2. maatregelen te nemen door de vergunningverstrekker
3. maatregelen te nemen door de houder
4. ondertekening van de werkvergunning 

maatregelen te nemen door de verstrekker

• zorgen dat werkplek veilig is
• installaties uitschakelen
• leidingen afsluiten
• ander personeel waarschuwen
• alles in orde> dan beginnen

maatregelen te nemen door de houder

• lees de vergunning goed door
• bespreek de vergunning met iedereen die het werk doet
• werk precies zoals in de vergunning staat 

Hoofdstuk 4

Brand en explosiegevaar

1. Je kunt uitleggen hoe brand ontstaat.
   
   
2. Je kunt uitleggen hoe je brand kunt blussen.
   
   
3. je kunt uitleggen wat je moet doen als er brand ontstaat.
   
   
4. Je kunt uitleggen hoe je explosies voorkomt.
   
   
5.  Je weet wat de signaalborden betekenen

Branddriehoek

soorten branden:

• Klasse A: brand van vaste stoffen
• Klasse B: brand van vloeistoffen
• Klasse C: brand van gassen 

zelfontbrandingstemperatuur

• de laagste temperatuur waarbij een stof uit zichzelf kan gaan branden 

Blussen

• de brandstof weghalen
• de zuurstof weghalen
• koelen 

Blusmiddelen

Blusmiddel

Brandklasse

Op de brandblusser staat voor welk soort brand het blusmiddel geschikt is

Blussen met water

alleen brand van vaste stoffen

water koelt af

water geeft rotzooi en schade

let op bij elektriciteit

Blussen met schuim

schuimblusser voor A en B klasse

schuim koelt af

dekt de brand af > geen zuurstof meer

Blussen met zand

voor B Klasse branden (vloeistof)

dekt de brand af > geen zuurstof

Blussen met poeder

A, B, C en D klasse

Door het poeder dek je de vlam af > geen zuurstof

Blussen met CO2

Koolstofdioxide = CO2

Voor B of F klasse

heel koud ( - 80)

verdrijft de zuurstof

Blussen met een blusdeken

beginnende brand

geen zuurstof meer bij de brand

Handelen bij brand

• zorg voor je eigen veiligheid
• ramen en deuren sluiten
• meldt de brand
• ga nooit met de lift
• ga naar de verzamelplaats  

Explosie

• een brand die heel snel gaat
• explosie als er een bepaalde verhouding tussen de brandstof en de zuurstof is
• mengverhouding > tussen de lucht en het gas 

LEL

LEL= Lower Explosion Limit = onderste explosiegrens

Minimale hoeveelheid brandstof

laagste mengverhouding

Te weinig brandstof

UEL

UEL = Upper Explosion Level = bovenste explosiegrens

Maximale hoeveelheid brandstof in de lucht

Hoogste mengverhouding

Te veel brandstof/ te weinig zuurstof

Explosiegebied

Het gebied tussen Lel en UEL

Kan een explosie ontstaan

Explosieve stoffen

1. explosie van vaste stof
2. stofexplosie (poeder/ zaagsel)
3. gasexplosie 

Explosiegevaarlijke omgeving

kans op explosie

speciale maatregelen

bv niet roken

evacueren

• bij noodsituatie het gebouw ontruimen
• vluchtroute
• BHV'er
• naar de verzamelplaats 

evacueren

• volg de instructies op
• iedereen veilig naar buiten
• niet met de lift
• dwars op de windrichting lopen (rook)
• afmelden