Actualiteit - Begrijpend lezen | Wind

In de krant
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5-8

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

In de krant

Slide 1 - Tekstslide

Ik weet hoe wind ontstaat.
Ik weet meer over de effecten en gevolgen van wind.
Ik kan vertellen over windkracht en weet wat een orkaan, tyfoon, cycloop en tornado zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Bekijk de tekst, maar lees de tekst nog niet. 
  • Wat valt je op aan de vorm, de kopjes, de titel en de plaatjes?
  • Wat is dit voor tekst? Waar zie je dat aan?
  • Wat denk je dat de bedoeling van de schrijver is met deze tekst?
  • Hoe ga je deze tekst lezen?
  • Waar denk je dat het over zal gaan, waarom denk je dat?

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet jij al over dit onderwerp?

Slide 4 - Woordweb

 Schrijf je vragen op een post-it (één vraag per blaadje) en plak deze op de vragenmuur.
Heb je vragen als je naar de tekst kijkt? 
Formuleer samen een leesvraag.

Slide 5 - Tekstslide

Lees de tekst een keertje door.

Slide 6 - Tekstslide

Woordenschat:
uitwaaien, fikse, orkaan, levensgevaarlijk, ‘door weer en wind’, ‘met alle winden meewaaien’, ‘een frisse wind laten waaien’. 
De leerkracht doet het voor.

Slide 7 - Tekstslide

Woordenschat:
bulderen, briesen, allerlei, windkracht, meteorologen, molenaars, maalden.

We doen het samen.

Slide 8 - Tekstslide

Wat hebben we gelezen?
Is er al een antwoord op de leesvraag?
Klopte het idee dat we hadden bij de tekstsoort en het doel van de schrijver?
Zijn er nieuwe vragen ontstaan?

Slide 9 - Tekstslide

Maak je maar klaar...
...voor de quiz!!

Slide 10 - Tekstslide


Hoe noemen we windkracht 12 op de schaal van Beaufort?
A
Storm
B
Tornado
C
Cycloon
D
Orkaan

Slide 11 - Quizvraag


Wat ontdekte Christophorus Buys Ballot?
A
Hoe we regen kunnen voorspellen
B
Hoe luchtstromen veranderen door de draaiing van de aarde
C
Hoe je windkracht kunt meten
D
Hoe tornado’s ontstaan

Slide 12 - Quizvraag


Hoe heet een zware storm boven de noordwestelijke Grote Oceaan?
A
Cycloon
B
Tornado
C
Orkaan
D
Tyfoon

Slide 13 - Quizvraag


Wat gebeurt er met je lichaam als het lange tijd hard waait?
A
Het maakt meer adrenaline aan
B
Je krijgt extra energie
C
Het wordt gezonder
D
Je gaat minder snel slapen

Slide 14 - Quizvraag


Wat is een element naast lucht?
A
Steen
B
Regen
C
Vuur
D
Zand

Slide 15 - Quizvraag


Vind je het fijn als het hard waait, of juist niet? Waarom?

Slide 16 - Open vraag


Stormen hebben vaak namen. Welke naam zou jij kiezen voor een storm en waarom?

Slide 17 - Open vraag

Hoe ging de quiz?

Is er informatie die op een van de beginpagina’s van
het schrift opgeschreven of getekend kan worden?
Hebben we een antwoord op de leesvraag?

Slide 18 - Tekstslide

 Antwoord gevonden op je vraag? Schrijf het antwoord op een andere kleur post-it en plak deze op de vragenmuur.
Zijn er nieuwe vragen ontstaan? 
Schrijf ze op post-its. 
Heeft de schrijver het beoogde doel bereikt?

Slide 19 - Tekstslide

Tot de 
volgende keer!

Slide 20 - Tekstslide