Dictee 15 korte klank en mix klank

Lees Goed
Denk ook aan hoofdletters, leestekens en streepjes
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Lees Goed
Denk ook aan hoofdletters, leestekens en streepjes

Slide 1 - Tekstslide

Welk woord is goed gespeld?
A
dubel
B
bubbel
C
dubbel

Slide 2 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
zeten
B
zetten
C
setten

Slide 3 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
lekker
B
leker
C
lekke

Slide 4 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
white
B
wite
C
witte

Slide 5 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
ribben
B
ribbe
C
riben

Slide 6 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
snellerre
B
snellere
C
snelere

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
tenisbalen
B
tennisballen
C
tennisbalen

Slide 8 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
bakkerij
B
bakery
C
bakerij

Slide 9 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
snapen
B
snappen
C
znappen

Slide 10 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
cunnen
B
kunen
C
kunnen

Slide 11 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
fietsen
B
fietssen
C
fitsen

Slide 12 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
oprapen
B
oprappen
C
opraapen

Slide 13 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
rape
B
rappe
C
rappuh

Slide 14 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
snoeken
B
snoepen
C
snoeppen

Slide 15 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
lopen
B
loppen
C
loopen

Slide 16 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
envuloppen
B
envelopen
C
enveloppen

Slide 17 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
mopentromel
B
mopentrommel
C
moppentrommel

Slide 18 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
veter
B
vetter
C
vete

Slide 19 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
netter
B
neter
C
nette

Slide 20 - Quizvraag

Volgende week...
apostrof '

Slide 21 - Tekstslide

Welk woord is goed gespeld?
A
skis
B
skies
C
ski's

Slide 22 - Quizvraag