19 april de kracht van de rivier

18 april de kracht van de rivier

  • We lezen de vragen niet luidop
  • We zeggen geen antwoorden voor
  • Er is maar 1 winnaar
Afspraken
Afspraken
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolSpeciaal OnderwijsVoortgezet speciaal onderwijsmavoLeerroute MLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 12 min

Onderdelen in deze les

18 april de kracht van de rivier

  • We lezen de vragen niet luidop
  • We zeggen geen antwoorden voor
  • Er is maar 1 winnaar
Afspraken
Afspraken

Slide 1 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met bovenloop van een rivier?
A
Eerste deel van een rivier van de bron
B
Laatste deel van een rivier door de monding
C
Middelste deel van een rivier
D
Tussen deel van een rivier

Slide 2 - Quizvraag

In de bovenloop:
A
Rivier stroomt hard, V-dalen, erosie
B
Rivier stroomt hard, U-dalen, sedimentatie
C
Rivier stroomt gemiddeld, meanders, sedimentatie
D
Rivier stroomt hard, V-dalen, sedimentatie

Slide 3 - Quizvraag

1: In de bovenloop ligt veel verweringsmateriaal.
2: De stroomsnelheid in de bovenloop is laag.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
Beide zijn juist.
D
Beide zijn onjuist.

Slide 4 - Quizvraag

Wat hoort bij de benedenloop?
timer
0:30
A
hoge stoomsnelheid en sedimentatie
B
Meanderen
C
Erosie en meanderen
D
Sedimentatie en meanderen

Slide 5 - Quizvraag

Wat hoort NIET bij de benedenloop?
A
Veel water
B
Meanderen
C
Erosie
D
Sedimentatie

Slide 6 - Quizvraag

De benedenloop:
A
Stroomt de rivier snel, sedimentatie, meanders
B
Stroomt de rivier traag, erosie, meanders
C
Stroomt de rivier traag, sedimentatie , meanders
D
Stroomt de rivier snel, meanders, erosie

Slide 7 - Quizvraag

In de benedenloop stromen rivieren:
A
snel, omdat er veel reliëf is.
B
snel, omdat het gebied uit gesteente bestaat.
C
langzaam, omdat er weinig reliëf is.
D
langzaam, omdat het gebied uit zand en klei bestaat.

Slide 8 - Quizvraag

De benedenloop:
A
Stroomt de rivier snel, sedimentatie, meanders
B
Stroomt de rivier traag, erosie, meanders
C
Stroomt de rivier traag, sedimentatie , meanders
D
Stroomt de rivier snel, meanders, erosie

Slide 9 - Quizvraag

e.
In de benedenloop is weinig sedimentatie. Deze bewering is waar.
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een middenloop?
A
bovenste deel van een rivier in de alpen
B
middelste deel van de rivier, tussen de boven en beneden loop
C
een berg tussen de 500 en 1000m hoogte
D
een plateau in een middelgebergte

Slide 11 - Quizvraag

De stroomsnelheid en de erosie in de middenloop is hoger dan de:
A
benedenloop
B
bovenloop

Slide 12 - Quizvraag

Middenloop
Benedenloop
Bovenloop

Slide 13 - Sleepvraag

Benedenloop
Bovenloop
Middenloop

Slide 14 - Sleepvraag

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop

Slide 15 - Sleepvraag

benedenloop
Middenloop
Bovenloop

Slide 16 - Sleepvraag

Bovenloop
Benedenloop
Middenloop

Slide 17 - Sleepvraag

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop

Slide 18 - Sleepvraag

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop

Slide 19 - Sleepvraag