Redeneren met bronnen

Hoe kunnen we iets zinnigs zeggen over het verleden?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoe kunnen we iets zinnigs zeggen over het verleden?

Slide 1 - Tekstslide

Vier vragen over historische bronnen

Slide 2 - Tekstslide

Stel jezelf telkens de volgende vier vragen: 
  1. Wat is het voor soort bron?
  2. Is de bron bruikbaar?
  3. Is de bron betrouwbaar?
  4. Is de bron representatief?  

Je zult merken dat je niet op al je vragen antwoord krijgt. 

Slide 3 - Tekstslide

Bron 1 
Pater Antonius Leendanus was in 1566 prior (hoofd) van het klooster van de paters dominicanen in ’s-Hertogenbosch. Hij gaf een beschrijving van de tweede beeldenstorm in zijn klooster, die plaats had van 10 tot 14 oktober 1566. De eerste beeldenstorm was in augustus geweest.

‘Ze gingen in die nacht zo in het klooster tekeer dat ze niet op mensen maar op helse duivels leken. De altaren, het orgel, het koorgestoelte, de beelden die bij de eerste storm alleen maar beschadigd waren en alles wat er nog meer voorhanden was, gooiden ze in het vuur dat ze in de kerk zelf hadden aangestoken en dat zo hoog oplaaide dat het gebouw gevaar liep. Daarom kwamen er burgers, de buren vooral, bang voor hun belendende huizen, een oogje in het zeil houden; en tevens werd er uit de ambachten een stel kleermakers en lakensnijders aangewezen om het vuur te gaan bewaken. Maar dat was dan ook alles wat ze deden, want de vernielingen en plunderingen in het convent (klooster) lieten hen onverschillig. Dit afschuwelijk bedrijf duurde enkele dagen en nachten totdat er niets meer te vernielen en plunderen viel. Geen enkele ruimte werd ontzien; wat ze mee konden nemen namen ze mee, zodat ze – naar ik van geloofwaardige buren heb vernomen – alleen al uit ons klooster meer dan honderd karren en meer dan twintig schuiten volgestouwd met goederen hebben afgevoerd, werkelijk niets achterlatend dan de muren en het dak.’

Slide 4 - Tekstslide

1. Wat is het voor soort bron?
  • Officieel document
  • Dagboek
  • Brief
  • Verslag van een ooggetuige
  • Krantenartikel
  • Staan er feiten in de bron of gaat het om een mening of interpretatie?  

Slide 5 - Tekstslide

1. Wat is het voor soort bron? 
Deze bron is, ten dele, een ooggetuigenverslag. De auteur heeft de gebeurtenis dus zelf meegemaakt. 

Slide 6 - Tekstslide

2. Is de bron bruikbaar? 
  • Geeft de bron informatie die nuttig is voor het beantwoorden van je vraag? 
  • welke onderdelen van de bron zijn nuttig? 

Slide 7 - Tekstslide

2. Is de bron bruikbaar? 
Of de bron bruikbaar is hangt volledig af van de onderzoeksvraag. Bijvoorbeeld:
  • Je doet onderzoek naar hoe Paters de Beeldenstorm hebben meegemaakt. In dat geval is de bron wel bruikbaar
    of
  • Je doet onderzoek naar de gevolgen van de Beeldenstorm. In dat geval is de bron niet bruikbaar

Slide 8 - Tekstslide

3. Is de bron betrouwbaar? 
Geeft de bron een min-of-meer waarheidsgetrouw beeld van de gebeurtenis? 
  • Wie is de auteur? Is deze 'slachtoffer' of niet? En is deze ooggetuige? 
  • Wanneer is de bron gemaakt? Ten tijde van de gebeurtenis of pas veel later? En is de tijdsafstand in dit geval positief of negatief? 
  • Waar is de bron gemaakt? Had de auteur vrijheid van meningsuiting of niet? 
  • Waarom is de bron gemaakt? Voor welke doelgroep is de bron gemaakt  of wat wou de auteur bereiken? 

Slide 9 - Tekstslide

3. Is de bron betrouwbaar? 
De schrijver van de bron is het hoofd van het klooster waar de beeldenstorm plaatsvond; met andere woorden 'slachtoffer' van de beeldenstorm, dus hij heeft reden tot negatief oordelen
of
  • Hij is ooggetuige van wat er is gebeurd. Dat wat hij niet zelf heeft gezien, is hem verteld door betrouwbare ooggetuigen ('geloofwaardige buren') 

Slide 10 - Tekstslide

4. Is de bron representatief? 
  • Is de informatie in de bron representatief voor de groep waarover het gaat? Als je de mening van één persoon hoort, geldt die mening dan ook voor andere mensen in die groep
  • Is de informatie in de bron representatief voor alle gebeurtenissen of is het een uniek geval? 

Slide 11 - Tekstslide

4. Is de bron representatief? 
De bron gaat maar over één klooster(kerk): hij is mogelijk niet representatief voor alle gewesten / Nederlanden
Of
Dit is alleen de katholieke versie van het verhaal, niet de protestantse


Slide 12 - Tekstslide

Oefeningen
Zie werkblad 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide