Past Simple & Present Perfect 3Bb 06-12

Past simple 
vs. 
Present perfect
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 1 video.

Onderdelen in deze les

Past simple 
vs. 
Present perfect

Slide 1 - Tekstslide

How do you make the past simple?

(If necessary you may choose multiple answers)
A
2e rijtje onregelmatige werkwoorden
B
3e rijtje onregelmatige werkwoorden
C
ww+s
D
ww+ed

Slide 2 - Quizvraag

How do you make the present perfect?
A
to be + ww + ing
B
3e rijtje onregelmatige werkwoorden
C
have/has+volt deelw
D
ww+s

Slide 3 - Quizvraag

When do you use the present perfect
A
happened in the past
B
started in past and still continues
C
will happen in the future
D
in past and result is still visible

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

I lived in London.
I have lived in London.
Present Perfect
Past Simple

Slide 6 - Sleepvraag

I ...................................already ...............................that.
A
has already done
B
have already did
C
has already did
D
have already done

Slide 7 - Quizvraag

1ste rijtje
2de rijtje
3de rijtje
Past Simple
Present Perfect
Present Simple

Slide 8 - Sleepvraag

Welke tijd hoort bij deze tijdlijn? Past simple of present perfect?
A
past simple
B
present perfect

Slide 9 - Quizvraag

Welke tijd hoort bij deze tijdlijn? Past simple of present perfect?
A
past simple
B
present perfect

Slide 10 - Quizvraag

Present Perfect or Past Simple?
Peter ____ (play) football yesterday
(alleen werkwoordsvorm invullen)

Slide 11 - Open vraag

Past Simple / Present Perfect
David ___ (send) me an email five minutes ago.

Slide 12 - Open vraag

Past Simple / Present Perfect
The internet ___ (not exist) in 1980.
(geen afko)

Slide 13 - Open vraag

Past Simple or Present perfect:
I'm sorry, but I ____ (forget) my homework.
(Alleen de werkwoordsvorm)

Slide 14 - Open vraag

Past Simple / Present Perfect
He ..... (work) for Microsoft since 2011.

Slide 15 - Open vraag

Translate. Use past simple of present perfect.

Ik heb hem gisteren niet gezien.

Slide 16 - Open vraag

Translate. Use past simple, present perfect.
Ik woon hier al 5 jaar.

Slide 17 - Open vraag