H9 Lineaire vergelijkingen

Lineaire vergelijkingen 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lineaire vergelijkingen 

Slide 1 - Tekstslide

Lineaire formules
Een lineaire formule heeft altijd de vorm:

De b is de beginwaarde (startgetal). Snijpunt met de verticale as.
De a is de stapgrootte (hellingsgetal). Wat gebeurt er als je een
stap opzij gaat?
 

De grafiek van een lineaire formule is een rechte lijn.



a > 0  stijgende lijn
a = 0  horizontale lijn
a < 0  dalende lijn
 y = a x + b

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

hoe los je een vergelijking op?
310 = 60a + 40                          De bordjesmethode

Slide 4 - Tekstslide

Los de volgende vergelijking op. Sleep de stappen in de juiste volgorde 
1
2
3
4
k = 19
2k = 38
2k + 8 = 46
.... + 8 = 46

Slide 5 - Sleepvraag

Los onderstaande vergelijking op. Laat al je stappen zien

5q - 3q - 15 = 10

Slide 6 - Open vraag

H9.1 met de balans

Slide 7 - Tekstslide

5s + 2 = 3s + 7

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld van een vergelijking.
6a + 1 = 4a + 21

Welk getal moet ik invullen om deze vergelijking waar te laten zijn?

Slide 9 - Open vraag

Los de volgende vergelijking op:
9x+10 = 34 + x
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 10 - Quizvraag

H9.2 Vergelijkingen oplossen

Slide 11 - Tekstslide

Balansmethode
Vergelijking oplossen met de balansmethode!  Welke waarde heeft m?
 -2 m - 18 = 5 m + 17
 -5m          -5m
 -7 m - 18 =     17
        + 18      + 18 
   -7 m     =     35
      : -7             :-7
           m = -5      
   

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Sleepvraag

waar zijn de haakjes juist weggewerkt
-3(5a – 4)
A
-15a – 4
B
-15a - 12
C
-3(-1) = 3
D
-15a + 12

Slide 14 - Quizvraag

- (a + 6)
A
-6a
B
-a + 6
C
-a - 6
D
a - 6

Slide 15 - Quizvraag

x( 1 + 3x)

A
x + 3x²
B
1x + 3x²
C
3x³
D
4x²

Slide 16 - Quizvraag

Wat bereken je als het snijpunt moet berekenen?
A
x-coördinaat
B
x-coördinaat en y-coördinaat
C
y-coördinaat
D
s-coördinaat

Slide 17 - Quizvraag

Wanneer heb je een snijpunt?
A
Als twee punten elkaar snijden.
B
Als twee horizontale lijnen elkaar snijden.
C
Als twee lijnen elkaar snijden.

Slide 18 - Quizvraag

Stappen
In het snijpunt van twee grafieken hebben beide formules dezelfde uitkomst.
Schrijf de vergelijking op.
Beide formules aan elkaar gelijkstellen.
1
Bereken de x-coördinaat. Los de vergelijking op!
Dit hebben we gehad in paragraaf 9.1
  • Balansmethode 
2
Bereken de y-coördinaat. Vul je oplossing in beide formules.
Dit is gelijk een controle of je oplossing juist is.
3
Geef de coördinaten van het snijpunt!
Let op je notatie!
4
Controle
Controleer je antwoord. x-coordinaat invullen in andere formule.
5

Slide 19 - Tekstslide

Bereken de coördinaten van het snijpunt van de grafieken bij de formules:

y=2x+1
y=x+4

Slide 20 - Open vraag

m=3p-9
Wat is het hellingsgetal en het startgetal?
A
a=3 en b=-9
B
a=-9 en b=3

Slide 21 - Quizvraag

Schets bij een lineaire formule
Nu kun je in een lineaire formule je startgetal en je hellingsgetal aflezen. 
Met deze twee gegevens kun je schets maken. 

Slide 22 - Tekstslide

Schets bij een lineaire formule
Voorbeeld 2:
y=5x-2
  • a=5 --> positief --> stijgende lijn
  • b=-2

Slide 23 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Samenvatting S1 t/m S6

Slide 24 - Tekstslide