startbijeenkomst

startbijeenkomst
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

startbijeenkomst

Slide 1 - Tekstslide

Samen
Help elkaar. Leer elkaar kennen. 

Slide 2 - Tekstslide

Stageschool
Missie? 
Visie? 
Concept? 
Populatie? 
Werkwijze? 
Praktijk? 

------------------------------------->Jouw visie? 

Slide 3 - Tekstslide

Inhoud stage
Wat doet de student in de stage? ​
Aansluiten bij de gang van zaken in de stagegroep en –school en zoveel mogelijk lesgeven;​
Niveau van de student is leidend; ​ 
Formatieve en summatieve opdrachten (bijlage 3). 

Slide 4 - Tekstslide

Rollen
IO
WPB
SO
PI

De student ---------------------------------> Jij!

Zie stagehandleiding blz 4

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de rol van een WPB?
(werkplekbegeleider)

Slide 6 - Open vraag

Rol WPB
- dagelijkse routines bespreken en afstemmen.
- onderwijssituaties en bekwaamheidseisen bespreken.
- feedback geven.
- opstellen ontwikkelstappen (koppelkaart).
- beoordeling ontwikkeling (GO NOGO).

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de rol van de SO?
(schoolopleider)

Slide 8 - Open vraag

Rol SO
- verantwoording werkplekleren (en begeleiding).
- monitoring ontwikkeling a.d.h.v. bekwaamheidseisen.
- verbinder tussen ontwikkelstappen en context school.
- legt relatie theorie praktijk.

Slide 9 - Tekstslide

wat is de rol van de IO?

Slide 10 - Open vraag

Rol IO
- onderhoudt de relatie met de school en student (SO en WPB).
- ontwikkeling bekwaamheidseisen bespreken.
- feedback geven (op onderwijssituaties en dossier).
- schoolbezoek (minimaal 1 keer).
- GO/NO-GO beoordeling.
- beoordeling STARR.
- voert het eindgesprek.

Slide 11 - Tekstslide

Stagedossier
Dossier van de eerste tot de laatste dag van de opleiding;​ Inzichtelijk maken van ontwikkeling (planning, bekwaamheidseisen, onderwijssituaties, STARRs, materialen, literatuurlijst). 

LVF ( Vanaf jaar 1 tòt voldoende sterk op niveau 3, daarna keuze.);  https://pabohr.nl/lesvoorbereiding/.

Mappenstructuur.

Koppeling WPB, SO en IO (eventueel PI).

Slide 12 - Tekstslide

Onderwijssituatie
Minimaal 1 per week, in een stageweek minimaal 2. Feedback van SO, IO en WPB!

Onderwijssituaties waarin een leerkracht zich beweegt, gaan bijvoorbeeld over: ​
professioneel handelen en ontwikkelen  /  onderwijs ontwerpen en voorbereiden​  /  onderwijs uitvoeren​  /  onderwijs organiseren​  /  onderwijs evalueren, analyseren en bijstellen​  /  afstemmen op onderwijsbehoeften van individuele leerlingen​  /  samenwerken met collega’s   /  samenwerken met ouders.

Zie stagehandleiding blz 7 en 8









Slide 13 - Tekstslide

Onderwijssituatie
1. Beschrijving van de betekenisvolle onderwijssituatie;​
2. Koppeling aan de bekwaamheidseisen; ​
3. Leren zichtbaar maken; ​Let op: illustreren, niet bewijzen! ​
4. Conclusie t.a.v. de professionele identiteit​ 
door te reflecteren met verschillende actoren, komen tot een conclusie:​
- Met wie / wat gereflecteerd? Wat weet je nu/ kan je nu, wat moet je nog leren?​
- Concreet beschrijven wat te doen om een stap te maken in de ontwikkeling. 

Zie stagehandleiding blz 7 en 8









Slide 14 - Tekstslide

Niveau
“De complexiteit van het handelen van de student neemt toe gedurende de opleiding” ​


In de onderwijssituatie wordt dit zichtbaar, doordat:​
- De student een situatie beschrijft die past bij zijn niveau van handelen in de praktijk; ​
- De student de bekwaamheidseisen van dat niveau selecteert; ​
- De student dit niveau illustreert;​
Conclusies trekt t.a.v. dit niveau en hierbij passende vervolgstappen.





Slide 15 - Tekstslide

Niveau
- De beschrijvingen geven inzicht in wat een student laat zien op een bepaald niveau; ​
- De ontwikkeling van de student is leidend, niet het studiejaar of semester. Een student in vt jaar 2 kan bv. Acteren op niveau 3; ​
- Niveaubeschrijvingen zijn GEEN VERVANGING van de bekwaamheidseisen. De niveaus beschrijven het wat, de BHE’s gaan over het hoe. De BHE’s zijn een onderlegger bij de situaties en niveaus;

Slide 16 - Tekstslide

Niveau
Niveau 1
Een student die acteert op niveau 1 kan twee lessen achter elkaar ontwerpen, uitvoeren en evalueren. Dit kunnen methodelessen zijn, maar ook al lessen die hij zelf heeft ontwerpen of een combinatie hiervan. De leerstof die hij aanbiedt, beheerst hij. Bij het lesontwerp houdt hij rekening met de beginsituatie, leef- en belevingswereld en stemt hier zijn doelen op af. De activiteiten die hij in zijn lesontwerp opneemt, staan in dienst van het centrale lesdoel. De lessen en bijbehorende materialen zijn voorbereid en verlopen voldoende gestructureerd. Bij de uitvoering van zijn lessen spreekt hij zijn verwachtingen uit en komt hier op een positieve manier consequent op terug ten behoeve van een ordelijk, veilig klimaat waarin kinderen effectief kunnen leren. Naar ouders toont hij een open, respectvolle en geïnteresseerde houding. De contacten vinden plaats op (voornamelijk) informele momenten. Waar mogelijk sluit de student aan bij vergaderingen en overleg met het team. Hij zet een onderzoekende en reflectieve houding in om zijn bekwaamheid te ontwikkelen.

Zie stagehandleiding blz 5 en 6

Slide 17 - Tekstslide

Begeleiding
Stagebezoek: eerste periode van de stage:​

- Observeren van het handelen van de student in zijn praktijk; ​
- Voeren van gesprek met WPB / SO en student. 
Go/No-Go: Een driegesprek (student, IO, WPB/SO) om te bepalen of de ontwikkeling van de student op het niveau is dat van hem verwacht mag worden, gezien zijn opleidingsfase. ​
​De aspecten die hierbij centraal staan, zijn: ​
- Interpersoonlijke vaardigheden​
- Ontwikkeling van de bekwaamheden​
- Samenwerken met ouders en met collega’s​
- Lesvoorbereidingen​
(zelfsturing en reflectievermogen in) het stagedossier ​
- Omgaan met Feedback​
- Taalvaardigheid

Jullie maken zelf een planning. 
Reken op een uur per student. 

Slide 18 - Tekstslide

Wat als...
... stagedossier niet op orde is?
... een no-go is ontvangen? (zie ook handleiding pag. 11).
... een stage niet is behaald? (zie ook handleiding pag. 13).
... er een probleem met de school is?
... je zelf met een probleem zit?

Slide 19 - Tekstslide

Welke vraag blijft er dan nog over?

Slide 20 - Open vraag

Extra info

Slide 21 - Tekstslide

Eindgesprek
- Als de student een GO heeft gekregen èn de student heeft dezelfde ontwikkeling voortgezet tot aan het einde van de stageperiode, vindt ter afronding van de stagecyclus het eindgesprek plaats; ​











- Het eindgesprek wordt gehouden met de student en de IO. Waar mogelijk sluit de WPB en/of SO aan. ​
​- Doel van het stage-eindgesprek is om te bepalen in hoeverre de student bewust is van de ontwikkeling die hij heeft doorgemaakt en het zichtbaar maken van zijn professionele identiteit. 
- Iedere student start het eindgesprek met een korte presentatie waarin hij zichzelf presenteert op het niveau waarop hij acteert; ​Vanuit dit startpunt dezelfde opbouw als we kennen Meer info tijdens PI); 





Slide 22 - Tekstslide

vocabulaire & afkortingen
WPB = Werkplekbegeleider = groepsleerkracht die de student dagelijks in de klas begeleidt. ​
SO = Schoolopleider = dit is de lerarenopleider van en op de basisschool die verantwoordelijk is voor het werkplekleren en de begeleiding op de werkplek​.
IO = instituutsopleider = de stagebegeleider en contactpersoon vanuit de Pabo. 
PI = Professionele identiteit-begeleider = mentor op de Pabo.

BHE = Bekwaamheidseis = uitwerking van bekwaamheden voor een leerkracht basisonderwijs.​
Stagedossier = dossier waarin de student zijn ontwikkeling van dag 1 tot zijn afstuderen bijhoudt​.
​‘de Google – drive’ = de plek waar het stagedossier van de student te vinden is en gedeeld wordt.







Slide 23 - Tekstslide

Wie doet wat en wanneer?
Bekijk de BHE.  Bepaal op welk niveau je functioneert en waar je aan wilt werken. Bespreek dit ook met je WPB. Maak dus samen een plan en een planning voor de komende periode. Bepaal op welke manier je aan de BHE gaat werken en wat er nodig is om dit voor elkaar te krijgen. 








Heb ik een Go/No-Go gesprek? Wat moet ik hiervoor doen?
Moet ik een star schrijven? Wat moet ik hiervoor doen?
Heb ik een stage-eindgesprek? Wat moet ik hiervoor doen?
Heb ik een P- of eindassessment? Wat moet ik hiervoor doen?

Maak een planning!

Slide 24 - Tekstslide