Eisen aan onderzoek

Welkom!
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesdoel
Je krijgt zicht op wat onderzoek doen inhoudt en hoe je goede bronnen selecteert.
Je kunt het verschil tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek uitleggen.
Je kunt de voor- en nadelen van verschillende soorten meetinstrumenten benoemen en inschatten wel instrument het beste is voor een bepaalde situatie.
Na deze les kan je uitleggen welke eisen er worden gesteld aan wetenschappelijk onderzoek


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Dit filmpje geeft een inzicht in de verschillende stappen bij het doen van onderzoek, met daarbij een praktijkvoorbeeld.
Wanneer iets onafhankelijk is van je eigen voorkeuren.
Objectief
Subjectief
Wanneer iets vanuit je eigen persoonlijke standpunt bekeken is. 
Objectief en subjectief
Bij het selecteren van bronnen is het belangrijk om rekening te houden met de objectiviteit van de bron.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de uitspraken naar het juiste begrip
Objectief
Subjectief
Heineken is het beste bier
Hardstyle is geen muziek
De koopkracht is dit jaar gedaald
Vrouwen verdienen gemiddeld minder dan mannen

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet je op letten bij het selecteren?
Bij literatuuronderzoek is het belangrijk gebruik te maken van objectieve bronnen. Die kun je bepalen door te vragen:
- Wat is het doel van het geschrevene?
- Wat is de bredere context?
- Hoe zijn woorden en afbeeldingen gekozen?
- Op welke manier is de informatie tot stand gekomen?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen selecteren
Ook is het belangrijk dat een bron:
- Betrouwbaar is: zekerheid dat de geleverde informatie correct is.
- Representatief is: een zo volledig mogelijke weerspiegeling van het verschijnsel of de groep waar het om gaat.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Vraag de leerlingen om de bron te lezen.
Onderzoeksvragen
Beschrijvende vragen
Verklarende vragen
  • Meer weten over het maatschappelijk vraagstuk.
  • Wanneer, hoeveel, hoe, welke? 
  • Verbanden tussen variabelen verklaren.
  • Oorzaak-gevolgrelaties
  • Waarom, waardoor? 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwalitatief en kwantitatief onderzoek
Kwalitatief
Kwantitatief
Onderzoek naar zaken die niet te kwantificeren zijn
Onderzoek naar zaken die kwantificeerbaar zijn
Bijvoorbeeld: interviews
Bijvoorbeeld: Veiligheidsmonitor

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eisen aan onderzoek
Waarom stellen we eisen? 

Wetenschappelijk onderzoek mag niet op toeval zijn gebaseerd
We willen 'ware kennis' 
Eigen voorkeur mag geen rol spelen (objectief zijn)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke eisen stellen we
Onderzoek moet zijn: 
  • Betrouwbaar
  • Valide
  • Representatief
  • Generaliseerbaar 
  • Transparant

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betrouwbaar
Als je het onderzoek herhaalt, krijg je dezelfde uitkomst
Ook met andere onderzoeker

Begrip heeft andere betekenis dan in dagelijks taalgebruik

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Valide
Een onderzoek is valide als je meet wat je beoogt te meten.
Is iets anders dan betrouwbaarheid!


Voorbeeld weegschaal die niet goed is afgesteld
of een toets met vragen die niet over de lesstof gaan


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Representatief
Mensen die meedoen aan onderzoek (respondenten) moeten representatief zijn voor de groep die je onderzoekt. 

  • Voorbeeld: onderzoek naar hoe leerlingen denken over het dragen van een mondkapje
  • 50 respondenten (leerlingen)/ voldoende data
  • Wanneer is het niet representatief?




Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Representatief
Steekproef moet aselect zijn
Iedereen heeft even grote kan om in de steekproef terecht te komen

'at random' 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Generaliseerbaar
Resultaten van de steekproef (van het onderzoek) gelden ook voor mensen die niet hebben meegedaan.

Hangt samen met representativiteit

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Transparantie
  • Onderzoeker geeft informatie over hoe hij onderzoek heeft aangepakt
  • Beschrijft zijn onderzoeksmethode (methodologie)
  • Zodat iemand anders het kan controleren/ook kan doen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies