H6.1 Nederland in de wereld - Les 2: Op reis in Nederland en daarbuiten

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

NEDERLAND
in de wereld






zlb@st-maartenscollege.nl

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?

  1. Check Start hoofdstuk 6: Nederland in de wereld
  2. Paragraaf 1: Op reis in Nederland en daarbuiten


Slide 3 - Tekstslide






Er zijn 4 redenen waarom mensen ergens heen gaan of dat een bestemming populair is.

Slide 4 - Tekstslide

Er zijn 4 redenen waarom mensen ergens heen gaan of dat een bestemming populair is.
  1.  Klimaat - Is het lekker weer? Anders dan Nederland?
  2. Natuur - Is er natuur die heel mooi is, iets wat je thuis niet hebt?
  3. Cultuur - Mensen zoeken andere culturen op.
  4. Voorzieningen - Heeft een bestemming mooie stranden, goeie restaurants, winkels, pretpark etc.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Pak je gemaakte huiswerk erbij

Slide 9 - Tekstslide

CHECK 1

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

H6.1: Op reis in Nederland en daarbuiten

Slide 13 - Tekstslide

LESDOELEN
1. Je kunt 4 redenen noemen waardoor een vakantiebestemming aantrekkelijk kan zijn.
2. Je kunt 3 van de belangrijkste vakantielanden voor Nederland noemen.
3. Je kunt 2 belangrijke herkomstlanden van buitenlandse toeristen noemen.
4. Je kunt aan de hand van 3 redenen uitleggen waarom het aantal vakanties naar het
buitenland is gegroeid.
5. Je kunt uitleggen waarom Nederland een aantrekkelijke vakantiebestemming is voor
buitenlandse toeristen.
6. Je kunt in eigen woorden uitleggen wat massatoerisme betekent.

Slide 14 - Tekstslide

We lezen eerst 
samen paragraaf 1

Pagina 88-89

Slide 15 - Tekstslide

1. Klimaat

Slide 16 - Tekstslide

2. Natuur

Slide 17 - Tekstslide

3. Cultuur

Slide 18 - Tekstslide

4. Voorzieningen
Iets waar iedereen gebruik van kan maken, zoals een winkel, school, bibliotheek, dokterspraktijk, park of speelveldje.

Dus ook hotels en restaurants.

Slide 19 - Tekstslide

Bekijk figuur 1 en 2 op pagina 88
BEANTWOORD IN JE SCHRIFT
Je kunt 3 van de belangrijkste vakantielanden voor Nederland noemen.
Je kunt 2 belangrijke herkomstlanden van buitenlandse toeristen noemen.

Slide 20 - Tekstslide

Lees B206: Toerisme
Je kunt aan de hand van 3 redenen uitleggen waarom het aantal vakanties naar het buitenland is gegroeid.

Slide 21 - Tekstslide

Je kunt aan de hand van 3 redenen uitleggen waarom het aantal vakanties naar het buitenland is gegroeid.

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Vanaf de jaren '60

Meer:
Vrije tijd
Welvaart
Mobiliteit

Slide 24 - Tekstslide

Oefenen met de atlas

Noteer 1 t/m 12 in je schrift en zet bij elke locatie in welke provincie hij ligt.

Klaar? Begin aan opdracht 1 van H6.1

Slide 25 - Tekstslide

ANTWOORD
1. Noord-Brabant
2. Noord-Holland
3. Gelderland
4. Zuid-Holland
5. Overijssel
6. Zuid-Holland
7. Noord-Holland
8. Noord-Holland
9. Noord-Holland
10. Gelderland
11. Noord-Holland
12. Noord-Brabant

Slide 26 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Lees H6.1
  • Maak opdracht 1 t/m 5 + 8

Regels wanneer je aan het werk bent:
  • Je mag samenwerken (fluisterend).
  • Steek je vinger op als je iets wilt zeggen!

Slide 27 - Tekstslide