weer en klimaat H1 par 1,2 beetje 3

Weer en klimaat H1 par 1, 2 beetje 3
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Weer en klimaat H1 par 1, 2 beetje 3

Slide 1 - Tekstslide

Amsterdam en Berlijn liggen even ver van de evenaar af. In de Berlijn is de temperatuur in de winter gemiddeld...
A
hoger
B
lager
C
kun je niet weten

Slide 2 - Quizvraag

Amsterdam en Berlijn liggen even ver van de evenaar af. In de Berlijn is de temperatuur in de zomer gemiddeld...
A
hoger
B
lager
C
kun je niet weten

Slide 3 - Quizvraag

temperatuur, neerslag, luchtdruk wind, bewolkingsgraad dit zijn:
A
weerelementen
B
klimaatelementen
C
weer- en klimaatelementen

Slide 4 - Quizvraag

In een klimaatdiagram worden weergegeven:
A
De gemiddelde temperatuur en de gemiddelde hoeveelhoed neerslag
B
De windsnelheid en de wind richting
C
temperatuur, neerslag, luchtdruk, wind, en bewolkingsgraad

Slide 5 - Quizvraag

In Berlijn is het gemiddeld in de zomer warmer en in de winter kouder dan in Amsterdam. Dit komt door:
A
De afstand van de evenaar
B
De afstand van de zee

Slide 6 - Quizvraag

Bij bewolkt weer in de winter is de UV -straling
A
vrij laag
B
vrij hoog

Slide 7 - Quizvraag

Hoe hoger hoe...
A
kouder
B
warmer
C
geen verschil

Slide 8 - Quizvraag

In het dal is het 15 graden. Ik ga de berg beklimmen. Op welke hoogte is het 0 graden?
A
1200 meter
B
1500 meter
C
2000 meter
D
2500 meter

Slide 9 - Quizvraag

Op hoge breedte heb je hoge temperaturen. Deze bewering is..
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quizvraag

Op het noordelijk
halfrond is het hier
A
Zomer
B
winter

Slide 11 - Quizvraag

Seizoenen ontstaan omdat:
A
De aarde om de zon draait en de aardas schuin staat
B
De zon om de aarde draait en de aardas schuin is
C
De aarde om zijn as draait, die schuin staat

Slide 12 - Quizvraag

Wind stroomt van
A
H naar L
B
Van L naar H

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een verschil tussen weer en klimaat?
A
periode van meten
B
klimaat gaat over kleiner gebied
C
weer is de gemiddelde toestand van de lucht
D
weer gaat over neerslag en klimaat niet

Slide 14 - Quizvraag

wind ontstaat door:
A
Luchtdrukverschillen
B
Neerslag verschillen

Slide 15 - Quizvraag

Luchtdrukverschillen ontstaan door:
A
verschil in neerslag
B
De afstand van de zee
C
temperatuurverschillen

Slide 16 - Quizvraag

De luchtstreken is een
indeling over de
A
de neerslag
B
de temperatuur
C
De neerslag en de temperatuur

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde van de luchtstreken (vanaf de evenaar)
A
tropen, polenstreken, gematigde zone
B
tropen, gematigde zone, weer tropen
C
poolstreken, tropen
D
tropen, gematigde zone, poolstreken

Slide 18 - Quizvraag


A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Droog klimaat

Slide 19 - Quizvraag


A
Tropisch klimaat
B
Pool klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Droog klimaat

Slide 20 - Quizvraag


A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Pool klimaat

Slide 21 - Quizvraag


A
Tropisch klimaat
B
Pool klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Droog klimaat

Slide 22 - Quizvraag