Voorzetsels met werkwoorden met verschillende naamvallen

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4,5

voorzetsels 

en werkwoorden

Zit in de volgende zin een Dativ -of een Akkusativobjekt (3e of 4e nv)?
"Sie glaubt ihrem Mann nicht mehr"

1. Dativ
2. Akkusativ

Zit in de volgende zin een Dativ -of een Akkusativobjekt (3e of 4e nv)?
"Sie konnte dem alten Mann helfen"

1. Dativ
2. Akkusativ

Zit in de volgende zin een Dativ -of een Akkusativobjekt (3e of 4e nv)?
"Der Lehrer lehrt die Schüler Mathematik"

1. Dativ
2. Akkusativ

Zit in de volgende zin een Dativ -of een Akkusativobjekt (3e of 4e nv)?
"Wir sind euch auf einer Party begegnet"

1. Dativ
2. Akkusativ

Zit in de volgende zin een Dativ -of een Akkusativobjekt (3e of 4e nv)?
"Ich bitte Sie um Vertrauen"

1. Dativ
2. Akkusativ

Welke vertaling van "bij" past er in deze zin:

"Sie kam mit dem Bus ........ (bij) uns"

1. zu
2. bei
3. an

Welke vertaling van "door" past er in deze zin:

"Er erfuhr es ........ (door) eine Nachricht"

1. von
2. durch

Welke vertaling van "voor" past er in deze zin:

"Er warnte mich ........ (voor) den Risiken"

1. für
2. vor

Welke vertaling van "naar" past er in deze zin:

"Ich gehe heute ........ (naar) dem Arzt"

1. nach
2. in
3. zu

Welke vertaling van "naar" past er in deze zin:

"Er sehnt sich ........ (naar) den Ferien"

1. nach
2. in
3. zu

Welke vertaling van "voor" past er in deze zin:

" ........ (voor) einem Monat habe ich ihn noch gesehen"

1. für
2. vor

Welke vertaling van "bij" past er in deze zin:

"Das Mädchen wohnt ........ (bij) ihrem Vater"

1. zu
2. bei
3. an

Welke vertaling van "bij" past er in deze zin:

"Er stellte sich ........ (bij) das Fenster"

1. zu
2. bei
3. an

Welke vertaling van "door" past er in deze zin:

"Die Frage wurde ........ (door) mir gelöst"

1. durch
2. von

Welke vertaling van "voor" past er in deze zin:

"Er hatte das ........ (voor) uns gemacht"

1. für
2. vor

Welke vertaling van "tot" past er in deze zin:

" ........ (tot) unserer Überraschung hat er das Spiel gewonnen"

1. bis
2. zu

Welke vertaling van "naar" past er in deze zin:

"Gehst du heute noch ........ (naar) der Polizei um Anzeige zu erstatten?"

1. nach
2. in
3. zu

Welke vertaling van "naar" past er in deze zin:

"Wegen Corona können wir noch nicht ........ (naar) das Theater gehen"

1. nach
2. in
3. zu

Ik beheers de theorie

1. niet!
2. van a tot z
3. met de aantekeningen erbij, lukt het best
4. geen idee, mijn zus heeft de test ingevuld