Week 23, 8 juni_AANGEPAST_Les 1

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


(réponds en français)

Slide 2 - Open vraag

semaine 23 - leçon 1

BUT: Réviser P.C. et finir présentation

1. GRAMMAIRE: P.C. (avoir + être)                    (5m)

2. TÂCHE: Présentations                                   (20m)

3. GRANDES LIGNES: Partie G (27-33)          (10m)
   
4. VOCABULAIRE: A - G ou petit jeu               (5m)

À FAIRE...
Semaine 23:
- Partie G + H
- Opdrachten
Semaine 24: SPREKEN INL.
Semaine 25: SCHRIJVEN INL.
+ ETEN/FIL
Semaine 26: TEA 4

Slide 3 - Tekstslide

1. Partie D: P.C.
Hoe zat het ook alweer?
Vertaal:
ik eet de chocola
--> je mange le chocola
ik heb gegeten ..de pizza
--> j'ai mangé le pizza

Slide 4 - Tekstslide

De Passé-composé 
wat is dat ook al weer?

Slide 5 - Tekstslide

1. Vertaal: 'Ik heb gegeten.'

Slide 6 - Open vraag

2. Vertaal: 'Ik ben geweest.'

Slide 7 - Open vraag

3. Vertaal: 'Ik ben gegaan.'

Slide 8 - Open vraag

4. Vertaal: 'Het was geweldig!'

Slide 9 - Open vraag

2. Tâche: parler
  1. rendez-vous à la gare:  10 q.
  2. Tour de la maison: 5 phr.
  3. Tes préférences: 15 q
    + 5 rép.  ne..pas/jamais/....
  4. Faire du shopping: 5 q
  5. Vacances au P.C.: 5 q
timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

Devoirs

BUT: Réviser P.C. et finir présentation

1. TÂCHE: Présentations                                   

2. GRANDES LIGNES: Partie G (27-33)    (10 min)   
3. VOCABULAIRE: A - G ou petit jeu           

À FAIRE...
Semaine 23:
- Partie G + H
- Opdrachten
Semaine 24: SPREKEN INL.
Semaine 25: SCHRIJVEN INL.
+ ETEN/FIL
Semaine 26: TEA 4
timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide

Check-out: vertaal
"Ik heb pizza (la) gegeten. Het was super!"
Let op: p.c., delend lidwoord

Slide 12 - Open vraag

Quizlet ou
 "Jeu de boule"



Posez la question «Qu'est-ce que tu as fait ce week-end?» et lancez la balle à un camarade de classe. 

Il/elle reponds à la question et pose la question à une autre camarade de classe.
Qu'est-ce que [kesseke]
tu as fait ce week-end?'


J'ai mangé/aimé/parlé....
J'ai fait....
J'ai dormi....
Je suis allé(e)....

Slide 13 - Tekstslide