4.4 imperialisme

4.4 Europa wordt een wereldmacht
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

4.4 Europa wordt een wereldmacht

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kent het verschil tussen imperialisme en modern Imperialisme.
  •  Je kunt uitleggen waarom Europa aan modern imperialisme deed.

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Betekenis imperialisme en modern imperialisme.
  • Welk rijk zie je? Vragen* (5 min)
  • Instructie; modern imperialisme. 
  • Afsluitende vragen.

Slide 4 - Tekstslide

Imperialisme
  • Vanaf 15e eeuw deed Europa aan ontdekkingsreizen en begon met koloniseren van gebieden.
  • Meestal werden enkel factorijen (handelsplaatsen) opgericht. 

Slide 5 - Tekstslide

Modern Imperialisme
  • Vanaf de 19e eeuw verovert Europa grote delen van Azië en Afrika.
  • Na de verovering werd ook het achterland in deze gebieden. gecultiveerd. 
  • Cultiveren betekent; b.v. de aanleg van wegen, spoorwegen en het plaatsen van fabrieken.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Antwoorden
  1. Romeinse Rijk
  2. Spaanse Rijk
  3. Nederlandse Rijk
  4. Nazi Duitsland; het Derde Rijk 
  5. Britse Rijk 

Slide 14 - Tekstslide

Waarom de wereld veroveren?
  • Om te kunnen industrialiseren heb je grondstoffen nodig.
  • In de koloniën tref je grondstoffen aan.
  • Inheemse bevolking werd ingezet als goedkope arbeidskracht om grondstoffen te winnen.

Slide 15 - Tekstslide

Waarom de wereld veroveren? (2)

  • In Europa werden de grondstoffen verwerkt tot eindproduct.
  • Met het verkopen van eindproducten verdien je meer.
  • Europeanen maakten daarom  veel winst.
  • Het streven naar winst noem je kapitalisme

Slide 16 - Tekstslide

Waarom de wereld veroveren? (3)
Een andere reden voor de verovering van overzeese gebieden is dat:
  • Koloniën  voor status zorgen; je telde pas mee als je een wereldrijk had.

Slide 17 - Tekstslide

Vandaag:
Afmaken modules; 
Opdracht 1 (helemaal), 2, 6, 7 en 8.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Massaproductie
  • Door de industriële revolutie nam de productie enorm toe;
  • Dit noem je massaproductie.
  • Enorme hoeveelheden producten werden snel en goedkoop geproduceerd. 
  • Koloniën waren niet alleen gunstig  voor de grondstoffen;
  • maar óók als afzetmarkt.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Europese dominantie
  • Periode van 1850 - 1914 is de periode van Modern Imperialisme
  • Europa domineert de wereld; dit noem je Europese hegemonie.
  • Kantekening; Duitsland ontstond in 1871. Duitsland heeft nauwelijks koloniën. Dit zorgt voor spanningen in Europa.

Slide 22 - Tekstslide

Globaliseren
  • Door de industrialisatie konden we ons sneller verplaatsen.
  • Door de kortere reistijden begint de wereld steeds meer op één groot dorp te lijken (globalisering).

Slide 23 - Tekstslide

Afsluitende vragen;
  1. Wat is Modern Imperialisme?
  2. Benoem drie redenen waarom Westerse mogendheden aan modern imperialisme deden?

Slide 24 - Tekstslide

Antwoorden
  1. Modern Imperialisme: Modern Imperialisme is het proces waarbij landen hun macht in andere delen van de wereld uit willen breiden door gebieden te veroveren en te beheersen.
  2.  Vijf redenen waarom Westerse mogendheden aan Imperialisme deden;
    1. Voor de grondstoffen.
    2. Verspreiding van de macht.
    3. Het verspreiden van hun cultuur.
    4. Verspreiding geloof.
    5. Het creëren van nieuwe afzetmarkten.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Herhalen
Imperialisme
Nationalisme
Conferentie (van Berlijn)
Welke kolonies hoorden bij Nederland?
Kolonies, dat woord gebruiken we nu niet meer!
Soorten motieven?
Superioriteit

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Volgende les op Donderdag as
Lees 5.5 HB
Maak vraag 2 , 3 en 4 WB

Slide 35 - Tekstslide