Schoolkrant maken - Ludieke week 2024

De schoolkrant
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

De schoolkrant

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schoolkrant
Komende week maken we met heel veel leerlingen een gezamenlijke schoolkrant die eind van de week gepubliceerd en verzonden wordt.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind je allemaal in een krant?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat spreekt aan?
Wat valt op?

Slide 5 - Tekstslide

- Plaatje / diagram / schema
- Nieuwsartikel (informatief)
- Mening / Betoog
- Interview
- Recensie
- Fotorapportage
- Videorapportage
Hoe trek je de aandacht?
Wat is de kracht van beeld?

Slide 6 - Tekstslide

- Plaatje / diagram / schema
- Nieuwsartikel (informatief)
- Mening / Betoog
- Interview
- Recensie
- Fotorapportage
- Videorapportage
Soorten journalistiek
De meeste journalisten zijn vooral bezig met nieuwsfeiten beschrijven en uitleggen, zoals correspondenten, verslaggevers, redacteurs, fotografen en illustratoren.
De andere groep brengt zelf geen nieuwe informatie, maar geeft commentaar op het nieuws en ook op de manier
waarop het nieuws in de krant, op de radio en op televisie is geweest. Denk hierbij aan columnisten, recensenten (zij bespreken films, boeken, theaterstukken en muziekoptredens) en cartoonisten.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cartoonist
Een cartoonist is iemand die aan de hand van tekeningen commentaar geeft op het nieuws. Zulke tekeningen noem je ook wel spotprenten. 

Het zijn vaak grappen over politici of andere bekende personen. Zo’n tekening komt dan één of enkele dagen nadat het nieuws voor het eerst bekend werd in
de krant. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je een krantenartikel?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1 - Voorbereiden

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiden
  1. Bepaal het onderwerp van je artikel. Welk nieuws wil je brengen? 
  2. Bepaal de doelgroep van je krantenartikel. Voor wie is het krantenartikel bedoeld? 
  3. Bepaal hoe je aan de feiten wilt komen. Welke bronnen gebruik je? Wie ga je interviewen, waar ga je kijken? Kortom, waar haal je je informatie vandaan?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een krantenartikel
Een krantenartikel is kort en krachtig en gaat over één nieuwsfeit, dus over één onderwerp.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2 - Informatie verzamelen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Journalistiek artikel
Een echt goed journalistiek artikel is pas af als:
- het verhaal is gecontroleerd;
- reactie aan alle betrokken partijen gevraagd is;
- er genoeg achtergrondinformatie bijgezocht is.

In het artikel moet staan:
- wat er is gebeurd
- waar het is gebeurd
- wanneer het is gebeurd
- wie erbij waren
- waarom het is gebeurd.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek antwoord op de vijf W's en de H
In een krantenartikel wordt antwoord gegeven op de vijf W’s en de H:

  • Wie? 
  • Wat? 
  • Waar? 
  • Wanneer? 
  • Waarom? 
  • Hoe?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 3 - Schrijven

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw van een krantenartikel
  • Het bericht begint met de kop. 
  • De eerste alinea noemen we een ‘lead’. 
  • Daaronder staat de plaats waar de verslaggever zich bevindt.
  • In de alinea’s na de lead werk je het nieuwsverhaal verder uit. Hierin geef je meer details over het nieuwsfeit.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begin met de kop.
Zorg ervoor dat in de kop de kern van het nieuws duidelijk is. Laat er ook minstens twee W’s in voorkomen.

Zet weinig voorzetsels en lidwoorden in de kop en zorg dat de kop goed te begrijpen is.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de lead 
(= inleiding)
Schrijf de de lead. Geef antwoord op minstens drie van de vijf W’s: Wie? Wat? Waar? Wanneer? en Waarom?

De wijkagent heeft het moeilijk (wie). Hij zou de ogen en oren in zijn buurt zijn (wat), maar zijn tijd wordt steeds meer opgeslokt door andere taken (waarom). 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de rest van je artikel.
Schrijf in korte zinnen. Houd je aan de regel: één mededeling per zin. Gebruik geen moeilijke woorden.
Laat ook aan de lezers zien wat de bron van jouw verhaal is.

 Bijvoorbeeld met zinnen als: ‘volgens de directeur...‘ of: ‘in het rapport kun je lezen dat...’

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat/wie heb je nodig om een schoolkrant te maken?

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke onderdelen wil jij graag in de schoolkrant zien?

Slide 25 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Actuele onderwerpen
Artikel over een van de projecten van de ludieke week
Nieuwe docenten dit jaar
Andere nieuwswaardige gebeurtenissen op of rond school
Reportage over kunst in school gemaakt door leerlingen 
Interview met iemand van school (leerling, docent, mevrouw van de kantine, directeur, etc.)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ludieke week
Artikel over een project van de ludieke week
Ontstaan/geschiedenis van de ludieke week
Organisatie van de ludieke week
Hoe is het om deel te nemen aan de ludieke week

Fotoverslag, interview, eigen ervaring, review van een project waaraan je hebt deelgenomen, etc.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overige onderwerpen
Doorgeefinterview (de volgende vraag wordt gesteld door de geïnterviewde)
Interview met docent (over zijn vak of juist andere dingen)
Wist je datjes over het Erasmuscollege
Recepten (bijv die van de shushi workshop)
Complimentenpagina (zet eens iemand in het zonnetje)
Horoscoop

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overige onderwerpen
Tips. Hoe overleef ik het Erasmuscollege?
Reportage over de beste pauze plekken
Review van het aanbod van de kantine
Column of opinie-artikel (bijv. over de buitenschoolse activiteiten, of de staat van de school)
Interview met bibliothecaresse over haar favoriete boeken
Onderzoek (bijv. wat leerlingen de leukste les vinden)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Puzzels, plaatjes, creatief artikel
Stripverhaal
Spotprent/cartoon
Kruiswoordpuzzel met vragen over school, woordzoeker, rebus
Raadsels/moppen
Kort verhaal (fictie)
Rapportage met fototrucage
Speurtocht door school (bijv. met close-up foto’s)

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Puzzels, plaatjes, creatief artikel
Reviews van boeken of films (uit de mediatheek)
Onderzoek naar populairste lunchgerecht
Wat is het beste lokaal?
Advertentie (bijv. voor de kantine, een les of de school)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een speciale schoenmaat?
Reuzenmeeuw in Rotterdam

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
  • Bedenk wat voor onderdeel je leuk vindt om te maken
  • Bedenk met wie je hiervoor eventueel kunt samenwerken
  • Bedenk wat je nodig hebt om je stukje te maken
  • Laat dit weten aan de docent

timer
10:00

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
  • Zorg ervoor dat je de workshops niet verstoord.
  • Wees respectvol naar anderen.
  • Maak er iets moois van!

Let goed op de tijd. Zorg dat je ruim op tijd weer terug in het lokaal bent, zodat je je artikel kunt schrijven en inleveren. Elk groepje levert minimaal één artikel in, meer mag altijd. 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies