Pak je chromebook, aantekeningenschrift, etui en EF-agenda!
timer
3:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1
In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
v2e
Pak je chromebook, aantekeningenschrift, etui en EF-agenda!
timer
3:00
Slide 1 - Tekstslide
Regels
Spullen in orde!
Als ik aan het woord ben is het stil!
Actieve werkhouding!
Slide 2 - Tekstslide
Lesprogramma
Theoriekaart: Kracht en beweging
Werkstukkaart 7 en 8
Afsluiting
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Leerdoelen
Ik beschrijf het verschil tussen massa, zwaartekracht en gewicht.
Ik beschrijf soorten krachten zoals zwaartekracht, wrijvingskracht, trek en drukkracht en normaalkracht.
Ik kan de nettokracht berekenen en op de juiste manier tekenen in verschillende situaties.
Ik laat zien dat een kracht nodig is voor een verandering van snelheid en richting van een voorwerp en dat er een even grote tegenkracht nodig is om die verandering tegen te gaan.
Slide 5 - Tekstslide
Wat is een kracht?
Een kracht is een natuurkundige grootheid die een voorwerp van vorm, richting of van snelheid kan doen veranderen.
Een kracht zelf zie je niet.
De uitwerking ervan wel!
Het symbool voor kracht is F
Je hebt krachten nodig om te kunnen bewegen.
Slide 6 - Tekstslide
Soorten krachten
Slide 7 - Tekstslide
Massa, Zwaartekracht en Gewicht
Massa = Hoeveelheid stof (kg)
Altijd hetzelfde, ook in de ruimte.
Zwaartekracht (Fz) = Kracht waarmee de aarde aantrekt
Formule: Fz = m * g (g = 9,81 m/s2)
Gewicht = De kracht die een voorwerp op een ondergrond uitoefent
In de ruimte: wel massa, geen gewicht
Voorbeeld: Massa = 70 kg → Fz = 70 * 9,81 = 686,7 N
Slide 8 - Tekstslide
Krachten tekenen
De pijlpunt geeft de richting aan waarin de kracht werkt. Zwaartekracht werkt altijd loodrecht naar beneden
De lengte van de pijl geeft de grootte van de kracht aan.
Het aangrijpingspunt, het beginpunt van de pijl geeft aan van waaruit de kracht werkt.
Slide 9 - Tekstslide
Nettokracht en Beweging
Nettokracht = Som van alle krachten op een voorwerp
Krachten in dezelfde richting → optellen
Krachten in tegengestelde richting → aftrekken
Gevolgen:
Nettokracht = 0 → Constante snelheid of stilstand
Nettokracht > 0 (mee) → Versnellen
Nettokracht > 0 (tegen) → Vertragen
Voorbeeld: Spierkracht 200 N – weerstand 150 N = nettrokracht 50 N vooruit
Slide 10 - Tekstslide
Sommige krachten werken mee.. anderen werken tegen..