11. Los verbos (repaso!)

¡Buenos días!
Buñol
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

¡Buenos días!
Buñol

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué hacemos hoy?
  • La tomatina

  • Repasar 

  • ¿Leer?

  • Tarea final (Kaan SO inhalen)

  • Los deberes
Buñol
les 1
les 2

Slide 2 - Tekstslide

La tomatina, Buñol
  • 'S werelds grootste tomatengevecht
  • Dorpje Buñol (bij Valencia)
  • Laatste woensdag van augustus om 11:00 uur
  • Een harde gong klinkt door het dorp en dan mag iedereen starten.
  • Om twaalf uur klinkt er weer een gong, nu mag niemand meer met tomaten gooien.
  • 150.000 kilo tomaten wordt er gebruikt
  • Schoonmaken is een flinke klus, dat doen brandweerwagens.
  • De deelnemers wassen zich vaak in de rivier van Buñol.
  • Het tomatenfestijn is ontstaan in 1945 door een groepje jongeren die tomaten hadden gestolen en die begonnen te gooien. Ze werden opgepakt door de politie, dit herhaalde zich een aantal jaren. Inmiddels is er een jaarlijks terugkerend feest van gemaakt!
Verspilling?
Een voedselgevecht waarbij 150.000 kilo tomaten worden weggegooid, is dat nu wel zo’n goed idee? Veel mensen maken zich zorgen over de verspilling van de tomaten. Maar maak je geen zorgen, zegt de groente- en fruitteler Centrimed in La Llosa (Castellón). Het bedrijf levert al meer dan tien jaar de tomaten voor La Tomatina. Speciaal voor het festival worden twee weken lang tomaten opgeslagen die niet geschikt zijn voor de verkoop, omdat ze te groot, klein of overrijp zijn

Slide 3 - Tekstslide

1. Mi casa tiene el salón. 
2. La mesa es amarillo.
3. Tengo una roja cocina. 
4. Mi la casa tiene un dormitorio. 
5. Creo que fútbol es fantastico. 
6. Creo que la clase de español es fantastico. 
7. Me gusta las casas bonitas. 
8. Me gustan el perro. 
9. Me gustan bailar y cantar. 
10. Mi color favorito es rojo. 
Noteer de antwoorden in je schrift
lastig?
Het kan zijn dat je het lastig vindt om de fouten te ontdekken, dat is helemaal niet erg! Gebruik dan deze tijd om de module nogmaals goed door te nemen. Maak bijvoorbeeld een samenvatting in je schrift. We gaan de antwoorden zo samen bespreken.
In iedere zin staat 1 foutje, zie jij de fout?

Slide 4 - Tekstslide

1. Mi casa tiene el salón.  (un)
2. La mesa es amarillo. (vrouwelijk)
3. Tengo una roja cocina. (volgorde)
4. Mi la casa tiene un dormitorio. (weg) 
5. Creo que fútbol es fantastico. (el fútbol)
6. Creo que la clase de español es fantastico. (vrouwelijk)
7. Me gusta las casas bonitas. (gustan, meervoud)
8. Me gustan el perro. (gusta, enkelvoud)
9. Me gustan bailar y cantar. (gusta, werkwoorden)
10. Mi color favorito es rojo. (el rojo)
In iedere zin staat 1 foutje, zie jij de fout?

Slide 5 - Tekstslide

Los verbos

Slide 6 - Tekstslide

De regelmatige werkwoorden:

Slide 7 - Tekstslide

Fran ____ (hablar) español

Slide 8 - Tekstslide

Fran ____ (hablar) español
1. Welk persoonlijk voornaamwoord dien ik te gebruiken? 
Él/ella/usted (Fran=hij)
2. Wat is de stam?
Hablar - ar = HABL
3. In welk rijtje van het schema kijk ik? 
In het rijtje met AR werkwoorden (want je hebt net AR weggehaald). 
4. Wat is de uitgang die er dan bij komt? 
De juiste uitgang is A, want je kijkt in het rijtje van AR, bij ÉL.
5. Wat is nu het juiste antwoord?
Habla (stam+de juiste uitgang = habl + a)

Slide 9 - Tekstslide

Fran ____ (hablar) español

Slide 10 - Tekstslide

Carolina ____ (trabajar) en una escuela.
1. Welk persoonlijk voornaamwoord dien ik te gebruiken?
Él/ella/usted (Carolina=zij)
2. Wat is de stam?
trabajar- ar = TRABAJ
3. In welk rijtje van het schema kijk ik?
In het rijtje met AR werkwoorden (want je hebt net AR weggehaald).
4. Wat is de uitgang die er dan bij komt?
De juiste uitgang is A, want je kijkt in het rijtje van AR, bij ELLA.
5. Wat is nu het juiste antwoord?
Trabajar (stam+de juiste uitgang = trabaj + a)

Slide 11 - Tekstslide

Ellos ___ (conducir) en el coche.

Slide 12 - Tekstslide

Ellos ___ (conducir) en el coche.
1. Welk persoonlijk voornaamwoord dien ik te gebruiken?

Ellos (laatste persoon meervoud)
2. Wat is de stam?
conducir - IR = conduc
3. In welk rijtje van het schema kijk ik?
In het rijtje met IR werkwoorden (want je hebt net  IR weggehaald).
4. Wat is de uitgang die er dan bij komt?
De juiste uitgang is 'EN', want je kijkt in het rijtje van ellos (ir)
5. Wat is nu het juiste antwoord?
Conducen (stam+de juiste uitgang = conduc +en)

Slide 13 - Tekstslide

Maria y yo ___ (beber) leche.

Slide 14 - Tekstslide

Maria y yo ___ (beber) leche.
1. Welk persoonlijk voornaamwoord dien ik te gebruiken?

Naam + yo = nosotros 
2. Wat is de stam?
beber - er = BEB
3. In welk rijtje van het schema kijk ik?
In het rijtje met ER werkwoorden (want je hebt net  ER weggehaald).
4. Wat is de uitgang die er dan bij komt?
De juiste uitgang is 'EMOS', want je kijkt in het rijtje van 'er'. 
5. Wat is nu het juiste antwoord?
Bebemos (stam+de juiste uitgang = beb+emos)

Slide 15 - Tekstslide

Tú ____(abrir) la puerta.

Slide 16 - Tekstslide

Tú ____(abrir) la puerta.
1. Welk persoonlijk voornaamwoord dien ik te gebruiken?

2. Wat is de stam?
Abrir - ir = abr
3. In welk rijtje van het schema kijk ik?
In het rijtje met IR werkwoorden (want je hebt net  IR weggehaald).
4. Wat is de uitgang die er dan bij komt?
De juiste uitgang is 'ES', want je kijkt in het rijtje van 'ir'. 
5. Wat is nu het juiste antwoord?
Abres (stam+de juiste uitgang = ABR+ES)

Slide 17 - Tekstslide

Carmen y tú ____ (leer) un libro.

Slide 18 - Tekstslide

Carmen y tú ____ (leer) un libro.
1. Welk persoonlijk voornaamwoord dien ik te gebruiken?

Naam + tú = vosotros 
2. Wat is de stam?
LEER - ER = LE
3. In welk rijtje van het schema kijk ik?
In het rijtje met ER werkwoorden (want je hebt net  ER weggehaald).
4. Wat is de uitgang die er dan bij komt?
De juiste uitgang is 'ÉIS', want je kijkt in het rijtje van 'ER'. 
5. Wat is nu het juiste antwoord?
LEÉIS (stam+de juiste uitgang = LE+ÉIS)

Slide 19 - Tekstslide

Yo _____ (cantar) una canción.

Slide 20 - Tekstslide

Yo _____ (cantar) una canción.
1. Welk persoonlijk voornaamwoord dien ik te gebruiken?
yo
2. Wat is de stam?
CANTAR-AR = CANT
3. In welk rijtje van het schema kijk ik?
In het rijtje met AR werkwoorden (want je hebt net AR weggehaald).
4. Wat is de uitgang die er dan bij komt?
De juiste uitgang is 'O', want je kijkt in het rijtje van 'AR'.
5. Wat is nu het juiste antwoord?
CANTO (stam+de juiste uitgang = CANT+O)

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

x
x
x
x
x
x
x
2. 'la casa nueva' dat betekent: het nieuwe huis
5. Hay un cuarto de invitados = er is een logeerkamer. Ook had je het kunnen zien in de afbeelding en in de woordjes. 
6. "Tengo una televisión pequeña"
7. "Tenemos una terraza" het gaat over een terras, niet over een tuin! 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

x
x
x
x
x
Soy de Amsterdam
Soy de Alicante
Mamá es de Barcelona (ze komt er vandaan)
Oh, llama Angela, una amiga (een vriendin)

Slide 25 - Tekstslide

Kaan SO inhalen 

Slide 26 - Tekstslide

Tarea
Final

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Rubric

Slide 30 - Tekstslide

1. Rubric
De rubric laat precies zien waarop jullie Tiny House beoordeeld
zal worden. Controleer a.d.h.v. de rubric of jullie goed op weg zijn.

2. Samenwerking
Je bent met meerdere personen, maak daar gebruik van. 
Maak aan het begin van de opdracht een taakverdeling en planning.
Help elkaar, wat kunnen jullie van elkaar leren?

3. Schrijfvaardigheid
Maak korte zinnen. Je bent net begonnen met het leren van de Spaanse taal. 
Ik verwacht dus nog niet dat je hele uitgebreide zinnen schrijft. 
Laat zien dat je gebruik kan maken van de grammatica en woordenschat die je tot nu toe geleerd hebt. 

Slide 31 - Tekstslide

Los grupos
Grupo 1: Roos, Jasmijn, Lynn
Grupo 2: Sid, Kaan, Jaden
Grupo 3: Alysha, Paulien, Benthe
Grupo 4: Lenn, Bram, Mauro
Grupo 5: Luuk, Jelle, Thijs
Grupo 6: Bilal, Kyra, Angelina
Grupo 7: Mostafa, Rafael, Ties
Grupo 8: Isa, Jurre, Glenn
Grupo 9: Lynn S., Aya, Isaac
1. Neem de opdracht samen nogmaals goed door.
2. Brainstormen, hoe komt jullie Tiny House er uit te zien? 
3. Bestudeer de grammatica en woordenschat uit de module. Wat kunnen jullie gebruiken voor de geschreven tekst?
4. Start met de geschreven tekst. 

Tip: maak gebruik van korte zinnen!

Slide 32 - Tekstslide

Los deberes



Herhaal de woordenschat van tarea 1.


lunes, 15 de marzo, séptima hora
  • 1.4 voorkeur aangeven
  • 1.6 mening geven (zorg dat je de structuur kent)
  • 1.7 reageren op mening geven
Creo que el/la ... es ...

Slide 33 - Tekstslide