coordineren/organiseren/samenwerken 1 14 mei

coördineren/organiseren/samenwerken 1
14 mei 2024

module 5
 samenwerken in de zorg

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

coördineren/organiseren/samenwerken 1
14 mei 2024

module 5
 samenwerken in de zorg

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesdoelen
- je kunt toelichten wat de beroepen- en kwalificatiestructuur verpleging en verzorging inhoudt
- samenvatten hoe de verschillende verpleegkundige functies zijn ingedeeld
- wat zijn para medische disciplines?  wat zijn hun taken/rollen?

- uitleggen wat overleg inhoudt
-verschil tussen een zorgvragersbespreking en een MDO uitleggen
- verschil tussen teamoverleg en werkoverleg uitleggen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beroepen- en kwalificatiestructuur verpleging en verzorging
De zorgvraag verandert op vrijwel alle gebieden in de gezondheidszorg. Hierdoor worden er andere eisen gesteld aan de zorgprofessionals. Zij moeten nieuwe en aanvullende kennis hebben, nieuwe vaardigheden ontwikkelen en soms hun houding aanpassen. Deze combinatie van kennis, vaardigheden en houding is ook bekend als competenties.

Hoe hoger je niveau van beroepsuitoefening, hoe meer je in staat moet zijn om:
  • zelfstandig beslissingen te nemen en hiervoor de verantwoordelijkheid te dragen;
  • zonder standaardprocedures en -protocollen te werken: je moet vaker zelf oplossingen voor problemen bedenken;
  • werkzaamheden uit te voeren in verschillende en steeds andere situaties in de gezondheidszorg.



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

indeling beroepenstructuur
Niveau 1: Zorghulp
Niveau 2: Helpende Zorg en Welzijn​
Niveau 3: Verzorgende (IG)​
Niveau 4: MBO-verpleegkundige​
Niveau 5: HBO-verpleegkundige​
Niveau 6: toekomstig HBO-verpleegkundige (regieverpleegkundige)​
Masterniveau: Nurse Practitioner (MANP), verpleegkundig specialist en Physician Assistant (PA)​

Slide 4 - Tekstslide

de zorg is ingedeeld in niveau's, voor elk niveau is er een andere opleiding met andere eisen
opdracht gezamenlijk
wat doet een zorghulp

wat doet een helpende zorg en welzijn

wat doet een verzorgende IG


Slide 5 - Tekstslide

Als zorghulp werk je in een ziekenhuis, verzorgingshuis of in de thuiszorg. Je helpt de verpleger of verzorger met taken als schoonmaken, boodschappen doen of bedden opmaken. Daarnaast praat je met de patiënten en ben je een luisterend oor. Als zorghulp maak je hun leven iedere dag een stukje makkelijker én leuker.

De helpende ondersteunt de zorgvrager, waarbij het accent ligt op huishoudelijk werk en de persoonlijke verzorging.
De helpende stimuleert de zelfredzaamheid van de zorgvrager in de huishouding en persoonlijke verzorging volgens het (zorg)plan.
Daarnaast signaleert en meldt de helpende veranderingen die zich voordoen bij de zorgvrager en in zijn omgeving.

Als verzorgende IG draag je bij aan het opstellen van een zorgplan en voer je dit uit.
Je draagt zorg voor de woonomgeving en het huishouden,
en de lichamelijke verzorging en begeleiding van zorgvragers.
Het in stand houden en stimuleren van de zelfredzaamheid is ook voor de verzorgende het uitgangspunt. Je gaat hierbij een stap verder dan de helpende en je neemt de zelfzorg over bij een beperking.
De verzorgende IG signaleert veranderingen bij de zorgvrager in zijn gezondheid en welzijn. Ook houd je je bezig met de organisatie van het werk, je overlegt hierover en je stemt dit met anderen af.

Verpleegkundige
  • Er is onderscheid tussen mbo- en hbo-verpleegkundigen. 
  • Voert verpleegtechnische handelingen uit binnen haar bevoegdheden en wettelijk kader (onder andere Wet BIG) . 
  • Voordat zij de verpleegtechnische handelingen uitvoert, controleert zij de gezondheidssituatie en de psychische gesteldheid van de zorgvrager. 
  • Ze creëert de voorwaarden waardoor zij de verpleegtechnische handelingen optimaal kan uitvoeren. 
  • Zij observeert de gezondheidstoestand van de zorgvrager, signaleert wijzigingen en bijwerkingen en rapporteert deze. Zij schakelt indien nodig andere deskundigen in.

Slide 6 - Tekstslide

De verpleegkundige is verantwoordelijk voor de zelfstandige uitvoering van het beroep
Voorbeeld:
Helpende, verzorgende IG en Verpleegkundige werken vaak samen in een team. 
De zorgverleners voeren daar, ieder op hun eigen niveau, de werkzaamheden uit. Vaak zelfs bij dezelfde zorgvrager(s).
zie casus in boek op blz 213

Slide 7 - Tekstslide

dit zie je vaak in de thuiszorg, verpleeghuis
de verpleegkundige komt voor de specifieke zorg, zoals bijv stoma verzorgen of katheter zorg.
de verzorgende ig helpt met wassen en verzorging en medicatie
de zorghulp komt voor een luisterend oor bijv 

Slide 8 - Video

taken van een verpleegkundige
beschrijf welke taken deze verpleegkundige uitvoert?

wat spreekt je aan of wat juist niet?

en schrijf de moeilijke woorden voor jezelf op die je niet weet.

vitale functies
urineproductie
bewustzijn
katheteriseren
lab
differentiëren



Verpleegkundige functies?
-gespecialiseerd verpleegkundige
-praktijkondersteuner
- verpleegkundig specialist
- physician assistent

leg uit wat deze functies inhouden en welke taken en verantwoordelijkheden ze hebben

Slide 9 - Tekstslide

als verpleegkundige kun je verschillende functies hebben.
het verdelen van de functie als verpleegkundige zorgt ervoor, dat iemand zich meer kan richten op een vakgebied, waardoor de kwaliteit van zorg verbetert.
deze 4 functies zijn de afgelopen jaren ontwikkeld.

als gespecialiseerd verpleegkundige, weet je veel af van een bepaald vakgebied, in mijn geval heb ik me gespecialiseerd in verloskunde, kraam en fertiliteitszorg.
maar denk ook aan CCU medewerkers, gericht op het hart.
seh medewerkers, acute zorg
kindervpk

als praktijkondersteuner, help / ondersteun je de huisarts, door bijv spreekuur te draaien voor mensen met hart en vaatziekten, diabetes, astma.
je draait je eigen spreekuur in een huisartsenpraktijk je werkt samen met verschillende disciplines

als verpleegkundig specialist heb je een HBO master opleiding nodig. je behandelt individueel en zelfstandig zorgvragers. je bent geen deel van een team. je staat met 1 been tussen de vpk en met 1 been tussen de medici.

als laatste de physician assistent
hiervoor moet je een medische hbo master opleiding hebben gevolgd.
je kunt taken van artsen zelfstandig uitvoeren. 

verschil tussen PA en verpleegkundig specialist is:
VS of PA: Wat is het verschil? De verpleegkundig specialist is specialistisch inzetbaar op zowel medisch als verpleegkundig vlak en verdeelt in de praktijk de tijd over beide taken. De physician assistant is volledig werkzaam in het medische domein.
paramedische disciplines/ beroepen
Een paramedicus is iemand die voor zijn beroep medische behandelingen uitvoert maar geen arts is. Een zorgverlener wordt verwezen naar een paramedici.

De paramedicus voert een taak uit naast de arts en meestal onder zijn toezicht.

Een paramedicus is HBO opgeleid


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke paramedische disciplines/ beroepen ken je?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

wat zijn nou paramedische disciplines?
een arts verwijst vaak door naar deze disciplines
- fysiotherapeut
- ergotherapeut
-diëtist
-logopedist
-maats werker
-laborant
-apothekersassistent

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

werk je als vpk in de wijk, kun je deze disciplines nog tegen komen

- verloskundige
-manueel therapeut
- maatschappelijk werkster
- gewichtsconsulent
-overgangsconsulent

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

nog andere zorgverleners


- geestelijk verzorger
- patiënt vertrouwenspersoon
- activiteitenbegeleider
- creatief therapeut
- medewerkers diagnostiek

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht
maak een leuke poster met 6 disciplines erin verwerkt. 
leuk plaatje, leuke tekst erbij

doe dit per tweetal

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pauze

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

overleg en besprekingen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

waar denk je aan bij het woord overleg? noem 2 dingen

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

overleg
- doe je dagelijks
- met collega's, artsen, andere disciplines
- kan kort zijn of het kan lang duren
- overleg is 1 van de belangrijkste taken als verpleegkundige
- overleg is noodzakelijk
- overleg kan gaan over........

Slide 19 - Tekstslide

overleg tijdens de overdracht is kortdurend
overleg met maatschappelijk werk of dietiste
groot overleg met meerder disciplines

overleg kan gericht zijn op:
de zorgvrager
de samenwerking
de inhoud van het werk
het beleid
de naasten en wettelijk vertegenwoordigers

wie heeft er wel eens een overleg op de stage meegemaakt?

praktijkvoorbeelden overleg
zorgvragersoverleg: Thomas
het MDO: multidisciplinair overleg, bijv POP bespreking

teamoverleg
overdracht van de dienst
werkoverleg

Slide 20 - Tekstslide

Thomas is een verst beperkte jongen, woont in een leefgroep en zijn gedrag is veranderd afgelopen periode. Alle betrokken disciplines zullen in gesprek gaan over Thomas.
denk aan arts, verpleegkundige, pedagogisch medewerker, psycholoog.
je bespreekt doelen en interventies, wat te doen aan zijn gedrag.

psychiatrische obstetrische patiënt
vrouwen die zwanger zijn en  psychische problemen hebben, worden besproken in de POP bespreking
hierbij aanwezig zijn, gynaecoloog, kinderarts, verpleegkundige, maats werk, psycholoog, verloskundige.
met elkaar bedenk wat het beste is voor je patiënt.

teamoverleg: kleine puntjes op de i, bijvoorbeeld weer netter werken met elkaar.  meer gericht op goede en verbeterde samenwerking, maken we buddy's? kunnen we pauzes nemen op de verlosafdeling?

dienstoverdracht; kort moment van belangrijkste dingen overdragen

werkoverleg; roosters, zorgzwaarte, nieuwe materialen. werkgroepen.


opdracht
Thieme module 5
oriëntatie samenwerken in de zorg
opdracht oriëntatie
disciplinaire samenwerking ( zorgstandaard diabetes niet )
deelnemen aan overleg en besprekingen
consult
praktijksituatie
samenwerking met anderen- opdrachten- oefenen, naar 1 collage maken

Slide 21 - Tekstslide

module 5
oreintatie samenwerken in de zorg helemaal maken
daarna 1 disciplinaire samenwerking, zorgstandaard diabetes niet
2 deelnemen overleg en besprekingen
3 consult
dan de praktijksituatie
dan als laatste samenwerken met anderen, 1 collage maken


quiz

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerken met een groep verzorgenden is een vorm van multidisciplinaire samenwerking.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

het gaat om samenwerking met meerdere disciplines
Hoe meer disciplines samenwerken bij een zorgvrager, hoe complexer de zorg wordt.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

elke discipline heeft zijn bijdrage in het zorgproces, hierdoor wordt de zorg complexer, omdat er met meerdere onderdelen in de zorg rekening gehouden moet worden.
een physician assistent behoort tot :
A
niveau 3
B
niveau 4
C
niveau 6
D
of masterniveau

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

een gespecialiseerd verpleegkundige kan zijn een
A
kinderverpleegkundige
B
seh verpleegkundige
C
wondzorgverpleegkundige
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

waar staat de afkorting MDO voor?
A
multi disciplinaire overeenkomst
B
mooie donkere ogen
C
multi disciplinair overleg
D
mogelijk dramatische oorzaak

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

een voorbeeld van een paramedische discipline is een fysiotherapeut
A
waar
B
nietwaar

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

een ergotherapeut houdt zich bezig met aanpassingen aan bijvoorbeeld een rolstoel
A
waar
B
nietwaar

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

tijdens de overdracht bespreek je met je collega wat er allemaal verbeterd kan worden op de afdeling
A
waar
B
nietwaar

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke handeling valt onder vitale functies
A
bloeddruk meten
B
temperatuur meten
C
hartslag meten
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies