Les 2 BOL/BBL dagklas leerjaar 1

Les zakelijke e-mail
Aan het einde van deze les:
  • ben je in staat om een verzorgde zakelijke e-mail te schrijven.
  • kan je hoofdletters en interpunctie op de juiste plaats in de tekst toepassen.
  • Lessonup.app
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les zakelijke e-mail
Aan het einde van deze les:
  • ben je in staat om een verzorgde zakelijke e-mail te schrijven.
  • kan je hoofdletters en interpunctie op de juiste plaats in de tekst toepassen.
  • Lessonup.app

Slide 1 - Tekstslide

Waar moet een zakelijke e-mail volgens jou aan voldoen? Wat doe je wel of juist niet?

Slide 2 - Open vraag

Hoofdletters en interpunctie
  • Een punt hoort aan het einde van een zin en soms bij afkortingen (bijvoorbeeld a.u.b).
  • Een komma hoort bij opsommingen, tussen twee persoonsvormen en voor voegwoorden.
  • Vraagtekens komen na een vraag.
  • Uitroeptekens komen na een bevel of uitroep. 

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht zakelijke e-mail
Belangrijke punten bij het versturen van een zakelijke e-mail:
  • Gebruik een account met een neutrale naam.
  • Geef je e-mail een duidelijk onderwerp.
  • Gebruik de juiste indeling (aanhef, inleiding, middenstuk, slot en afsluiting).
  • Controleer je e-mail op spel- en taalfouten.
  • Controleer goed of je bijlage echt is toegevoegd.

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdletters en interpunctie
Het is belangrijk om hoofdletters en interpunctie (leestekens) op de juiste manier te gebruiken, je gebruikt een hoofdletter in de volgende situaties:
  • Het eerste woord van een zin.
  • Namen.
  • Aardrijkskundige namen en namen van talen.

Slide 5 - Tekstslide

Hoofdletters en interpunctie
In onder andere de volgende gevallen gebruik je juist geen hoofdletters:
  • Samenstellingen met feestdagen (kerstdiner, maar wel Kerstmis), windstreken, seizoenen, maanden, dagen, titels (president, dokter), formele aanduiding (uw in plaats van Uw) en periodes

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdletters en interpunctie
Maak opdracht 2, 3, 4 en 6 op bladzijde 182 tm 188, je krijgt hier tien minuten de tijd voor.
timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdletters en interpunctie
Door leestekens op de juiste manier te gebruiken begrijpen mensen wat je wil zeggen. 

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdletters en interpunctie
  • Een punt hoort aan het einde van een zin en soms bij afkortingen (bijvoorbeeld a.u.b).
  • Een komma hoort bij opsommingen, tussen twee persoonsvormen en voor voegwoorden.
  • Vraagtekens komen na een vraag.
  • Uitroeptekens komen na een bevel of uitroep. 

Slide 9 - Tekstslide

Hoofdletters en interpunctie
Maak opdracht 1 en 2 op bladzijde 291 en opdracht 1, 3 en 5 op bladzijde 294 en 295. Je krijgt hier tien minuten de tijd voor.
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Schrijfopdracht
Schrijf een zakelijke e-mail naar mij, in deze mail zet je alle doelen en verwachtingen die je richting mij als jouw docent Nederlands hebt.

Klaar? Stuur jouw mail naar p.dekoning@rocva.nl
timer
25:00

Slide 11 - Tekstslide

Afsluiting
  • Uitleg volgende week
  • Nog vragen? 

Slide 12 - Tekstslide