Klas 1 HV - Herhaling H4 - Grieken

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Herhaling Hoofdstuk 4

Paragraaf §4.2 + §4.3 + §4.4

Grieken

§4.2 

'Staatjes bij elkaar'

- Kolonies (vanaf 750 V. Chr.)

- Polis (stadstaat)

- Agora, tempels, markt

'Bestuur'

- Monarchie, aristocratie, tirannie en democratie 

- Voor-en nadelen hiervan

- Wie heeft burgerrecht?

'Democratie'

- Volksvergadering (Solon)

- Presentiegeld (Perikles)

- Ostracisme

Iedere polis had zijn eigen bestuur

1. Waar
2. Niet waar

Wie heeft er bij een monarchie de macht?

1. Het volk
2. Een rijke groep Grieken
3. Een tiran
4. Een koning

Wie heeft er bij een aristocratie de macht?

1. Het volk
2. Een rijke groep Grieken
3. Een tiran
4. Een koning

Wat kan een nadeel zijn van een democratie?

§4.3 ‘Goden & mythen’

- Griekse Godsdienst is polytheïstisch (natuurgodsdienst)

- Verering van Goden in tempels

- Geloof in mythen

- Orakel (direct contact met de Goden)

'Filosofen en wetenschappers'

- Plato & Socrates 

- Wetenschap: eigen verstand gebruiken om dingen te verklaren

- Voorbeeld wetenschappers: Hippocrates / Herodotus

- Tweestrijd: Godsdienst & wetenschap

Wat is een goed voorbeeld van een mythe?

Wat wordt bedoeld met de 'eed van Hippocrates'?

Waarom werd Socrates ter dood veroordeeld?

§4.4 'kunst en cultuur'

- Klassieke cultuur

- Bouwstijl: dorisch, ionisch en korintisch

- Standbeelden: perfecte lichaam

- Olympische Spelen

- Toneelstukken: tragedie / komedie

- Verhouding tussen mannen en vrouwen

In welke bouwstijl
is deze Griekse zuil
gemaakt?

1. Ionisch
2. Dorisch
3. Korintisch

Wat is het verschil tussen een komedie en een tragedie?

Mannen waren belangrijker in de Griekse cultuur. Leg uit met twee voorbeelden.

Hoe vond je LessonUp?

Vul hier de evaluatie in!